Friedrich von Hayek was een van de meest vooraanstaande grondleggers van het neoliberalisme, zo niet de belangrijkste. Berucht is deze Nobelprijswinnaar van Oostenrijkse origine vooral geworden vanwege zijn steun aan Pinochet in Chili. Diens regime was volgens Hayek een noodzakelijk kwaad om ‘vrijheid’ kansen te geven.
Coup
Veel parallellen zijn al getrokken tussen de situatie in Griekenland nu en die in Chili ten tijde van de staatsgreep van Pinochet, zo ook op Krapuul. Na de nekklem op Griekenland door de trojka is de vraag voor velen ter linkerzijde: wat nu? Om gepast te kunnen reageren is eerst een analyse van de stand van zaken nodig. En hierbij komt Hayek te hulp. Al in 1939 schreef hij een artikel over de economie van interstatelijk federalisme, dat de principes van de werking van de huidige Europese Unie weergeeft. Hieronder volg ik gewoon een vertoog uit 2003 van Glyn Morgan, destijds politiek filosoof aan Harvard, over Friedrich von Hayeks vooruitzicht. In 2003 was het slechts een van de duizenden artikelen die nauwelijks beroering wekken. Nu echter, na de coup met betrekking tot Griekenland onder leiding van Jeroen Dijsselbloem, is hernieuwde aandacht voor Hayeks idee op zijn plaats.
Schaalvoordeel
Hayek betoogde dat zijn opvatting van interstatelijk federalisme welvaartsgroei zal genereren. Een gemeenschappelijk economisch regime levert enorme schaalvoordelen op. Zo kunnen kapitaal en mensen vrijelijk bewegen tussen de staten van de federatie en ze kunnen worden ingezet op de plekken waar dat op een bepaald moment het meest opportuun is. Bovendien ziet Hayek ideologische pluspunten. Zo’n interstatelijke federatie belet dat landen meer dan minimale belastingen heffen op ondernemingen. Doet een land dat toch, dan zal een bedrijf ras verhuizen. Zo’n multi-staat zal, kortom, flinke beperkingen opleggen aan de mogelijkheden van individuele staten om interventionistische en protectionistische politiek te bedrijven. Daarmee beknot hij tevens de mogelijkheden voor sociaal beleid.
Zeggenschap
Een voor de hand liggende manier voor staten om de beperkingen van interstatelijk federalisme te omzeilen is het verleggen van autoriteit van nationaal naar supranationaal niveau, dus om een federale regering te creëren. Maar volgens Hayek is succes daarvan onwaarschijnlijk. Supranationale zeggenschap is veel moeilijker te bereiken dan nationale. Nationaliteit heeft een soort van vanzelfsprekendheid – nationale eenwordingen in Duitsland en Italië vonden overigens pas ruim een eeuw geleden plaats. In een nationale staat is het voor heersende politieke stromingen relatief gemakkelijk hun gemeenschap te overtuigen van het nationaal belang. Het is in ‘hun’ belang om ‘hun’ bedrijvigheid of ‘hun’ sociaal stelsel te beschermen. De beslissende overweging is dat eventuele baten ten goede komen aan landgenoten die men van nabij kent. In een interstatelijke federatie is die nabije solidariteit er niet. Zo maken mainstream media en daardoor de publieke opinie ervan dat Grieken luie donders zijn die al op hun zestigste met pensioen gaan. In een supranationale federatie is een sociale herverdelingspolitiek daarom niet te implementeren.
Wat nu?
De huidige EU is verworden tot Hayeks opvatting over interstatelijk federalisme of zelfs erger. Dat lijdt weinig twijfel. Het is aan links om dit als uitgangspunt te nemen. Van daaruit zijn er strategieën te bedenken die zijn concept kunnen omvormen tot een sociaal Europa. Want wie wil er nu leven in Hayeks natte droom?
Pingback: Hayeks natte droom: de huidige EU | | Denkoefening.be
Pingback: Wat te doen na de coup van Brussel tegen Griekenland? | Krapuul
Pingback: Schäuble is een moderne Hayek | Krapuul