De Nederlandse staat heeft zijn pakket aandelen in Air France-KLM vergroot. Het motief van Rutte III daarvoor is het belang van Schiphol voor de Nederlandse economie, waarbij de KLM-poot van de fusieclub er voor veel mondiale luchtvaartverbindingen zorgt. Schiphol is een zogeheten hub, een van ’s werelds knooppunten in het vliegverkeer. Eventueel verlies van die hubfunctie kan een verminderde economische activiteit en een daling van het aantal banen op Schiphol teweegbrengen.
In meerderheid juichen Nederlandse organisaties de stap toe. Vanzelfsprekend steunen de vakbonden Mark Rutte want hij probeert werkgelegenheid in Nederland te behouden. Ook de Nederlandse werkgeversorganisaties zijn blij dat voor de vele luchtvaartverbindingen op Schiphol wordt gestreden. Dientengevolge zal hij in politiek Den Haag geen kritiek ondervinden.
Ofschoon de vlag uitgaat voor het vechten voor het ‘Nederlands belang’, getuigt de zet van Rutte van ironie. Hij zegt een kampioen van het marktdenken te zijn, waarin de staat zich verre houdt van direct ingrijpen in de markt. Karakteristiek in dit verband is zijn vaak geventileerde opvatting over een kleine overheid. Met het vergroten van het aandelenpakket verloochent hij echter zijn verkondigde principe. Maar soit, wellicht is zijn enige principe dat hij geen principes heeft. Waar het uiteindelijk op neerkomt is dat hij zijn uitgedragen credo over marktdenken ondermijnt. Zijn we toch weer door hem gefopt.