In de Verenigde Staten is er onderzoek gedaan naar het verband tussen armoede, hersenontwikkeling en schoolprestaties. Uit dat onderzoek komt naar voren 20% van de verschillen in schoolprestatie tussen kinderen verklaard kan worden door het inkomen van de ouders. Des te langer kinderen in armoede leven des te groter wordt hun leerachterstand. Deze achterstand zet zich voort in het volwassen leven.
De achterstand wordt niet alleen veroorzaakt door sociale omstandigheden, ook fysiek lopen deze kinderen schade op.
Onderzoeker Seth Pollak, van de universiteit van Wisconsin-Madison (VS) en zijn collega’s analyseerden de Mri-scans van 389 kinderen en jong volwassenen (4-22 jaar) die zich normaal ontwikkelen. Ze combineerden de Mri-beelden met informatie over de schoolprestaties en sociale achtergrond van de kinderen. Ze ontdekten dat kinderen die onder de armoedegrens leven, gemiddeld 8-10% minder grijze hersencellen hebben. Kinderen van wie de ouders 100-150% van het minimuminkomen verdienen, hebben 3 tot 4% minder grijze hersencellen.
(bron)
Opnieuw bewijs dat sociaal-economische omstandigheden wel degelijk de oorzaak zijn van maatschappelijke problemen. in de jaren 90 van de vorige eeuw werd er heel veel ingezet op armoedebestrijding. Vooral in de grote steden stond dit centraal in het beleid. Met de opkomst van het neo-liberalisme, waar armoede als een keuze of zelfs als niet bestaand wordt gezien en wat ook post vatte bij sociaal ingestelde partijen, verdween armoedebestrijding naar de achtergrond.
Gezien dit onderzoek een slechte zaak, wat in de toekomst tot nog grotere problemen gaat leiden.