Als Nederland het enige belangrijke dat het te bieden zou kunnen hebben, of beter: het Nederlandse taalgebied, zou koesteren: zijn literatuur, zou het noemen van de naam Luís de Camões geen vragen op hoeven roepen.
“Slauerhoff! Het leven op aarde! Natuurlijk!” U roept dat zeker en vast uit, maar de meute die de mond vol heeft van traditie en oikofobie weet van niets en wil ook liever dat u niets weet. Hoe anders is het met landen die hun beschaving koesteren in plaats van hun onbeschaving.
Natuurlijk, dat Brazilië, Angola, Moçambique, Cabo Verde, Guiné-Bissau en Timorleste Portugeestalig zijn is niet met grote zachtzinnigheid verwezenlijkt. Portugal heeft als laatste zijn koloniën opgegeven na een niet te winnen oorlog op alle fronten, waaraan door een militaire staatsgreep een einde werd gemaakt. De officieren hadden zoveel geleerd van hun Afrikaanse tegenstanders dat zij ook meteen even het socialisme zouden opbouwen in “het moederland”. NAVO, CIA en EEG zetten alles in om dit te voorkomen met als resultaat nu een van de zuidelijke “euro-probleemlanden” die te weinig aan bezuinigingen doen en waar de werkloosheid en armoede niet groot genoeg kan zijn naar de zin van de troika.
Portugal heeft zijn taal nagelaten aan de koloniën en 10 juni, de sterfdag van de eerste grote en daarmee meteen de grootste dichter in het Portugees, Luís Vaz de Camões (1580), is de dag van Portugal, Camões en de Portugeestaligheid.
Gaat u er voor zitten…
Sonnetten en liefdesgedichten, audioboek
Os Lusíadas in Braziliaans-Portugees als audioboek
Verdere culturele connectie tussen Nederland en Portugal? Ik denk aan A. Alberts, Slauerhoff en als het om zang gaat aan
Nynke Laverman, voor mij die wel Portugees maar geen Fries heeft geleerd, moeilijker te volgen dan Teresa Silva Carvalho met een gedicht van Camões, getoonzet door de zanger van de revolutie van 1974, José Afonso.
Verdes são os campos, Groen zijn de velden
Wat jelui daar eet
zijn geen sprietjes, neen
’t is een zegen van
d’ ogen van mijn hart
(ik probeer het maar zingbaar te houden…)
Het heet gericht te zijn tot schapen maar bij gedichten moet men altijd op haar hoede zijn voor verborgen betekenissen.
– Een vraag die bij mij opkomt in dit verband: welke Nederlandstalige auteur zou de dag van de Nederlandsheid zijn datum geven? Ik heb wel wat namen in gedachten en word tegelijk door een gevoel van moedeloosheid overvallen.
Men spreekt er langzaam, wordt nooit heftig,
En danst nooit op het slappe koord.
Wel worden weerloozen gekweld,
Nooit wordt zoo’n plompe boerenkop gesneld,
En nooit, neen nooit gebeurt een mooie passiemoord.