Onderstaand bericht verscheen eerder op de website van Bart Voorzanger.
Je kunt Von der Dunk terecht verwijten dat hij de PVV demoniseert door die met het nationaal-socialisme te vergelijken, maar dat is de kern van zijn verhaal niet. Het het gaat hier niet om Geert en Adolf, het gaat om ons, om onze bereidheid de principes van onze rechtstaat overheid te houden – ‘Deze keer wel’, vanwege het ‘Dat nooit weer’ waarmee we straks de Bevrijding herdenken.
In mijn vorige stukje betoogde ik dat een vergelijking tussen Wilders en Hitler die niet verder komt dan een ‘Kijk ze vertonen een heleboel overeenkomsten’ nergens goed voor is. Zo’n vergelijking vertelt ons niets dat we voorheen niet al wisten en kan dus nauwelijks een andere bedoeling hebben dan Wilders zwarter te maken dan zijn woorden en daden rechtvaardigen. Dat kun je met enige recht demoniseren noemen.
Ik betoogde dat naar aanleiding van een bijdrage op Joop.nl dat was geschreven naar aanleiding van een lezing die Thomas von der Dunk niet houden mocht. Die lezing is inmiddels wel gehouden, zij het elders dan oorspronkelijk beoogd, en de vraag of Von der Dunk eveneens demoniseert kan nu worden beantwoord.
Ook Von der Dunk ziet overeenkomsten tussen het nationaal-socialistische gedachtengoed en de ideologie van de PVV:
de retrospectieve valse idylle van een zuiver ‘Nederland voor de Nederlanders’, het evidente vijandbeeld, de met haatzaaien jegens minderheden gepaard gaande xenofobie, de gekunstelde zwart-wit-tegenstelling tussen ‘het volk’ en ‘de elite’, een Rousseauiaans idee van een door die elite genegeerde volonté generale, het gebrek aan openbaar intern debat, de hang naar een sterke leider die in direct contact zou staan met het volk en die ook als enige naar buiten het woord voeren mag. …
De PVV bepleit openlijk discriminatie van een deel van de ingezetenen in Nederland op basis van de demonisering van een religie … Ook voert deze partij, haar aanvoerder en enige eigenaar voorop, tamelijk stelselmatig een hetze van verdachtmakingen tegen de rechterlijke macht, … Het voorstel om rechters niet voor het leven te benoemen, maar periodiek te beoordelen op grond van de vraag of ze wel zo streng straffen als het de volksonderbuik belieft, … waarmee de stoelpoten onder de trias politica worden weggezaagd.
Maar in tegenstelling tot de schrijver van het stukje op Joop.nl laat hij het niet bij die constatering. Hij wijst erop dat partijen die de morele verworvenheden van de rechtstaat in de waagschaal stelden, in het verleden door de andere met zorg werden gemeden, terwijl de PVV nu door in elk geval een deel – het regerende deel – van het politieke establishment met kracht als een ‘gewone’ politieke partij wordt gepresenteerd, en noemt dat
… de tweede reden, waarom een vergelijking met het beladen Nederlandse verleden leerzaam is: het snelle verschuiven van normen en waarden onder druk van een agressief populisme, het gemak waarmee door een deel van de maatschappelijke elite uit politiek opportunisme basale uitgangspunten worden opgegeven en dingen aanvaardbaar, ‘normaal’ gevonden worden, die men even eerder nog volstrekt onacceptabel en ondenkbaar had geacht.
Ons land wordt geleid door een premier die de PVV met klem ‘een heel normale partij’ noemt, en die – voeg ik daaraan toe – nog verder gaat: geheel in lijn met de minachting van de PVV voor de rechtstaat laadt hij bijvoorbeeld de verdenking op zich, zich als vertegenwoordiger van de regering te bemoeien met de samenstelling van de volksvertegenwoordiging, een zeer directe inbreuk op de scheiding der machten die zo ongeveer het fundament van onze rechtstaat vormt.
