De kap van het laatste deel oerbos in het Hambacherwoud is een jaar uitgesteld. Hier konden de krachten van de democratische rechtsstaat nog (tijdelijk) winnen van de markt. In Sheffield (UK) dreigen bewoners en bomen het onderspit te delven als gevolg van publiek-private samenwerking.
De ontwikkeling om steeds meer overheidstaken uit te besteden aan bedrijven is al jaren gaande. Deze privatiseringstrend wordt over het algemeen als bijzonder positief aangeprezen. Het zou goed zijn voor kwaliteit en kostenbesparing. De theorie zegt dat bedrijven zorgen voor kwaliteit uit concurrentieoverwegingen en voor kostenbesparingen uit winstbejag. Een win-win situatie voor alle partijen. Praktijk wijst echter iets anders uit.
Een opmerkelijk voorbeeld daarvan is te vinden in Sheffield (UK). Sheffield is een groene stad gelegen nabij en deels in een nationaal park (Peak District National Park). Volgens Wikipedia “heeft de stad meer dan 250 parken, bossen en tuinen, en ongeveer 2 miljoen bomen. Daardoor heeft Sheffield van alle Europese steden de meeste bomen per inwoner.”
Op dit moment moeten bijna 6000 bomen geveld worden als gevolg van een onderhoudscontract van de gemeente met een bedrijf genaamd Amey. Dit gemeentelijke “Streets Ahead Scheme” is een contract met een waarde van 2,2 miljard pond voor een periode van 25 jaar.
De inwoners van de stad voeren strijd voor het behoud van de bomen in hun stad. Onder de bomen die moeten verdwijnen zijn veel monumentale bomen die soms wel meer dan 100 jaar oud zijn. Niet omdat ze ziek zijn, maar omdat ze voor barsten in de stoep zorgen. Burgers pleitten tevergeefs voor andere oplossingen. Het contract is onverbiddelijk. De burger staat buitenspel. Geen publieksactie, protest of rechtszaak kan deze massale bomenkap tegenhouden. De gemeente heeft een zelfs een bevel uitgevaardigd om verzet tegen de bomenkap tegen te gaan. Een gevolg daarvan is dat actievoerders door de gemeente gedaagd worden voor de rechter, op beschuldiging van minachting van de raad en overtreding van het bevel.
Een ander bizar gevolg is de kap van 41 bomen die in 1919 werden werden geplant als een levende herinnering aan soldaten die omkwamen in de eerste wereldoorlog. Kosten om deze bomen te behouden zijn volgens de raad niet op te brengen.
George Monbiot legt in een artikel in the Guardian uit hoe dit soort publiek-private contracten democratische inspraak buitenspel zet. Vanwege zakelijke vertrouwelijkheid is informatie over het contract niet openbaar en de overheid als contractpartner dient financiële zekerheid voor het bedrijf te garanderen.
Hij concludeert dat gedurende het neoliberale tijdperk regeringen en bedrijven nieuwe strafrechtelijke en civiele procedures bedacht hebben, om kapitaal te beschermen tegen protest. De overheid die burgers faciliteert, met sterke openbare diensten en robuuste sociale vangnetten, is teruggetreden. De overheid als veiligheidsstaat is uitgebreid om de bedrijfswinsten te beschermen tegen democratie.