Wie is Charlie? De verdwazing van de filosofie en het progressief potentieel van de islam

De columniste en denkster Tinneke Beeckman moet niets hebben van Emmanuel Todd en zijn boek Wie is Charlie? Ze heeft een lange lijst verwijten, met name dat ‘sociaaleconomische gelijkheid voor hem het doel is van de politiek.’ Het zal geen toeval zijn dat de filosofe geëerd en geprezen wordt in liberale kringen. Maar wat klopt er van haar kritiek?

In haar boek Macht en onmacht wil Beeckman blijkens de ondertitel ‘Een verkenning van de hedendaagse aanslag op de Verlichting’ bieden. Welke aanslag? De moorden op de redactie van Charlie Hebdo, politie-agenten en Joodse burgers van januari 2015 in Parijs. Dé aanslag – er is er maar één. Niet die van Breivik in Noorwegen in 2011 (met veel meer slachtoffers), niet die in het Joods Museum in Brussel in 2014 of die op Joden en militairen in Zuid-Frankrijk in 2012.

Hoe kom je erbij een moordpartij op mensen een aanslag op de Verlichting te noemen? En waarom is de ene moordpartij dat wel, en zijn andere dat niet? Waarom is extreem-rechts geweld géén aanslag op de Verlichting, maar islamistisch geweld wel? Waarom vormen de moorden op Joden géén aanslag op de Verlichting, maar die op een groepje journalisten wel? Waarom werd er voor een vermoorde redactie een nooit eerder geziene megamanifestatie georganiseerd, en niets van dat formaat voor de eerder vermoorde Joden?

Hier zitten we volop op het terrein van de ideologische constructie. Het verleden en zeker het recente verleden dat actualiteit heet, is angstaanjagend en zorgwekkend, vraagt om duiding. Dat wil zeggen: interpretatie, constructie van een zin, van een kader waarbinnen ze begrepen kunnen worden. En daar zijn belangen mee gemoeid.
(Lees verder bij de bron van dit artikel)

Via:: dewereldmorgen.be