1. We willen de liefde voor het gevaar bezingen, de gewoonte van energie en onvervaardheid.
2. Moed, onbeschaamdheid en opstand zullen essentiële onderdelen zijn van onze poëzie.
3. Tot nu toe heeft de literatuur een zwaarmoedige onbeweeglijkheid, extase en slaap opgehemeld. Wij zijn van plan agressief handelen, koortsachtige slapeloosheid, de inspanning van de racer, de dodelijke sprong, de stomp en de slag op te hemelen.
4. Wij bevestigen dat de schoonheid van de wereld verrijkt is met een nieuwe schoonheid: de schoonheid van de snelheid. Een racewagen waarvan de kap versierd is met grote pijpen, als slangen met explosieve adem – een brullende auto die op schroot lijkt te rijden is mooier dan de Nike van Samothrake.
5. Wij willen de man aan het stuur bezingen, die de lans van zijn geest langs de aarde slingert, langs de kring van zijn baan.
6. De dichter moet zich overgeven aan vuur, schittering en opoffering, om de enthousiaste hitte van de oerelementen op te voeren.
7. Behalve in strijd is er geen schoonheid meer. Geen werk zonder agressief karakter kan een meesterwerk zijn. Poëzie moet ontwikkeld worden als een gewelddadige aanval op onbekende krachten, om ze te temmen en voor de man neer te leggen.
8. We staan op het laatste voorgebergte van de eeuwen! Waarom zouden wij omkijken, als alles wat wij willen het inbeuken van de mysterieuze deuren van het Onmogelijke is? Tijd en Ruimte zijn gisteren gestorven. We leven al in het absolute, want we hebben eeuwige altijddurende snelheid geschapen.
9. Wij zullen de oorlog verheerlijken – de enige hygiëne van de wereld. Militarisme, patriottisme, het verwoestende gebaar van vrijheidsbrengers, mooie ideeën waarvoor men moet willen sterven, en minachting voor de vrouw.
10. Wij zullen de musea, bibliotheken, alle soorten academies verwoesten, we zullen het moralisme bestrijden, het feminisme en iedere opportunistische of utilitaristische lafheid.
11. Wij zullen van grote menigten zingen die opgewonden zijn van arbeid, van plezier, en van relschoppen; wij zullen de veelkleurige, polyfone golven van revolutie in de moderne hoofdsteden bezingen; wij zullen het vibrerende nachtelijk vuur bezingen van arsenalen en scheepswerven die schitteren door gewelddadige elektrische manen; hebzuchtige treinstations die slangen met rookpluimen verslinden; fabrieken die aan wolken hangen van de kronkellijnen van hun rook; bruggen die de rivieren als gigantische gymnasten trotseren, oplichtend in de zon met een glans van messen; avontuurlijke stoomboten die hun neus ophalen aan de horizon; locomotieven met diepe borstkassen waarvan de wielen aan de sporen krabben als de hoeven van enorme stalen rossen ingetoomd door buizen; en de zachtglanzende vlucht van vliegtuigen waarvan de propellers als vlaggen in de wind wapperen en die als een enthousiaste menigte lijken te juichen.
– Dit, beste mensen, is de kern van het Futuristisch Manifest van Filippo Tomasso Marinetti, een van de oerdocumenten van het fascisme, verschenen in 1909. Een steeds waanzinniger lofzang op snelheid om de snelheid, heldhaftigheid van niks, vrouwenhaat, verwoesting.
Hedendaagse fascisten zullen zich er niet zomaar op durven beroepen, hoewel ook op dit punt de verhoudingen kunnen verschuiven.
Maar lees er de kern uit, de lofzang op de snelheid. “Beleid” dat met een snelheid ontwikkeld wordt die bedoeld is de objecten ademloos te laten.
En hiertegenover de schoonheid van de massa in de realiteit: de mobilisatie bij de internationale vliegvelden van de VS, waaruit (op het oor) dominante vrouwenstemmen scanderen dat ze geen haat, geen witte superioriteit en geen fascisme tolereren.
Tegenover “hun” snelheid moet die van “ons” staan.