Omdat uw auto daar stond: de berichtgeving over G20

De precieze bewoordingen, kortom een citaat, ga ik niet opzoeken. Het ging om de teneur. Plotseling was De Volkskrant de krant van gelijkgeschakeld rechts geworden. En nee, dat was niet in de Wilders- of Baudettijd (nu is het allang duidelijk), ook niet bij de opkomst van Fortuijn – het was in de dagen van de manifestaties van de andersglobalistische beweging.

De conferenties van Grote Machten waren rond sinds midden jaren negentig. Waarom het fenomeen toen opkwam zou ik eigenlijk niet kunnen zeggen. Waarom die lui geen teleconferenties kunnen houden, maar er een gesloten en tegelijk openbaar machtsvertoon aan moeten verbinden is mij niet duidelijk. Misschien hangt het fenomeen zelf samen met de kapitalistische egalisering van de wereld, die sinds 1989 vorm heeft gekregen. Er was nog even gedoe rond de rol van Rusland maar tenslotte mocht dit als een van de Grote meedoen. Tja, waarom het in oppervlakte grootste land en de andere grote kernmogendheid zou worden uitgesloten was niet duidelijk. Wellicht moest Rusland onder de dociele dronkenlap Jeltsin (in de dagen van Trump plotseling een helder een serieus staatsman, achteraf) het Lesje geleerd worden, dat ze de Koude Oorlog hadden verloren. Want dat was een van de grote verhalen in de tijd waarin Grote Verhalen plotseling taboe waren. Ook geen Groot Verhaal was de Globalisering die met allerlei vrijhandelsverdragen onderstreept moest worden. Dat was gewoon een Logische Ontwikkeling van de Markteconomie, dat moest men begrijpen.

En wie dat niet begreep, en zo’n conferentie aangreep om ongenoegen en een blik op een mogelijk andere wereld kon plotseling rekenen op een kwalificatie als achterblijver, marktonconforme, nationalistisch relict. Boze boer(inn)en uit Azië, Afrika, Latijns-Amerika, milieuorganisaties, bestrijders van armoede over de gehele wereld: zij wisten niet hoe goed die conferenties voor hen allen waren.
En als er een ruit of een bushokje sneuvelde dankzij optreden van heetgebakerde demonstranten, dan was dat het nieuws. Vooral in Seattle 1999 en Genua 2001 viel er op dat punt veel te vermelden. In laatstgenoemde stad werd zelfs een demonstrant doodgeschoten, Carlo Giuliani.
Hier manifesteerde zich de breuk in de gangbare openbaarheid, waar ik in het begin over schreef. De Volkskrant was nog niet zo lang daarvoor altijd tamelijk vriendelijk over “activisten” – hetgeen waarschijnlijk nog een gevolg was aan de binding met de vakbeweging van die krant. In de tijd van het tophoppen, zoals het organiseren van de demonstraties rond de Groten heette, onder andere, vond de grote scheiding der geesten pas echt plaats. De internationalisten die manifesteerden bij die topconferenties werden afgeschilderd als bekrompen nationalisten, “antiglobalisten”.
En toen kwam 11 september 2001. De wind was op slag uit de zeilen voor een groeiende beweging voor de Mogelijk Andere Wereld. Grootschalige demonstraties konden gemakkelijk als vorm van terrorisme aangemerkt worden.

We zijn weer verder, zestien jaar, een hele nieuwe generatie kan aansluiten bij of overnemen wat in 2001 gebroken leek. Bekrompen nationalisme is niet meer iets waar men schamper over doet, maar verdient integendeel aanbeveling. Het verhaal moet weer veranderd.
Gelukkig voor de commerciële media, waar de Nederlandse “publieke omroep” met zijn STER uiteraard ook bij hoort, zijn er in Hamburg winkelruiten gesneuveld, en zelfs auto’s in brand gestoken. Net als destijds in 2001 Genua of eerder voel ik er niet veel voor daar heel uitdrukkelijk afstand van te nemen, als dit in de berichtgeving zo duidelijk de hoofdmoot is.
Wat er al dan niet besloten is op die conferentie in Hamburg, behalve dan dat de lievelingsdochter van Trump zijn rol maar even moest overnemen, we hoeven het niet te weten. Ziet u, daarom voel ik niet veel voor meehuilen over die auto’s of die winkelruiten, al zal ik in klein comité dit geweld als volstrekt zinloos afwijzen, dat wel.