Dit is ter promotie van een brochure, “Martin Bosma, Te Licht Bevonden”, die door Ronald Havenaar geschreven is en wordt aangeboden door uitgeverij Van Oorschot ter gelegenheid van de verkiezingen voor de Provinciale Staten op 2 maart 2011.
U kunt “Martin Bosma, Te Licht Bevonden” online lezen.
Hieronder een greep uit de brochure.
Beuken
Martin Bosma geeft in zijn boek uiting aan zijn diepe afkeer van Nieuw Links, de beweging die volgens hem de oude sociaaldemocratie kapot heeft gemaakt. Maar deze groepering van links-radicale jongeren lanceerde eind jaren ’60 het idee dat de PvdA zich moest omvormen tot een ‘actiepartij’ die de verlangens van haar aanhang direct omzette in maatschappelijk protest. Zo’n soort beweging moet de PVV volgens Bosma ook zijn. Hij wijst de kritiek van de hand dat zijn partij geen leden kent. Een dergelijke structuur, met zijn eindeloze interne discussies over programma’s, leidt volgens hem tot een ‘verstoring van de democratie’.
Zakelijkheid
Bosma plaatst zichzelf in de traditie van de oude sociaaldemocratie, de PvdA van vóór de jaren ’60. Hij beroept zich in zijn tirade tegen het multiculturalisme op de opvattingen van Drees Sr. en Drees Jr., maar toch vooral op het werk van Jacques de Kadt. De titel van zijn boek is ontleend aan een passage uit ‘Het fascisme en de nieuwe vrijheid’, dat De Kadt in 1939 schreef. Meer nog gaat de waardering van Bosma uit naar ‘De politiek der gematigden’, het laatste boek van De Kadt, verschenen in 1972.
De vraag is hoe goed Bosma deze werken heeft gelezen. ‘De politiek der gematigden’ is een livre d’humeur tegen de ’68-generatie, maar dan wel tegen juist die radicale babyboomidealen die Bosma overneemt: de directe democratie, de actiepartij, het idee dat de spontane wil van het volk richtinggevend moet zijn.
Extreem Links
Zakelijkheid, kennis en inzicht: dat zijn precies de elementen die in het boek van Martin Bosma afwezig zijn. Terecht noemt hij zichzelf een ‘zendeling’. Hij is een man van de dogmatiek en de missiedrang. Dat blijkt om te beginnen uit zijn omgang met de geschiedenis. Zo doet hij een stijfkoppige poging om te bewijzen dat Hitler extreem links was. Hij verzet zich tegen de typering van deze politicus als ‘rechts-extremistisch’ of ‘extreem rechts’: volgens hem een babyboomuitvinding die de bedoeling heeft alle rechtse groeperingen in de foute hoek te plaatsen door ze met Hitler te associëren.
Bosma weet kennelijk niet – omdat hij daarin niet is geïnteresseerd – dat tal van serieuze geschiedschrijvers, die in hun opvattingen geenszins kinderen van ’68 zijn, de termen ‘rechtsradicalisme’ en ‘rechtsextremisme’ met goede redenen als verzamelnaam voor fascisme en nationaal-socialisme gebruiken. De reden waarom zij dit doen is dat deze bewegingen de waarden van de Verlichting en de Franse Revolutie, vrijheid en gelijkheid, resoluut verwierpen en de rationaliteit als uitgangspunt van de maatschappelijke organisatie wilden vervangen door strijdlust en geweldsverheerlijking.
Dit laatste aspect wordt niet alleen breed uitgemeten in de historiografie, maar is ook al terug te vinden in ‘Het fascisme en de nieuwe vrijheid’ (1939). In het door Bosma kennelijk niet (goed) gelezen hoofdstuk ‘Hitler, of de triomf van het kazernisme’ schrijft De Kadt dat fascisme en nationaal-socialisme een romantisch en nationaal protest zijn van ‘de vitale instincten tegen de rede’.
“Martin Bosma, Te Licht Bevonden” is een brochure van 9 pagina’s.
“mene mene tekel upharsin” om het eens in bijbelse termen te zeggen
Martin Bosma, voor arbeiders verklaard:
http://www.depers.nl/binnenland/546550/Bosma-voor-arbeiders-verklaard.html
http://www.vn.nl/Archief/Politiek/Artikel-Politiek/Bosma-versus-Havenaar.htm