Dat alles herinnert Von der Dunk aan de Tweede Wereldoorlog als periode waarin mensen massaal wegkeken bij het kwaad dat om hen heen geschiedde, zich gewillig schikten in maatregelen die eerst het isoleren en vervolgens het wegvoeren van ‘mindere mensen’ mogelijk maakten, en wegkeken toen dat wegvoeren begon – een beeld dat in de decennia na de oorlog zeer geleidelijk helder werd. Volgens Von der Dunk verwerkten wij dat groeiende inzicht in een weinig heroïsch verleden door de Tweede Wereldoorlog als een soort natuurramp buiten de geschiedenis te plaatsen – een periode waarin het absolute kwaad toesloeg, en die zo abnormaal was dat de vraag of we er iets van kunnen leren absurd wordt: tegen iets unieks kun je je niet wapenen en hoef je je niet te wapenen. Dat wij Nederlanders vijf jaar lang de ogen sloten, mogen we vergeten omdat zoiets zich niet kán herhalen. We hebben de Tweede Wereldoorlog inmiddels als monsterlijk curiosum veilig in een gepantserd glazen kast gezet, en wee degene die hem er uithaalt, afstoft en laat zien dat het gaat om een combinatie van alles behalve unieke processen, dat het gaat om het product van mechanismen die altijd weer toeslaan en waartegen we ons moeten wapenen als we willen voorkomen dat de geschiedenis zich (altijd weer anders, maar toch) herhaalt. (Zeker, ’t zijn mijn woorden, maar zo lees ik Von der Dunk.)
Wat Von der Dunks verhaal belangwekkend maakt is niet de daarin gesignaleerde overeenkomst tussen de PVV en het nationaal-socialisme – dingen lijken te vaak in allerlei opzichten op elkaar om zo’n gelijkenis veelzeggend te maken. Wat zijn verhaal belangwekkend maakt is de schets die hij geeft van de manier waarop wij een gênant verleden verbeelden en verwerken, en de blinde vlekken die wij onszelf daarmee bezorgen. ’t Zijn mede die blinde vlekken die ons toestaan toegevend te zijn tegenover een ideologie die de bijl legt aan de wortels van onze rechtstaat – de scheiding der machten, de onafhankelijkheid van de rechtspraak, de gelijkheid van burgers voor de wet. We doen dat met mooie woorden over een substantieel deel van het electoraat dat we toch niet zomaar mogen negeren of marginaliseren, maar we vragen ons te weinig af of we zowel die kiezers als onszelf met die mooie woorden niet vooral zand in de ogen strooien (en dan zwijg ik nog van de grote kans dat zij dat zand eerder als zodanig herkennen dan wij).
Je kunt Von der Dunk inderdaad verwijten dat hij de PVV demoniseert door die met het nationaal-socialisme te vergelijken, maar dat is de kern van zijn verhaal niet. Het het gaat hier niet om Geert en Adolf, het gaat om ons, om onze bereidheid de principes van onze rechtstaat overheid te houden – ‘Deze keer wel’, vanwege het ‘Dat nooit weer’ waarmee we straks de Bevrijding herdenken.
Helemaal mee eens.
Maa hoe krijgen we dit geland tussen de oren van Henk en Ingrid?
jaap stb Schreef:
Niet; daarom is een cordon sanitaire ook zo’n mooi ding.
@ Laurent:
In Belgie heeft dit gewerkt, maar ik ben bang dat het hier nu te laat voor is. De PVV is al bestempeld als een “normale partij” waar “goede afspraken mee te maken zijn”.
Als de PVV zich niet anders gaat gedragen dan ze tot nu gedaan heeft, kunnen de VVD en het CDA bij de volgende verkiezingen niet gaan zeggen dat ze niet met de PVV samen willen werken.
Henk en Ingrid, in de zin van de zwevende opportunistische kiezers, zullen mogelijk overstappen naar progressiever partijen als ze het slopen van sociale zekerheid en medische voorzieningen voor iedereen zat zijn.
“Ons land wordt geleid door een premier die de PVV met klem ‘een heel normale partij’ noemt,..”
Van begin af aan is dit de grootste monstruositeit dat de VVD in de laatste jaren heeft bedacht. het bezoedelt gewoon onze beschaving. Maar ja, voor winst doen ze alles…werkelijk alles… 😡
@ Sofia van der Linde:
Tegen de tijd dat Henk en Ingrid dat door hebben is NL een dictatuur