Het Griekse “nee” tegen het moorddadige bezuinigingsdictaat van de EU beheerst de voorpagina’s van alle Europese media. Bij de laflinkse (sociaal-democratische) en links-liberale media overheerst vooral bezorgdheid, bij de conservatieve media zou men het liefst morgen de oorlog verklaren aan de ‘neomarxisten’ in Athene.
Ludwig Greven ziet in Die Zeit de uitslag van het referendum vooral als een persoonlijke en politieke nederlaag voor Merkel, die nu voor een weinig benijdenswaardige keuze staat: ófwel met de Grieken een compromis sluiten over schuldvermindering en daarmee haar eigen achterban tegen zich in het harnas jagen, ófwel Griekenland uit de euro drijven, met onvoorspelbare gevolgen voor de héle EU. Vermoedelijk zal Merkel wanneer puntje bij paaltje komt voor het compromis kiezen, denkt Greven.
Het linksige Libération is van mening dat de EU afscheid moet nemen van de catastrofale bezuinigingspolitiek die de gemeenschap in een diepe crisis heeft gestort. Indien de EU daaraan vast blijft houden, zal het niet bij Griekenland blijven, vreest Libération. Andere landen zullen volgen en dat zou het einde van het Europese project betekenen.
Het conservatieve Le Figaro slaat een heel andere toon aan. Daar ziet men de toekomst van de EU juist somber in wanneer de Grieken in de EU blijven: “Wanneer er geen wonder gebeurt zal een Grexit zich vanzelf voltrekken – niet omdat de Europeanen dat gewild hebben, want die hebben juist alles gedaan om een Grexit te voorkomen, maar omdat de Griekse keuze een dynamiek in gang heeft gezet die niet meer gekeerd kan worden”.
David Patrikaros probeert in de Guardian te verklaren waarom de ‘ja-campagne’ zo grandioos gefaald heeft. De ja-campagne heeft in zijn ogen nooit enige kans gehad, waarbij veel factoren een rol speelden. Om te beginnen werd ze gesteund door de volstrekt gediscrediteerde oude politieke garde van PASOK en Nieuwe Democratie. Dat alle Griekse media de ja-campagne steunden, heeft haar volgens Patrikaros ook geen goed gedaan. De Griekse MSM worden bijna net zozeer gewantrouwd als de politici van de oude partijen. Maar bovenal zijn de Grieken alles gewoon spuugzat: de bezuinigingen, de armoede, de werkloosheid. Dit was hun kans de Europese machthebbers een omhooggestoken middelvinger te geven en die kans hebben ze met beide handen aangegrepen.
Eveneens in de Guardian schrijft de onverbeterlijke – en tamelijk naïeve – optimist Owen Jones dat het Griekse ‘nee’ de EU juist kansen biedt. Jones ziet het Griekse ‘nee’ als een opstand tégen een EU die verworden is tot een neoliberaal project en als een hartstochtelijk pleidooi vóór een sociaal progressief Europa: “Syriza was a revolt against this Europe of austerity and corporate power, in favour of a democratic, socially progressive Europe. Podemos in Spain is part of this revolt, as is Sinn Féin in Ireland. If the referendum had produced a yes, then it would have represented a potentially terminal defeat for this gathering pan-European revolt. Instead, it has now been emboldened. Unfortunately the EU elites are not stupid, and realise this. They fear – justifiably – that if Syriza is seen to win concessions, the rebellion will spread. The resignation of Yanis Varoufakis is almost certainly part of an attempt to allow them to save face and do a deal.”
Paul Mason schrijft bij Channel4 dat Varoufakis’ vertrek óók is ingegeven door zijn integriteit. In tegenstelling tot Tsipras is Varoufakis géén politicus. Uiteindelijk is hij daar te eerlijk voor: “His policy was total honesty, and when it could not be honesty in public it was honesty in private. He exploded the world of Brussels journalism, which had become back-channel stenography, by publishing the key documents, usually sometime after midnight.” Dáárom moest hij weg, niet alleen omdat Merkel dat wilde, maar óók omdat Tsipras dat wilde. Politiek bedrijven en eerlijkheid gaan niet samen.