De meerderheid in zowel het Huis als de Senaat hebben, jaren de tijd hebben om een alternatief op te stellen en blijken dat dan gewoon niet gedaan te hebben: de Republikeinen kunnen dat, met een van de grootste speerpunten van hun verkiezingscampagne, en na jaren van hysterisch gekrijs over Obamacare en tientallen moties tot terugtrekking ervan. Twee extra senatoren hebben nu aangekondigd niet voor het huidige voorstel te zullen stemmen.
Het is een vernedering van epische proporties en een enorm probleem, want een ander speerpunt, drastische belastingverlagingen als cadeautje aan het rijke deel van de Republikeinse aanhang, hangt af van de afschaffing van Obamacare.
Daar knelt het voor een deel, want senator Moran zegt bijvoorbeeld dat het huidige voorstel niet genoeg snijdt in belastingen met betrekking tot de huidige zorgwet. Senator Rand Paul vindt de wet kort gezegd nog niet asociaal genoeg, maar andere bezwaren zijn juist weer dat zelfs een Republikeinse senator het niet durft te verkopen aan de kiezers dat reeds aanwezige aandoeningen van mensen hun premies zouden opjagen, of dat Medicaid, medische hulp voor ouderen en mensen met lage inkomens (grotendeels) afgeschaft zouden worden.
Trump zelf, die maanden geleden beweerde dat niemand had kunnen weten dat gezondheidszorg zo ingewikkeld zou zijn, stelt nu voor Obamacare maar alvast in te trekken en dan pas geleidelijk een nieuw systeem in te voeren. Dat heeft echter het risico dat tientallen miljoenen zonder verzekering komen te zitten.
Alhoewel niet perfect, blijkt Obamacare dus wel degelijk in een hoop zaken te voorzien die ook de Republikeinen niet zonder electoraal risico zomaar kunnen intrekken, en hun geschreeuw van de afgelopen jaren blijkt grotendeels holle retoriek geweest te zijn.