Het wil nogal eens gebeuren dat ik het hospitaal aan de binnenkant moet gaan bekijken. De “zorg op maat”, zo’n term waar de marktgekken graag mee wapperen, bestaat nergens. De patiënt staat of ligt helemaal onderin de piramide, geplet door allerlei financiële belangen. Ooit, heel misschien, krijg je een behandeling of zorg die je nodig hebt. Als je braaf en gewillig bent tenminste, en je jezelf volledig overgeeft aan zij-die-weten-wat-goed-voor-je-is.
Ik ben een moeilijk geval omdat ik vragen stel en kritisch ben, daar kan het zorgsysteem niet tegen. Ze weten dat ik ooit een blauwe maandag hoofdverpleegkundige was, zo’n ouderwetse, en het wantrouwen is compleet.
Lang geleden haalde ik het zwarte kruisje in de opleiding tot psychiatrisch verpleegkundige B. Daarna kon je in het tweede jaar instromen in de opleiding tot verpleegkundige A, en kreeg je het witte kruis er ook bij. Dat deed ik, en ik werd direct verantwoordelijk als nachthoofd voor een heel ziekenhuis. Tropenjaren, ik kon het al snel fysiek niet meer aan en ging een andere studie doen.
Eigenlijk waren dat de laatste jaren voordat er een nieuw soort verpleegkundige werd gekweekt via een HBO-opleiding. Die zouden alles kunnen want ze waren “allround”. Tenminste, dat was de opzet. In praktijk deden ze niet veel anders dan in de weg lopen.
Met de oude opleidingen, A en B genoemd, was niet veel mis. Vanaf het eerste jaar moest je hard werken en studeren. Een uitgebreid vakkenpakket en om het half jaar op een andere afdeling werken. Je leerde zo het ziekenhuis door en door kennen. Aan het insigne kon je zien met wie je te maken had, een leerling, een B-verpleegkundige, of een A en B afgestudeerde, welke laatste meestal het hoofd van de afdeling was. Dat was prettig, zowel voor de patiënten als het personeel. Je wist met wie je te maken had, aan wie je welke vraag kon stellen, en wie waar verantwoordelijk voor was.
Je kon door je praktijkervaring en kennis directeur worden van een ziekenhuis als je die ambitie zou hebben gehad. Daar waar nu iemand zit met een of andere zakelijke opleiding, had je toen iemand die volledig op de hoogte was van het reilen en zeilen in een ziekenhuis. De zorgmarkt was nog niet uitgevonden. De daarbij verlangde salarissen wegens vermeende onmisbaarheid ook niet.
– wordt vervolgd-
Helemaal precies, werken en studeren, allround worden, niet lullen maar poetsen……
Nu zijn de verpleeghulpen eerste jaars HBO of een para/medische opleiding, veel verzorgenden met een verpleeghuisopleiding en dus niet allround en verpleegkundigen die onderbetaald en afgefakkeld worden.
Mijn zoon op het HBO-V na drie maanden helemaal gedesillusioneerd:”Als in een boek wil schrijven ooit ga ik terug, ouwehoeren kan ik op de markt leren en kouwe kak hebben ze al in Den Haag. Gestopt, Begreep niets van mijn verhalen over de leuke in-service-opleiding. Over wat ik allemaal gedaan, geleerd en gezien had.
Klopt wel , dat boek schrijven want de zogenaamd hoog opgeleiden zonder praktijkervaring van belang waren het 1ste half jaar volkomen nutteloos. Over besparen gesproken.
Bedankt voor je column!
@1: Gavi:
Leuk dat je het herkent ; ). Inderdaad ja, wastafels en kastjes soppen hoorde er ook bij in het eerste jaar, en waarom ook niet. Tijd voor een praatje met de patiënten, ook tijdens het bedden opmaken. Daarbij was het theoretisch een hele pittige opleiding, daar vergissen mensen zich toch vaak in. De overstap van de B naar de A was niet zo makkelijk, “wij” uit de B besteedden teveel aandacht aan de behoefte om te praten van de zieken. Jee, ik heb wat afgerend in die jaren, maar het waren prima opleidingen.
Oja, ik begon in het eerste jaar met een loon van 600 gulden geloof ik. Dus ook geen studieschulden, weet jij nog wat je verdiende?