Het was eerder pijnlijk dan leuk. Plotseling dook zij op als opperhoofd van de bibliotheek waarvoor ik het afgelopen jaar gewerkt had. Pas achteraf begreep ik dat ik een flinke verantwoordelijkheid had gehad: ik was de enige van het hele conglomeraat aan bibliotheken die titelbeschrijving mocht verrichten. Het vaste personeel was daar niet blij mee. Boven mij gesteld was een vrouw die klaarblijkelijk nieuw was in het leiding geven en ik was om te beginnen haar enige onderdaan. Zij twijfelde aan mijn inzet. Kwaaie koppen tegen elkaar – maar ik ben gebleven. Het deed me tenslotte niets om eigen werk uit de catalogus te verwijderen. Doubletten en opgezegde abonnementen moesten het ontgelden. Jaren eerder had ik exemplaren – een groot deel van de oplage – van mijn meesterwerk “Jullie deugen niet!” in de papiermolen gegooid. Maar daar gaat het nu niet om.
Op zeker moment was de klus waarvoor ik was ingehuurd geklaard en werd ik titelbeschrijver tussen meer collega’s. Er was achterstand in te halen. En intussen kwam daar de manager der managers – een voormalig afdelingsgenote van de Zilverberg. Beetje pijnlijk, want je weet meer van elkaar dan goed is in zo’n situatie. Bijvoorbeeld haar morning after – nee, niet met mij, godverhoede. En meer waarover ik niet zal uitweiden. (Die kennis was wederzijds, dat heb je op zo’n flat).
Ze zou nog wel eens langskomen “om bij te praten” en ik wist dat het niet zou gebeuren. Ze moest er wel verlegen mee zijn dat ze mij binnen niet al te lange tijd mijn congé moest geven. Het afscheid van de vrouw die het had moeten leren was hartelijk, innig zelfs, we hadden wat met elkaar meegemaakt.
Maar een nieuwe Manager der Managers moet natuurlijk Belangrijke Veranderingen invoeren. En dat deed zij. Zij hief de hele bibliotheek op om de zaak voort te stoten in de vaart der volkeren. Mijn werk werd ongedaan gemaakt en ik ga niet zeggen dat, omdat het loon binnen was, het mij niet kon schelen. Of kan schelen. Bibliotheken zijn wat de Boven Ons Gestelden betreft gedoemde instellingen die naar oud papier rieken en beelden oproepen van strenge vrouwen met knotjes die dubbeltjes en kwartjes incasseren voor het te laat terugbrengen. Ja, zo rationeel wordt er naar gekeken. Wie rede of redelijkheid verwacht in dit tijdsgewricht zit er grandioos naast.
Van dichtbij hoor ik het gruwelverhaal van weer zo’n geparachuteerd persoon die het wel eens Allemaal Heel Anders zal maken in de bibliotheek. Met de bibliotheek, weet je bij voorbaat. Het maakt niet uit dat er geen vrouw met knotje geld incasseert, dat is zij zelf zou je kunnen zeggen. Alles moet anders. Weg ermee! Omdat die hotemetoten zich misschien herkennen, al zullen zij Krapuul niet lezen, moet ik het hierbij laten. Ik heb mijn gerechtvaardigd cultuurpessimisme gespuid. Ik dank u voor uw aandacht.
– Uitgelichte afbeelding: De Leeszaal van het British Museum, waar Karl Marx dagelijks zat te studeren. Ik heb het voorrecht gehad er ook een dag papier te mogen snuffelen terwijl intussen majestueus onweer uitbrak boven de koepel. Onvergetelijk. De leeszaal is inmiddels niet meer toegankelijk voor publiek.
Foto door Diliff – Eigen werk, CC BY 2.5, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=564849