4 mei zuiveren van (rechtse) aanslibsels

Naar mijn mening heeft Christa Noëlla deels gelijk, deels ongelijk. Ze heeft groot gelijk wanneer ze stelt dat men ‘het opkomende fascisme en moslimhaat in Nederland gewoon zijn gang laat gaan’. In die zin – en ik neem aan dat ze dat bedoelt – legt de Dodenherdenking op 4 mei geen of slechts gratuite verbindingen met de strijd tegen fascisme en xenofobe haatzaaierij.

Voor een ander deel heeft ze naar mijn mening ongelijk wanneer ze zegt dat 4 mei geen zin heeft omdat de ‘niet-witte geschiedenis’ daarin geen plaats heeft. Kom zeg, een groot deel van de slachtoffers waren links en scandeerden al voor de oorlog de leus ‘Indië (en de andere koloniën) vrij’. Daarmee ontken ik niet dat de ‘niet-witte geschiedenis’ in algemene zin te vaak wordt weggemoffeld, maar zeg ik wel dat 4 mei niet de gelegenheid is om die ‘niet-witte geschiedenis’ (voorzover die WO II niet raakt) aan de orde te stellen.

De discussie over ‘4 mei’ bestaat al 71 jaar. Als jonge PSP-er herinner ik mij dat er in de jaren zestig al in radicaal-linkse kring oppositie bestond tegen het karakter van de herdenking waarbij alles op één hoop werd gegooid – en dat is nadien nooit veranderd. Nog steeds wordt er aangekondigd dat ‘we’ ‘tijdens de Nationale Herdenking allen herdenken– burgers en militairen – die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar ook ter wereld zijn omgekomen of zijn vermoord sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in oorlogssituaties en bij vredesoperaties’. In die zin heeft Christa weer wel gelijk, want het karakter van de Dodenherdenking is niet voor niets ‘eurocentristisch’ en ontdaan van een zuiver anti-fascistisch karakter. Het ging bij de Europese eenwording niet alleen om ‘vergeven’, maar vooral om ‘vergeten’.

Zo kon het gebeuren dat de Nederlandse militairen worden herdacht die sneuvelden tijdens de schandelijke, koloniale oorlog tijdens de jaren 1946-1949 waarbij een veelvoud aan mensen van de andere kant – minimaal 100.000 Indonesiërs – omkwam. En wat te zeggen van de zogenaamde ‘vredesoperaties’ welke die naam niet verdienen? We kunnen het er snel over eens zijn dat de slachtoffers van WO II, in het bijzonder de slachtoffers van het fascisme zoals joden, homo’s, zigeuners en verstandelijk gehandicapten niets van doen hebben met de latere oorlogen die zogenaamd in naam van ‘de vrijheid’ zijn gevoerd.

Daarom pleit ik er voor dat de discussie over 4 mei krachtig wordt voortgezet. Niet over de vraag of de ‘niet-witte geschiedenis’ daarin een plaats zou moeten hebben, maar wel om de herdenking te zuiveren van (rechtse) ‘aanslibsels’. Dan wordt het ook veel gemakkelijker om lijnen te trekken van het vroegere naar het hedendaagse fascisme. Mogelijk wordt er dan ook ruimte geschapen om de Nederlanders te herdenken die (in de aanloop naar WO II) streden tegen het Franco-fascisme en daarbij omkwamen.