Er gaat bijna geen dag voorbij zonder dat het begrip ‘antisemitisme’ voorbij komt, in de meest uiteenlopende contexten en voorzien van de meest uiteenlopende betekenissen. Vast pandoer is de bewering dat de Syrische vluchtelingen die sinds een aantal jaren in ons land asiel hebben aangevraagd, allemaal antisemitisch zijn geïndoctrineerd. Als zodanig zouden zij een gevaar vormen voor de Joden in Nederland. Maar is dit zo?
Op 17 mei vindt de officiële presentatie plaats van het onderzoeksrapport Antisemitism and Immigration in Western Europe Today: is there a connection? Findings and recommentations from a five-nation study. Deze studie werd in vijf landen verricht, in opdracht van de Berlijnse Stichting Erinnerung Verantwortung Zukunft. Wetenschappers deden onderzoek in vijf West-Europese landen: België, Duitsland, Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk.
Leo Lucassen, hoogleraar sociale geschiedenis en migratiestudies in Leiden en onderzoeksdirecteur van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, onderzocht samen met turkologe en antisemitisme-onderzoeker Annemarike Stremmelaar de situatie in Nederland. Hun bevindingen zijn zeer de moeite waard, maar hun rapport lijdt helaas ook aan het euvel dat het niet geschreven is voor enkel de Nederlandse lezer, maar voor de Europese lezer. En van deze Europese lezer kan niet worden verwacht dat hij weet hoe onze maatschappij in elkaar zit, met onze ingewikkelde en elkaar overlappende migratiegeschiedenissen en diverse beleidsmaatregelen om migranten te rubriceren en vervolgens te integreren. Er wordt kortom veel achtergrondinformatie gegeven die voor sommige Nederlandse lezers al lang en breed bekend is.
Kernvraag die aan alle onderzoekers in de vijf onderzochte landen werd gesteld, was: heeft de aankomst van vluchtelingen vanaf 2011 het aantal antisemitische incidenten en de ernst van die incidenten beïnvloed? Voor Nederland is het antwoord in elk geval: nee. Dit wil niet zeggen dat er geen antisemitisme in Nederland bestaat of heeft bestaan, of dat antisemitische incidenten zomaar gebeuren, in het luchtledige, en dat er niets te zeggen is over mogelijke overeenkomsten tussen de plegers.
Nederland is volgens internationaal onderzoek dat de beide auteurs aanhalen, geen antisemitisch land. In vergelijking met andere landen in Europa leeft het antisemitisme amper. Voor zover Nederlanders (van diverse achtergrond) negatieve gevoelens over Joden koesteren, hebben deze te maken met de relatie die zij leggen tussen Joden en Israël, de vermeende loyaliteit van Joden met Israël en de verantwoordelijkheid die Joden in Nederland zouden hebben voor wat Israël doet.
Lucassen en Stremmelaar werken deze centrale stelling heel nauwgezet uit. Zij leggen het begin van de groei van het hedendaagse antisemitisme in 1999, aan de vooravond van de Tweede Intifada. De gebeurtenissen in Israël/Palestina in die tijd zorgen voor nieuwe deelnemers aan het debat: de (klein)kinderen uit Marokkaans-Nederlandse en Turks-Nederlandse gezinnen. Deze jongeren zetten hun betrokkenheid bij het lot van de Palestijnen om in antisemitisme gericht op Nederlandse Joden (schelden, bedreigingen) en Joodse instellingen (vernielingen, grafitti etc). Dit onderbouwen Lucassen en Stremmelaar met resultaten uit diverse onderzoeken.
Een aanrader is het hoofdstuk over Joodse percepties van antisemitisme. Het blijkt dat het aantal bij instanties als de politie en het CIDI gemelde incidenten van antisemitisme de facto aan het dalen is. Ook het aantal Joden dat naar Israël vertrekt, is al jaren stabiel. Er is een klein migratieoverschot van Israëli’s. Desondanks zeggen vele Nederlandse Joden, desgevraagd door de onderzoekers, dat zij banger zijn dan vroeger voor antisemitisme en terreur. Dit vertaalt zich in berichten als zouden Joden op het punt staan naar Israël te vluchten en nieuwaangekomen migranten uit het Midden-Oosten op het punt staan zich aan de Nederlandse Joden te vergrijpen. Dit is pertinent niet waar.
In dit boeiende en leesbare rapport (lees het vooral!) staat nog een andere conclusie die het vermelden waard is: antisemitisme los je niet op met Holocaust-educatie. Lessen over de Holocaust zijn nuttig en belangrijk, maar om antisemitisme minder aantrekkelijk te maken is het veel verstandiger om lessen te geven over Joods leven nu. Jongeren meenemen naar Auschwitz is niet de oplossing, niet-Joodse jongeren en anderen in contact brengen met hun Joodse leeftijdgenoten werkt daarentegen wel.
– Eerder verschenen op Sargasso