Dat liep allemaal heel anders dan verwacht, meedoen aan de Megazat-manifestatie in Den Haag. Toch was het de moeite waard, gisteren. Maar moeite was het, op zeer uiteenlopende fronten. Een terugblik en wat overpeinzingen tussendoor.
Die megazat-manifestatie was een manifestatie tegen megastallen, de gigantische gebouwen met piepkleine hokken waar dieren in gepropt worden om ze zo snel mogelijk om te zetten in producteenheden. Tegen deze vorm van veehouderij is terecht bezwaar, net als tegen de veehouderij als zodanig. “Als we werkelijk geven om het welzijn van dieren, zouden we ervoor moeten pleiten om de veehouderij af te schaffen”, zo besluit milieuwetenschapper Willem Vermaat een opiniestuk in de Volkskrant. Inderdaad. Het is dierenmishandeling, het is wegens de verbouw van veevoer die er voor nodig is – sojaplantages ten koste van regenwoud, plus de uitstoot via mest van broeikasgas methaan – erg klimaatonvriendelijk, het is slecht voor gevarieerde plantengroei – waar veel mest belandt , daar gedijen brandnetels en niet zo heel veel meer. Het is asociaal, want grond waar commercieel veevoergewas – soja en mais – verbouwd wordt, is vaak onttrokken aan gemeenschappen die er zichzelf en anderen mee van voedsel voorzien. Het is ook nog eens verspilling. Een kilo soja is eetbaar voor mens en dier. Maar voor een kilo vlees zijn meerdere kilo’s soja nodig. Waarom die meerdere kilo ’s niet gewoon rechtstreeks opeten, zonder de dierenmishandeling als verspillende tussenschakel?