Gisteren, 21 maart, was de Internationale Dag tegen Racisme en Discriminatie (officieel: International Day for the Elimination of Racial Discrimination), in 1966 in het leven geroepen door de Verenigde Naties. De achtergrond voor het uitroepen van deze dag was de demonstratie van 21 maart 1960 in Sharpeville, een zwarte township in Oranje Vrijstaat, Zuid-Afrika, waar een vreedzame demonstratie tegen de zogenaamde pasjeswetten — een middel van het apartheidsregime om te bepalen waar zwarte mensen wel en waar ze niet mochten wonen — eindigde in een bloedbad. 69 demonstranten waaronder vrouwen en kinderen werden door de politie doodgeschoten, meestal in de rug omdat ze probeerden te vluchten en in de maanden erna werden tienduizenden mensen opgepakt.
Gisteren vond daarom in Amsterdam de landelijke demonstratie tegen racisme, islamofobie, afrofobie en antisemitisme plaats waaraan zo’n duizend mensen deelnamen. De demonstratie was georganiseerd door het Comité 21 maart en er werd opgeroepen islamofobie als discriminatiegrond te erkennen, racisme tegen moslims te bestrijden en meer aandacht te geven aan het Nederlandse slavernij- en koloniale verleden. Men pleitte voor een actieplan tegen discriminatie op de arbeidsmarkt en in het onderwijs. Ook werd geëist dat de politie stopt met het etnisch profileren en dat er een menswaardig asielbeleid komt. Niet geheel toevallig kwam de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) met het bericht dat er nergens in Europa zoveel wordt gediscrimineerd op de arbeidsmarkt als in Nederland.
Dat laatste is geheel in lijn met het officiële standpunt van de huidige regering. Discriminatie hoort bij ons culturele erfgoed en als nieuwkomer moet je je “invechten”, zo wist premier Rutte vorige week nog net voor de provinciale verkiezingen te vertellen. Daarom was het volgens hem logisch dat je als je Mohammed heet je minder kansen hebt dan wanneer je Jan heet. Discriminatie geldt dus niet alleen voor nieuwkomers, maar ook voor medelanders die de pech hebben geen Jan te heten en een kleurtje te hebben. De overheid kan (en wil) daar niets aan doen, zo wist Rutte te vertellen. De verantwoordelijkheid om daar wat aan te doen ligt volgens hem volledig bij de nieuwkomers en allochtonen zelf. Je moet niet zeuren over het discriminerende karakter van zoiets als Zwarte Piet of het dagelijkse gescheld op moslims, dat hoort er in Nederland nou eenmaal bij.
Op de demonstratie in Amsterdam sprak ook Rachid El Ghazaoui, beter bekend als de rapper Appa, die door ultrarechtse opiniemakers stelselmatig als antisemiet wordt afgeschilderd. En hij is niet de enige. Iedereen die het waagt kritiek op Israël te hebben is een antisemiet en bovendien een fascist en iemand die collaboreert met moslimterroristen, zo is de gangbare opvatting onder die opiniemakers. Daar komt dan nog bovenop dat extreemlinks tegenwoordig ook antisemitisch zou zijn en kortom iedereen die tegen racisme en discriminatie demonstreert een jodenhater en sympathisant van terroristen is. De Telegraaf en hun pulpblaadjes en de bekende hetzeblogjes deden de rest. De Dagelijkse Standaard noemde terloops Barack Obama ook maar een jodenhater; je moet het ijzer smeden als het heet is. Er is weliswaar geen enkel sluitend bewijs dat de demonstranten van gisteren antisemitisch zijn, als je het maar vaak genoeg roept zijn er vanzelf mensen die daarin geloven.
Tot overmaat van ramp postte Tweede Kamerlid Achmed Marcouch een tweet met een oproep te gaan demonstreren, waarop voormalig Hart van Nederland zzp-redacteur Bart Schut en Carel ‘Het verraad van links’ Brendel reageerden en verweten hem samen te werken met “de antisemiet” Appa. Marcouch reageerde daar weer op met een afbeelding van Wilders met vertegenwoordigers van Front National, Lega Nord, FPÖ en Vlaams Belang met het bijschrift “dit zijn de grootste antisemieten! Appa is te onderwijzen, is vooral een grote straatvlegel”. Toen ging opiniërend Nederland pas echt los. Volgens de Telegraaf had Marcouch Wilders een antisemiet genoemd en Wilders reageerde op Twitter met het gebruikelijke “schandelijk” en noemde Marcouch een zieke man. Dat de lachende Wilders inderdaad op de foto stond met vertegenwoordigers van door-en-door antisemitische partijen, dat mag je natuurlijk niet zeggen.
Esther Voet van de Israël-lobbyclub CIDI sprak van een zwarte dag voor de democratie en Schut noemde de demonstranten “nuttige idioten” net als hen die destijds de nazi’s in het zadel hadden geholpen. PvdA-lid en lijstduwer voor de Partij voor de Dieren Eddie Terstall noemde de organisatie van de demonstratie een “extremistische club”. Het was een feest voor PVV-aanhangers en anonieme extreemrechtse trollen van wie zelfs de meest hatelijke opmerkingen werden doorgestuurd door genoemde opiniemakers. Zelfs TV-presentator Humberto Tan, een van de sprekers, moest het ontgelden en werd plompverloren tot antisemiet gebombardeerd, omdat hij het podium had gedeeld met Appa. Over het eigenlijke onderwerp van de manifestatie had niemand het meer. Laat staan over het feit dat Nederland een door en door racistisch land is en dat je als moslim of kleurling met instemming van ‘s-lands grootste politieke partij op de arbeidsmarkt wordt gediscrimineerd. Als je dat zegt, dan ben je namelijk een extremist.