Plasterk wil, nu ook de PvdA te maken heeft met het verlies van twee zetels aan Kamerleden die in dit geval onvrijwillig de fractie hebben verlaten, de Kieswet en de Grondwet aanpassen. Een nogal opportunistisch streven, immers ik heb de beste man noch de PvdA nooit eerder gehoord over een gewenste aanpassing.
Maar nu dus wel.
Plasterk suggereert kiezersbedrog.
Er zitten inmiddels vijftien fracties in de Kamer, terwijl er maar elf zijn gekozen. Plasterk wil erover nadenken of dat moet veranderen. “Als iemand niet op eigen kracht een zetel heeft weten te bemachtigen, en dan uit zijn partij stapt, is het maar de vraag of dat wenselijk is; de kiezer heeft dit nooit geweten.”
Maar daarvan is helemaal geen sprake.
Allereerst weet de kiezer dat alle kandidaten die op de kieslijst staan mogelijk een zetel kunnen krijgen in het parlement. Men weet ook dat op het moment dat het kandidaat Kamerlid de zetel aanvaard hij/zij de plicht heeft om onafhankelijk en zonder ruggespraak zijn taak te vervullen, het zgn. vrij mandaat.
Het vrij mandaat draagt er zorg voor dat door partijvorming de staat niet ondermijnd kan worden en stamt uit de 19de eeuw toen men nog heel beducht voor dit soort zaken was. Nu zou je kunnen zeggen dat het er zorg voor draagt dat een partij zich houdt aan de punten waarop zij gekozen is. Wanneer individuele aan een partij gelieerde Kamerleden van mening zijn dat niet of onvoldoende het geval is kunnen zij de partij verlaten en zelfstandig deze punten verdedigen in het Parlement.
Maar Plasterk wil deze veiligheidsklep er dus uit slopen en de staat kwetsbaar maken voor ondermijning.
Thorbecke draait zich om in zijn graf.