Saudi-Arabië: gespecialiseerde rechtbank is politiek middel om critici te muilkorven

De Saudische autoriteiten gebruiken een antiterrorisme-rechtbank, de Specialized Criminal Court (SCC), als wapen om andersdenkenden tot zwijgen te brengen. Dat blijkt uit het vandaag gepubliceerde Amnesty-rapport ‘Muzzling critical voices: Politicized trials before Saudi Arabia’s Specialized Criminal Court’.

Terwijl Saudi-Arabië publiekelijk claimt te hervormen, toont het rapport van Amnesty de gevolgen van de SCC voor mensenrechtenverdedigers, schrijvers, economen, journalisten, geestelijken, hervormers en politieke activisten, onder wie leden van de sjiitische minderheid, die door de SCC na uiterst oneerlijke processen zware straffen kregen opgelegd. De vonnissen, waaronder de doodstraf, werden uitgesproken op basis van vage wetten tegen terrorisme en cybercriminaliteit.

Het hele gerechtelijke proces van de SCC kenmerkt zich door mensenrechtenschendingen, van het weigeren van toegang tot een advocaat en incommunicado-detentie tot veroordelingen die uitsluitend zijn gebaseerd op zogenaamde ‘bekentenissen’ die door marteling zijn verkregen. Vrijwel alle critici in Saudi-Arabië, onder wie mensenrechtenactivisten, schrijvers en geestelijken, zitten na veroordeling door de SCC en andere rechtbanken lange gevangenisstraffen uit.

Het rapport is gebaseerd op onderzoek van gerechtelijke documenten, verklaringen van de overheid en interviews met activisten, advocaten en naasten van de vervolgden.

Aanhoudende onderdrukking

Uit het rapport blijkt eens te meer dat het imago van hervormer, dat Saudi-Arabië probeert ten toon te spreiden, een leugen is. Het laat zien hoe de overheid een rechtbank als de SCC gebruikt als een instrument van repressie.

Hoewel er de afgelopen jaren enkele positieve hervormingen zijn doorgevoerd, met name met betrekking tot de rechten van vrouwen, gaat de onderdrukking onverminderd verder. De SCC is in oktober 2008 opgericht om terreurverdachten te berechten. Sinds 2011 wordt het systematisch gebruikt om personen te vervolgen vanwege vage aanklachten waarmee vreedzame politieke activiteiten gelijkgesteld worden met aan terrorisme gerelateerde misdrijven. In de antiterreurwet zijn ‘terrorisme’ en ’terroristische misdaden’ vaag en breed geformuleerd en zijn bepalingen opgenomen die vreedzame meningsuiting strafbaar stellen.

Gebrekkige Nederlandse inzet

Amnesty vraagt de Nederlandse overheid al jaren om zich duidelijk uit te spreken tegen de oneerlijke rechtsgang in Saudi-Arabië. De afgelopen jaren heeft Nederland zich meermaals verscholen achter argumenten dat ‘rechtszaken niet openbaar zijn’ of dat de ‘rechtsgang conform lokaal recht geschiedt’, terwijl het buiten kijf staat dat de rechtsgang bij de SCC inherent oneerlijk is. Op dit moment lopen er nog twee rechtszaken bij de SCC tegen personen die vastzitten vanwege het vreedzaam uitoefenen van hun recht op vrijheid van meningsuiting: de zaak tegen geestelijke Salman al-Awda en mensenrechtenverdediger Mohammed al-Otaibi. Nederland noch de EU hebben in deze zaken opgeroepen tot een eerlijk proces, laat staan dat er is opgeroepen tot vrijlating van deze gewetensgevangenen.

Zeer oneerlijke processen

Amnesty heeft acht SCC-processen gevolgd tegen 68 sjiitische verdachten, onder wie personen die terechtstonden voor misdaden die zij als minderjarigen begaan zouden hebben. De meerderheid werd vervolgd voor hun deelname aan anti-regeringsprotesten. Amnesty volgde ook de processen tegen 27 mensen die werden vervolgd vanwege hun vreedzame mensenrechtenactivisme. In alle gevallen concludeerde de organisatie dat de onderzoeken uiterst oneerlijk waren. Alle gedaagden die door Amnesty zijn onderzocht, kregen geen toegang tot een advocaat na hun arrestatie en tijdens hun ondervraging. Verdachten werden veroordeeld op basis van vage beschuldigingen die vreedzame oppositie strafbaar stellen als ‘terrorisme’. In veel gevallen werd de doodstraf opgelegd na vage beschuldigingen en op basis van door marteling verkregen ‘bekentenissen’. Ten minste twintig sjiitische moslims die door de SCC zijn berecht, zijn ter dood veroordeeld op basis van dergelijke ‘bekentenissen’. Van hen zijn er zeventien inmiddels geëxecuteerd, sommigen tijdens massaexecuties.

De meest voorkomende beschuldigingen zijn ‘ongehoorzaamheid aan de leider’, ‘het in twijfel trekken van de integriteit van ambtenaren en het gerechtelijk apparaat’, ‘het aanzetten tot oproer door op te roepen tot demonstraties’ en ‘het vormen van een organisatie zonder vergunning’. Alle feiten waarvan de verdachten worden beschuldigd worden beschermd door het recht op vrijheid van meningsuiting, vergadering en vereniging.

Winnaars Nederlandse Geuzenpenning

Onder de door de SCC veroordeelden bevinden zich ook de oprichters van onafhankelijke mensenrechtenorganisaties die de autoriteiten in 2013 hebben gesloten. Zo zijn alle elf oprichters van de Saudi Civil and Political Rights Association (ACPRA) de afgelopen jaren veroordeeld voor hun mensenrechtenwerk. Mohammad al-Otaibi, een van de oprichters van Unie voor de Rechten van de Mens, kreeg 14 jaar gevangenisstraf op beschuldiging van het vormen van een onafhankelijke mensenrechtenorganisatie. Tegen hem zijn nieuwe aanklachten ingediend, omdat hij contact had met internationale organisaties en omdat hij geprobeerd heeft politiek asiel aan te vragen. Op 13 maart krijgen de leden van APCRA in Vlaardingen in absentie de Nederlandse Geuzenpenning vanwege hun inzet voor de mensenrechten.

Ingrijpende hervormingen zijn nodig

Amnesty International roept de Saudische autoriteiten op tot de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van alle mensenrechtenactivisten die vastzitten omdat ze op vreedzame wijze gebruik hebben gemaakt van het recht op vrije meningsuiting.

Bovendien roept Amnesty op tot een grondige hervorming van de SCC om ervoor te zorgen dat het eerlijke processen kan voeren en de verdachten kan beschermen tegen willekeurige detentie, marteling en andere vormen van mishandeling. Er moet ook een onafhankelijk onderzoek komen naar beschuldigingen van foltering of andere mishandeling in hechtenis en alle slachtoffers van foltering en andere mensenrechtenschendingen door overheidsfunctionarissen of degenen die namens hen handelen moeten een volledige schadevergoeding krijgen.

In maart en september 2019 heeft de VN-Mensenrechtenraad een verklaring over Saudi-Arabië aangenomen waarin voorwaarden worden gesteld en op ingrijpende hervormingen wordt aangedrongen. Aan geen van deze voorwaarden is voldaan. De leden van de Raad moeten voor een permanent toezicht zorgen door de instelling van een monitoring- en rapportagemechanisme met betrekking tot de mensenrechten in Saudi-Arabië.

-Persbericht van Amnesty