In Irak kiest de VS intussen voor inzet van geleidelijk aan meer troepen. Geen ‘boots on the ground’, zo heet het in het beleidsjargon. Erg serieus valt dat niet te nemen, tenzij Obama uit bezuinigingsoverweging zijn soldaten zonder laarzen aan op pad stuurt. Op 19 juni was er al sprake van het sturen van 200 Amerikaanse militairen naar Irak, als ‘adviseurs’. Ik zal ook even als adviseur optreden voor wie dit leest: Google eens ‘adviseurs’ in combinatie met ‘Vietnam’, liefst ook in combinatie met ‘Kennedy’.
Ik heb zoiets eventjes gedaan, en zo stuitte ik onder meer op een stuk over de ontstaansgeschiedenis van de Vietnamoorlog , als onderdeel van een website over Vietnam-oorlogsfilms! Daar pluk in één en ander uit, want het is een informatief stuk. Onder president Eisenhower kwamen ze al, die adviseurs uit de VS: driehonderd in 1955, op verzoek van de regering van de Zuidvietnamese, fel anticommunistische dictator Diem. “In 1957 zijn er reeds 685 Amerikaanse adviseurs in Zuid-Vietnam.” In 1961 neemt Kennedy het presidentschap plus de Vietnamoorlog van zijn vorganger over. Niet openlijk, want “Kennedy was geen voorstander van een regelrechte grondoorlog in het Verre Oosten, om een grotere Chinese inmenging te vermijden”. ‘Adviseurs’ dus. “Wel wordt tussen 1960 en Kennedy’s dood in november 1963 het aantal Amerikaanse militaire adviseurs in Zuid-Vietnam opgedreven tot dertienduizend en geeft defensieminister McNamara toe ‘dat ze aan de krijgshandelingen deelnemen’”. Natuurlijk. Geen beter ‘advies’ dan het goede voorbeeld, nietwaar? In 1968 waren er meer dan een half miljoen Amerikaanse militairen bezig het land aan gruzelementen te schieten.
Verder lezen bij de bron van dit artikel
Via Ravotr.