De Nederlandse regering beraadt zich over een verzoek van de Verenigde Staten om bij te dragen aan de bombardementen op Syrië. Hierdoor dreigt Nederland opnieuw betrokken te raken bij een oorlog die niets oplost. In plaats daarvan vergroten de bommen de ellende voor de Syrische bevolking alleen maar.
We weten uit het verleden dat bommen niets oplossen. De militaire interventies in Afghanistan, Irak en Libië hebben niets opgelost. Zoals toen al werd voorspeld door anti-oorlogsactivisten zijn de bommen alleen maar olie op het vuur geweest. In Afghanistan hebben de Taliban grote delen van het land onder controle, terwijl in de rest van het land corruptie en geweld aan de orde van de dag zijn. Islamitische Staat (Daesh) is een rechtstreeks gevolg van de ravage die de inval in Irak heeft veroorzaakt. Libië wordt verscheurd door een burgeroorlog.
Anderhalf jaar bombarderen in Syrië heeft nauwelijks resultaat gehad. De Verenigde Staten en haar Arabische bondgenoten bombarderen Daesh al vanaf september 2014. Sindsdien zijn ook Turkije, Rusland en Frankrijk gaan bombarderen. Wie denkt dat een paar Nederlandse F-16’s gaan slagen waar al deze staten hebben gefaald doet aan wensdenken.
Luchtaanvallen versterken Daesh. Dat de bombardementen nauwelijks effect hebben, komt onder andere doordat Daesh in staat is de verliezen aan te vullen met nieuwe recruten. Door de luchtaanvallen kan Daesh zichzelf profileren als dé organisatie die zich verzet tegen het westen, terwijl de aandacht wordt afgeleid van de problemen in de gebieden die Daesh controleert. Er is geen betere propaganda voor Daesh dan luchtaanvallen waarbij veel onschuldige slachtoffers vallen.
Nederland wordt opnieuw een oorlog in gerommeld. Dat de luchtaanvallen Daesh niet zullen verdrijven, wordt ook onderkend door de voorstanders van bombardementen. Wanneer de resultaten uitblijven zal de druk om ook grondtroepen in te zetten toenemen. Daarmee dragen bombardementen niet bij aan een oplossing van het conflict, maar kunnen ze juist leiden tot verdere escalatie.
De tegengestelde belangen vormen een groot risico. Het is bijzonder druk in het Syrische luchtruim. Het gevaar op botsingen neemt daardoor toe, zeker gezien de dubbele agenda’s. Dat Turkije onlangs een Russisch vliegtuig neerschoot onderstreept dit gevaar nog eens. Door deel te nemen aan de bombardementen loopt Nederland het gevaar betrokken te raken bij dergelijke conflicten.
De bommen betekenen nog meer ellende voor de Syrische bevolking. De Syriërs lijden al jaren onder een burgeroorlog waarvan het einde nog lang niet in zicht is. Luchtaanvallen zullen de ravage in Syrië alleen maar vergroten. De interventies in Irak en Afghanistan hebben laten zien dat ‘precisiebombardementen’ niet mogelijk zijn. Vanwege de ravage die ze aanrichten, zullen de bommen bovendien als een boemerang terugkomen.
Er zijn geen makkelijke oplossingen voor het verschrikkelijke conflict in Syrië. Maar de Nederlandse regering dreigt nu olie op het vuur te gooien omdat ze niet weet hoe de brand geblust moet worden. In plaats daarvan kan Nederland zich beter richten op hulp aan de slachtoffers van het geweld in Syrië en Irak en de wapenhandel met autoritaire regimes in het Midden-Oosten beëindigen.
- Geen Nederlandse deelname aan de bombardementen op Syrië
- Beëindiging van de Nederlandse betrokkenheid bij de bombardementen op Irak
- Stop de wapenhandel met autoritaire regimes in het Midden-Oosten
- Help de vluchtelingen uit Syrië en Irak