De peilingen, wat kunnen we erover zeggen? Laat ik het eens niet hebben over die van Maurice de Hond, want die blijken toch vaak het meest onbetrouwbaar. Vooral de ‘middenpartijen’ (voor zover daar nog sprake van is in dit land) komen er vaak minder goed uit, zijn steekproef lijkt de vleugels te sterk te vertegenwoordigen.
Als je bijvoorbeeld naar de Politieke Barometer kijkt, zie je dat de VVD daar maar liefst tien zetels meer krijgt (28 in plaats van 18). De grafieken die weergeven welke partij van welke partij zetels afsnoept of er juist aan verliest zijn wel interessant en erg inzichtelijk.
De PvdA verliest gewoon zetels aan zo ongeveer iedereen (het ontstellend lage aantal zetels van hen, dicht bij de 10, is dan ook een overeenkomst tussen deze peiling en die van De Hond), maar vooral aan D66, de SP en mensen die – terecht gedesillusioneerd – helemaal niet meer gaan stemmen. De VVD verliest ook aan veel partijen zetels maar de enige partij waarvan ze zetels wint is ironisch genoeg juist de PvdA. Maar goed, zo ver liggen die partijen ook niet meer uit elkaar. Vooral aan D66 en het CDA verliest de VVD, wat niet verwonderlijk is vanwege de sociaal-economisch conservatieve koers die deze partijen, en vooral het CDA, ingeslagen zijn. Ook de uitstroom naar de PVV hoeft niet te verbazen. Het CDA haalt zijn winst bijna geheel van de VVD. Dat is best beledigend voor de VVD, dat men denkt dat zelfs het CDA het beter zal doen.
De PVV wint de meeste zetels van niet-stemmers. Voor de hand liggend, want dat zijn gegarandeerd lui die verder nergens iets vanaf weten en de politiek ook helemaal niet volgen, maar nu dan toch maar eens gaan stemmen omdat ze minder Marokkanen willen, alle moslims interneren, uit Europa en de Grieken de zee in willen drijven of zoiets. Opvallend is wel dat nog een redelijk aantal stemmers van de PvdA afkomt. Maar goed, mensen die daarop stemden waren toch al een tijdje de weg kwijt natuurlijk. Waarom in die peiling dan ook dat stel nitwits van 50Plus geanalyseerd wordt in plaats van GroenLinks of een andere partij is mij niet duidelijk.
Maar Nederland is dus gewoon een afschuwelijk rechts land geworden, kun je concluderen, met de SP als zo ongeveer enige partij die zich nog enigszins links gedraagt (op sociaal-economisch gebied althans, want moreel-ethisch liften ze zo nu en dan graag nationalistisch mee met de pvv). Als je met wat goede wil GroenLinks en de Partij voor de Dieren nog als links zou willen bestempelen kom je op 29 linkse zetels uit. 80% van Nederland stemt dus gewoon rechts, of in elk geval niet links.
Hoe komt dit? Ikzelf heb het idee dat dit proces in de tweede helft van de jaren negentig is ingezet, toen de economie een flinke boom doormaakte en er een substantieel deel van de bevolking behoorlijk veel geld begon te verdienen. Ineens zag je om je heen wel erg veel nieuwe auto’s verschijnen en ook een maatje groter dan voorheen. De huizenprijzen begonnen als een gek te stijgen maar iedereen bleef zich suf kopen, op een kleinere groep na, die achterbleef en overal naast greep, en wiens inkomen die huisprijsstijgingen nooit meer zou kunnen inhalen.
Momenteel gaat het veel mensen weer een stuk slechter, maar vreemd genoeg vertaalt dit zich niet naar een beweging terug naar links, die toch in het algemeen zouden moeten opkomen voor de kleine man. Het zou wel eens kunnen dat die periode van welvaart dat veroorzaakt heeft. Je ziet het ook wel in de VS, waar men vanaf de jaren zeventig steeds rechtser is geworden terwijl het economisch ook steeds slechter is gegaan voor grote groepen mensen door de toenemende inkomensongelijkheid (na een voorspoedige periode van die decennia; althans, als we ons even tot de blanke bevolking beperken). Nu waren de arbeiders daar altijd al via etnische lijnen gescheiden, reden waarom het socialisme daar nooit goed van de grond is gekomen, maar een Ierse collega die ik vorig jaar leerde kennen via een tijdelijk project vertelde me dat hij hetzelfde had gezien in Ierland. De economische impuls die het had gekregen door de steun uit Europa had de onderlinge samenhang in de samenleving wel verstoord.
Als men het eenmaal goed heeft gehad voelt men zich blijkbaar niet zo snel meer solidair met andere ploeteraars, als men hun lot weer moet delen. Men wil er niet meer bij horen, kijkt er op neer en wordt uit verbittering nog rechtser. “Als ik het slechter krijg, dan zoeken die anderen het ook maar zelf uit”, lijkt de heersende gedachte. De solidariteit die slechte omstandigheden ooit opriepen, begin twintigste eeuw bijvoorbeeld, lijkt verdwenen.
Misschien moet het goede voorbeeld uit Zuid-Europa komen, daar zijn er in elk geval veel massalere acties waar te nemen van hen die onderaan bungelen. Dat is de enige manier om het verdeel- en heersspelletje van het kapitaal te verstoren.