De Nederlandse overheid ondersteunt initiatieven vanuit Nederlandse bedrijven om zaken te doen met Oekraïne. Juist nu is investeren in de Oekraïense economie en samenwerking met Oekraïense bedrijven belangrijk. Via deze pagina informeren wij u over de mogelijkheden. Aldus de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft inmiddels met een conferentie op 22 oktober 2022 de daad bij het woord gevoegd: De Russische oorlog richt veel schade aan in Oekraïne. Nu en na de oorlog is er veel behoefte aan financiële hulp, kennis en expertise voor het herstel en de wederopbouw van het land. Nederlandse bedrijven, denktanks en het maatschappelijk middenveld kunnen en willen hier een bijdrage aan leveren. Daarom heeft minister Schreinemacher het initiatief genomen tot de conferentie over het herstel van de schade in Oekraïne en het proces van wederopbouw dat daarop volgt. De behoeften van de Oekraïense maatschappij staan daarin centraal.
Miljarden
Goeie zaak! Zou je zeggen. Oekraïne helpen. En daar zo mogelijk voor het Nederlandse bedrijfsleven een centje, misschien wel een paar miljard centjes, aan overhouden. De oorlogsschade van de Oekraïne werd in juni al geschat op 600 miljard euro. Dus, daar valt wat op te knappen. En te verdienen. Goeie zaak!
Maar ook complete waanzin. Terwijl hier de koppen bij elkaar worden gestoken voor hulp en zelfhulp dreunen de Oekraïense steden bij de explosies van Russische drones en raketten. De vernieling en vernietiging gaan onverminderd door. Flatgebouwen, energiecentrales, waterleidingbedrijven blijken geliefde doelwitten. Dagelijks sneuvelen ongeveer honderd Oekraïense soldaten en sterven tientallen ongewapende burgers.
No-fly-zone
De waanzin kán gestopt worden. Het blijkt echter dat Oekraïne daar alleen niet toe in staat is. Al in maart riep ik in twee columns bij Konfrontatie op tot een ‘no-fly-zone’. Russische bommenwerpers, drones en raketten boven Oekraïne uit de lucht schieten.
Waarom niet? Zelensky en zijn regering zullen het verwelkomen. En het is hún grondgebied en hún luchtruim waar de Russische projectielen ongevraagd doorheen suizen en ontploffen. Ik zou daar nu aan willen toevoegen dat het ook wenselijk is de graantransporten te verdedigen. De territoriale wateren aan de kust zijn Oekraïens en de vaarroutes in de Zwarte Zee zijn van niemand, dus óók niet van Rusland. En het kán.
In maart citeerde ik de generaal bij de luchtmacht Frans Osinga, tevens hoogleraar Oorlogswetenschap aan de Universiteit van Leiden. Zou de NAVO in staat zijn om van enige betekenis te zijn? Dit is wat commodore Osinga in ”Op1” zei op 21 maart jongstleden, zonder énige aarzeling: Ja, wij kunnen de burgers beschermen, maar de politieke wil ontbreekt.
Ondertussen roepen alle westerse leiders in koor dat de Oekraïners strijden voor ‘onze vrijheid en democratie – voor onze westerse waarden’.
Nou valt daar zeker wel wat op af te dingen. Zo geweldig en schandevrij is het Westen ook weer niet. Maar als ze een beetje menen wat ze roepen, dan mogen ze wel wat meer doen dan de wapenhulp waarmee Oekraïne zijn burgers en infrastructuur onvoldoende kan beschermen. Zet de NAVO-strijdkrachten in voor deze defensieve taak. Dan doen ze eindelijk wat nuttigs. Poetin heeft helemaal niets te vertellen over andere landen. Die les moet hem worden geleerd. Het is de hoogste tijd dat duidelijk te maken door Oekraïne daadwerkelijk en daadkrachtig te omarmen. En niet alleen als een nieuwe kans op winstmaximalisatie.
– door Rob Lubbersen, oorspronkelijk verschenen bij Solidariteit