Economische crisis brengt sociale ellende; sociale ellende lokt vroeg of laat protest uit, en verzet. Zuid-Europese landen laten die kettingreactie zien, we mogen er van uitgaan dat dit dichter bij huis niet anders zal zijn. De blik zuidwaarts richten is in zekere – niet onbeperkte – zin dan ook een vorm van vooruitkijken. Maar niets ligt absoluut vast, hoe de economische crisis zich hier in sociale en politieke confrontaties zal vertalen zal mede afhangen van wat we leren van wat we in de Zuid-Europese ontwikkelingen zien. De klassenstrijd kent geen automatische piloot.
Economische crisis treft niet alle landen in hetzelfde tempo, ook niet in Zuid-Europa. Vrij opvallend is het aanscherpen van recessie in Italië. “De Italiaanse economie krimpt dit jaar naar verwachting met 1 procent. Eerder werd gerekend op een teruggang van 0,2 procent.” Dat was 18 januari. Stagnatie in de Italiaanse economie is er al een tijd, maar dit is vrij ernstig. De crisis gaat gepaard met financiële problemen. Italianen raken diep in de schulden. “In 2002 was de gemiddelde schuld van een Italiaans gezin 8312 euro. Vorig jaar was dat gestegen naar 19.916 euro. De inflatie over de periode van 2002 tot 2012 bedroeg 25,4 procent.” De persoonlijke schulden stegen dus veel sneller dan de stijging van prijzen aannemelijk maakte. Op 17 februari werd nog een teken van chronische verlaging van levensstandaard bekend. “Gepensioneerden in Italië zijn van 1996 tot 2011 gemiddeld 33 procent van hun koopkracht kwijtgeraakt”. Dat is natuurlijk geen rechtstreeks gevolg van de recente recessie, maar eerder van bezuinigingsmaatregelen waarmee eerdere regeringen eerdere crisisverschijnselen te lijf ging, op kosten van brede bevolkingslagen, zoals dus ook ouderen.
Rechtstreeks verband met de huidige crisis is er wel op ander vlak: de werkloosheid, vooral onder jongeren. “De werkloosheid onder Italiaanse jongeren tussen 15 en 24 jaar is in november opgelopen tot 37,1 procent, het hoogste niveau sinds het begin van de metingen in 1992”, zo werd op 8 januari bekend. Onder alle leeftijdsgroepen samen bedraagt de werkloosheid 11,1%, “de hoogste stand in 13 jaar.” Dat zal niet snel minder worden nu de recessie zo aanscherpt.
Italië kent dus economische crisis, financiële narigheid voor de bevolking, grote sociale ellende. Maar er is geen automatische vertaling van die ellende in de richting van fel verzet. Protesten zijn er, uitbarstingen van verzet zijn er wel degelijk ook, maar verbrokkeld, versnipperd en niet aanhoudend. Hoe anders is dat in Spanje! We zien daar soortgelijke economische en sociale drama’s als in Italië, nog flink wat dramatischer. Op 8 januari: “Spaanse recessie nog dieper” (0,6 procent in plaats van de verwachte 0,3 procent). Voordat je denkt, ‘dat is minder erg dan in Italië: de Spaanse afname geldt voor één kwartaal. Op 17 februari: “Record stijging staatsschuld Spanje”, namelijk een toename van 146 miljard tot een totaal van 882 miljard euro. “Dit is de grootste stijging ooit in één jaar tijd”, volgens het blad El País. Van schulden en crisis naar bezuinigingen en werkloosheid is geen grote stap, en inderdaad: “Werkloosheid Spanje verder omhoog”, luidde een nieuwsbericht op 4 februari. Het percentage bedraagt 26 procent, veel meer dan twee keer zo hoog als het percentage in Italië.
In Spanje heeft de grote sociale catastrofe echter wél tot breed, aanhoudend, veelvormig en fel protest en verzet geleid. Herhaaldelijk grote algemene stakingsdagen, vanuit vakbonden op touw gezet. In mei 2011 de opkomst van de Indignados met hun pleinbezettingsacties en demonstraties – de verbindende schakel tussen het Tahrirplein eerder dat jaar en Occupy wereldwijd erna. In voorjaar en zomer 2012 fel mijnwerkersverzet, dat samenvloeide met breder protest tegen nieuwe bezuinigingen. Op 14 november weer een algemene staking, die onderdeel werd van een Europese actiedag tegen het bezuinigingsbeleid. Het gaat maar door en door.
