Soul, maar het is van huis uit een countrynummer. De genres bijten elkaar veel minder dan boze tongen willen beweren. Ter illustratie wordt het hier gezongen door O.C. Smith, zijn zoon (!) en Johnny Cash in de Johnny Cash Show. De laatste twee coupletten zijn geschrapt. Het is toch al opmerkelijk dat zoonlief meedoet… 1969.
Dit is het origineel, Johnny Darrell, 1967
Oh, the path was deep and wide
From footsteps leading to our cabin
Above the door there burned a scarlet lamp
And late at night a hand would knock
And there would stand a stranger
Yes, I’m the son of Hickory Holler’s tramp
Yeah, the weeds were high, the corn was dry
When daddy took to drinking
Him and Sally Walker, they up and ran away
[in het origineel heet mw. Walker Lucy]
Then Momma shed a silent tear
And promised fourteen children
“I swear you’ll never see a hungry day”
[O.C. Smith zingt: “a holiday”, wat ook klopt maar nogal wat treuriger is]
When Momma sacrificed her pride
The neighbours started talking
But we were much too young
To understand the things they said
All we really cared about
Was Momma’s chicken dumplings
And a goodnight kiss
Before we went to bed
Oh, you know, the path was deep and wide
From footsteps leading to our cabin
Above the door there burned a scarlet lamp
And late at night a hand would knock
And there would stand a stranger
Yes, I’m the son of Hickory Holler’s tramp
When Daddy left and destitution
Came upon our family
Not one neighbour volunteered
To lend a helping hand
So just let ‘em gossip all they want
She loved us, and she raised us
The proof is standing here
A full grown man
Last summer Momma passed away
And left the ones who loved her
Each and every one is
More than grateful for their birth
And each Sunday she receives
A big bouquet of fourteen roses
With a card that reads
‘The Greatest Mom on Earth’
Oh, you know, the path was deep and wide
From footsteps leading to our cabin
Above the door there burned a scarlet lamp
And late at night a hand would knock
And there would stand a stranger
Yes, I’m the son of Hickory Holler’s tramp
Deejay RWB, Ross Brown, die bij Caroline ging werken toen het gevaarlijk werd door de Marine Offences Act, zie gisteren, stortte zich na het bittere einde van het station met Caroline-collega Guy Blackmore (alias Jim Gordon) op het pluggerdom. Hij kon gebruik maken van het contact met weer een andere ex-Caroline-deejay, Peter James, die intussen producer bij de BBC was. Met ongebruikelijk succes: dit werd een nr.2-hit in het Verenigd Koninkrijk, waarschijnlijk geholpen door de (Northern) Soul-golf in de opkomende clubscene. Normaalgesproken zou deze tekst reden zijn geweest de plaat niet te draaien. Hier wordt hij op de BBC aangekondigd door weer een andere zeezender-coryfee, Mike Raven, de enige R&B-ambassadeur die doormocht aan land vooralsnog. (“The oldest living teenager in captivity”).
Ross en Guy hebben geen cent gezien voor hun plugwerk. Maar we danken hun voor het bekend zijn van deze versie, reden deze countrysong volkomen terecht als soul te presenteren.
O.C. Smith, 1968
Pingback: (Northern) Soulklassieker du jour: Soul serenade | Krapuul
Pingback: Countryklassieker du jour: The green green grass of home | Krapuul
Pingback: Doing fine on Cloud Nine: nrs. 50-46 | Krapuul