De veiligheidstroepen van Myanmar zijn een grootschalig offensief begonnen tegen Rohingya in de westelijke staat Rakhine. Tienduizenden mensen zijn al op de vlucht geslagen voor het geweld.
De Rohingya’s zijn een moslimminderheid die al decennialang zwaar gediscrimineerd worden in het overwegend boeddhistische Myanmar. Het optreden van de veiligheidstroepen is een reactie op overvallen op grensposten waarbij vorige maand negen politiemensen om het leven kwamen. Het is echter niet aangetoond dat de Rohingya hiervoor verantwoordelijk zijn.
Voordat het huidige geweld losbarstte waren al ruim 150 duizend Rohingya voor hun levensonderhoud afhankelijk van humanitaire hulp. Doordat het gebied nu volledig is afgesloten hebben hulporganisaties hun werk moeten staken. De bevolking heeft geen toegang tot medische zorg en de bodem van de voedselvoorraad is in zicht.
Bevolking slaat op de vlucht
Amnesty waarschuwde eind oktober al voor het buitensporig geweld door veiligheidstroepen. Er vonden standrechtelijke executies plaats en huizen en dorpen van Rohingya zijn verwoest. De autoriteiten ontkennen tot op heden dat er in Rakhine mensenrechtenschendingen plaatsvinden, maar laten ook geen onafhankelijke waarnemers toe in het gebied. Inmiddels zijn volgens schattingen van de VN meer dan 15 duizend mensen gevlucht richting Bangladesh.
Vraag het hoofd van de Myanmarese krijgsmacht om de Rohingya-bevolking te beschermen.