Afgelopen weekend zagen we dat opnieuw. Op zaterdag was er een landelijk protest tegen huisuitzettingen. Die uitzettingen hebben in het land een enorme omvang bereikt. “Door de diepe crisis waarin Spanje zich bevindt kunnen veel Spanjaarden hun hypotheek niet meer betalen. Meer dan 350.000 mensen hebben sinds 2008 daardoor een oproep ontvangen hun huizen te verlaten.” Waardedaling van huizen betekent dat verkoop minder oplevert, wat afbetaling van aangegane schulden bemoeilijkt. “Belangrijke aanleiding voor de protesten was de zelfmoord van een bejaard echtpaar afgelopen week. De man en de vrouw reden met hun auto een afgrond in, vlak nadat ze het bevel tot uitzetting hadden ontvangen.” Er is al wetgeving om bepaalde groepen mensen te beschermen, maar met slechts een heel beperkt effect en voor een vrij kleine groep. Protesterenden eisen meer, een wet die het teruggeven van huizen aan de bank zonder dan met restschuld opgescheept te zitten, mogelijk maakt. De protestdag bestond uit acties in 50 steden.
En op zondag 17 februari was de gezondheidszorg aan de beurt. In 22 steden protesteerden verplegenden, artsen en dergelijke tegen privatiseringen die de gezondheidszorg boven het hoofd hangen. “Dit is het plunderen van onze publieke diensten, het plunderen van iets waar we allemaal aan hebben bijgedragen door belastingen, om ze aan particuliere bedrijven te geven om ze voor winst gaande te houden”, aldus een ambtenaar op het protest. “Deze privatisering beschadigt de gezondheidszorg van patiënten ten gunste van andere belangen”, aldus een verpleegster van 45 die samen met drie kinderen aan het protest meedeed. “Er is geen studie die laat zien dat privatisering van het management van ziekenhuizen tot lagere kosten leidt.” Gezien het soort beloning dat in geprivatiseerde instellingen gangbaar is, kun je eerder het omgekeerde verwachten. Maar het gaat hier dan ook niet om kostenverlaging van de zorg. Het gaat erom die zorg tot bron van winst voor ondernemers te maken, en om de kosten die de staat er aan maakt, te verlagen. De prijs wordt betaald door personeel en patiënten. Gelukkig zien heel veel mensen in Spanje het gevaar, en zijn ze dus in actie gekomen.
Hoeveel actie er in Spanje echter ook gevoerd is en wordt, het bezuinigingsbeleid staat nog steeds overeind. Kennelijk is er nog iets meer nodig. Iets soortgelijks zien we in Griekenland. Ik ga hier geen treurige opsomming geven van gegevens over de economische en sociale crisis, de massawerkloosheid en de grote armoede in dat geteisterde land. Ook een opsomming van de reeks algemene stakingen en andere protesten van de afgelopen paar jaar doe ik hier niet. Ik stel alleen vast dat al die stakingsdagen, alle bijbehorende protesten, straatgevechten met de politie geen regering ten val hebben gebracht en ook het bezuinigingsbeleid niet hebben geblokkeerd, laat staan teruggeslagen. Meer van hetzelfde gaat, op zichzelf althans, dat niet veranderen, hoeveel bewondering we ook voor de hardnekkige strijders in Griekenland hebben. Intussen parasiteren neonazi’s met toenemend succes op de wanhoop, met de groei en bijbehorende terreurgolf van de Gouden Dageraad als waarschuwing.
Gelukkig gebeurt er juist in Griekenland ook meer dan deels bureaucratisch ingekapseld vakbondsprotest en symbolische confrontaties met de staat. Heel af en toe zien we tekens dat protest overgaat, niet alleen in daadwerkelijk verzet maar ook in het vervangen van ondraaglijke kapitalistische verhoudingen door nieuwe. De wijdverbreide protesten hebben de verhoudingen zelf nog niet op de helling gezet, ze bevorderen wel het soort klimaat waar verdergaande in initiatieven naar boven kunnen komen. Zo hebben arbeiders van de Vio.Me – fabriek in Thessaloniki besloten om, nu het bedrijf bankroet is en eerdere actie niet afdoende bleek, besloten om het bedrijf onder beheer van het personeel zelf gaande te houden. Eerder al hadden ze er een soort coöperatie van proberen te maken. Nu gaan ze verder.
En de oproep kijkt verder dan de ene fabriek. “De strijd dient niet beperkt te blijven tot Vio.Me, om te zegevieren moet ze algemeen gemaakt worden en verbreid naar alle fabrieken en zaken die gesloten worden, omdat Vio.Me enkel door een netwerk van zelfbeherende fabrieken in staat zal zijn tot bloei te komen en de weg te wijzen naar een andere manier van organiseren van productie en van de economie, zonder uitbuiting, ongelijkheid en hiërarchie.”
Dit soort initiatief begint te breken met de kapitalistische verhoudingen die ons crisis en bezuinigingsbeleid hebben opgeleverd, en die repressie voortbrengen tegen degenen die zich proberen te verweren. Dat juist in Griekenland uitgebreide anarchistische bewegingen zijn gegroeid, is aan de opkomst van dit soort initiatieven van onderop, wellicht niet helemaal vreemd. Daar vloeien vast conclusies uit voor waar we ook in Nederland iets aan hebben…
Geschreven door Peter Storm en oorspronkelijk verschenen op zijn site ravotr.nl