Wayne Kramer overleden

Wayne Kramer, de gitarist van MC5, één van de meest invloedrijke proto-punkbands is afgelopen vrijdag op 75-jarige leeftijd overleden. Volgens zijn vriend Jason Heath overleed Kramer aan alvleesklierkanker.

Kramer’s naam zal voor altijd verbonden blijven aan die van de Motor City 5, de politiek meest revolutionaire band van de jaren ’60. De glorietijd van MC5 duurde niet lang, maar in een periode van amper drie jaar produceerde de band met Kick Out the Jams, Back In the USA en High Time drie juweeltjes die talloze hard rock- en punkbands zouden inspireren.

Kramer richtte de MC5 in 1963 op, samen met Fred “Sonic” Smith, de latere echtgenoot van Patti Smith. De carrière van de MC5 kwam pas echt van de grond toen John Sinclair in 1967 manager van de band werd. Sinclair was één van de bekendste/beruchtste linksradicale activisten van Detroit en werd scherp in de gaten gehouden door zowel de politie als een scala aan veiligheids- en inlichtingendiensten.

Voordat Sinclair de touwtjes in handen was de band een ongeorganiseerd en ongedisciplineerd zooitje: “Not only did they not have a manager, they didn’t even have a roadie. They would show up when they were supposed to be playing on stage, and then spend an hour setting up and arguing over who owned what guitar lead. And all the while, the audience was sitting there, waiting. It was kind of tragic. I helped knock them into shape.”  Dat weinig vleiende beeld klopte volgens Kramer wel: “We were 19-year-old punks on a meth power trip”.

De band verwierf zich door haar radicale geluid en al even radicale gedrag al snel een geduchte reputatie (en de aandacht van de politie). Ze was ook de enige band die durfde op te treden tijdens de Democratische Nationale Conventie in Chicago, waar burgemeester Daley en de politie van The Windy City zich van hun meest gewelddadige kant lieten zien. Laat je bij de onderste video niet misleiden door het commentaar: het was de politie die begon te rammen, niet de betogers.

Het debuutalbum Kick Out the Jams werd in 1969 live opgenomen in de Grande Ballroom in Detroit. Bij platenmaatschappij Elektra schrok men zich lam van de teksten. Toen Elektra probeerde de titelsong op te kuisen door het woord ‘motherfuckers’ te vervangen door ‘brothers and sisters’ en de warenhuisketen Hudson’s weigerde de plaat te verkopen, brak de pleuris uit. De band plaatste een advertentie in het underground tijdschrift Fifth Estate met de tekst “Fuck Hudson’s” en stuurde naar verluid de rekening naar Elektra.

KICK OUT THE JAMS, MOTHERFUCKER! and kick in the door if the store won’t sell you the album on ELEKTRA. FUCK HUDSON’S

De platenmaatschappij had het na deze actie wel gezien en werkte de band door de achterdeur naar buiten.

In ’69 werd John Sinclair opgepakt wegens het bezit van marihuana, waarvoor hij tot 9,5 jaar(!) gevangenisstraf veroordeeld werd. De band brak daarop met de manager, ook al omdat men diens politieke retoriek al een tijdje zat was en de band behoorlijk gedesillusioneerd was geraakt in de counterculture. MC5 produceerde daarna nog twee prima albums waarop de politiek niet helemaal verdwenen was, maar toch een minder belangrijke rol speelde dan op Kick Out the Jams: Sixty-nine America in terminal stasis
The air’s so thick it’s like drowning in molasses
I’m sick and tired of paying these dues
And I’m sick to my guts of the American ruse

In 1972 viel de MC5 uiteen. De platenverkopen vielen tegen, de politie bleef de jongens lastig vallen en de band worstelde met schulden.

Zoals zoveel generatiegenoten worstelde Wayne Kramer met een scala aan verslavingen. Hij raakte in het criminele circuit van Detroit verzeild en werd in 1975 veroordeeld tot 4 jaar gevangenisstraf, o.a. wegens het verkopen van dope aan een undercoveragent. Kramer zou later zeggen dat zijn verblijf in de gevangenis een blessing in disguise was, omdat het hem de kans gaf zijn leven weer op de rails te krijgen.

Na zijn vrijlating in 1979 pakte Kramer zijn muzikale carrière weer op. De MC5 had zich tijdens zijn verblijf in de gevangenis een bijna mythische status verworven onder punks, vergelijkbaar met die van stadgenoten The Stooges, en Wayne bleek tot zijn eigen verbazing inmiddels een cultheld te zijn.

Kramer bleef tot kort voor zijn dood muziek maken, meestal in samenwerking met anderen, waaronder Tom Morello en Alice Cooper. Naar eigen zeggen had hij zelfs materiaal geschreven voor een nieuw album van MC5: “I’ve been thinking it’s been a long time since there’s been any new MC5 music… I’ve been busy writing and recording a new album produced by the great Bob Ezrin. And we’ll take it to the streets ‘cause I feel like we are all MC5.”

Naast muzikant is Kramer ook altijd activist gebleven, al was de gewelddadige, quasirevolutionaire retoriek van 1969 natuurlijk verdwenen. Hij nam deel aan acties en manifestaties tegen de Amerikaanse invasie van Irak en zette zich in het bijzonder in voor hervorming van het (doodzieke) Amerikaanse gevangeniswezen, waar hij zélf natuurlijk de nodige ervaring mee had. Hij bezocht gevangenen en was samen met Tom Morello en Chuck D actief voor de Amerikaanse afdeling van de door Billy Bragg opgerichte organisatie Jail Guitar Doors.

Uitgelichte afbeelding: By Hugh Shirley Candyside – https://www.flickr.com/photos/infinite_monkey/2237695843/in/faves-24788065@N02/, CC BY-SA 2.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=15565642