Nationaliteitspremie als verklaring bij migratieperikelen

Gelukzoekers worden ze wel genoemd, mensen die vanuit minder ontwikkelde landen naar het Westen komen maar geen kans maken op een vluchtelingenstatus. Hun poging is begrijpelijk. Lukt het hen in het Westen al dan niet in de illegaliteit een inkomen te verwerven, dan zijn ze economisch vaak beter af dan op hun oorspronkelijke woonplek.

Een duidelijke verklarende factor bij het beter af zijn is de nationaliteitspremie (citizenship premium), zo genoemd door topeconoom Branko Milanovic. Hij merkt op: ‘Wanneer ik schrijf dat er niemand in Malawi is die rijker is dan iemand in Zwitserland, betekent dat niet dat je geen 10, 20 of 200 Malawianen zult vinden die rijker zijn dan sommigen in Zwitserland; het betekent alleen dat hun aantal zo klein is dat het statistisch niet significant is.’ Dit is al heftig. Bovendien houdt de nationaliteitspremie veel meer in dan inkomen, dit gaat ook over sociale zekerheid, reismogelijkheden, of zoals recentelijk de beschikbaarheid van coronavaccinaties. Belangrijk pluspunt om nationaliteitspremie zo te benoemen is dat daaruit blijkt dat migratieperikelen vooral een sociaal-economisch en niet zozeer een sociaal-cultureel fenomeen betreffen.

Een groot aantal westerlingen wil de migratiestroom stoppen. Ze vrezen dat ze overrompeld zullen worden door de ‘vreemden’. Is dat zo? Een sociaal-culturele verklaring daarvoor biedt de demografische verschuiving (demographic shift). Die komt er kort gezegd op neer dat in het Westen op termijn de witten niet langer de overhand hebben. Als dat gebeurt zullen getinte mensen de vrije, democratische maatschappijen terzijde schuiven en zullen de witten voelen wat het betekent om onderdrukt te worden. Dit is een racistische identiteitstheorie, en onzin want bijvoorbeeld ook in Afrika komen er na eeuwen van kolonialisme steeds meer democratieën. Desalniettemin wordt de angst voor een demografische verschuiving door extreemrechts aangewakkerd.

Maar ook als de verklaring van een angstwekkende demografische verschuiving als onzinnig terzijde kan worden geschoven, dan verdwijnen met de verklaring van een westerse nationaliteitspremie de migratiestromen niet. Dan is een angst van vooral laagopgeleide westerlingen reëel: als er aanzienlijke aantallen migranten naar het Westen komen, in eerste instantie vooral goede, jonge, sterke arbeidskrachten, dan neemt de concurrentie op de arbeidsmarkt toe, waardoor veel witten het zullen afleggen. Grenzen dicht wordt er niet eenvoudiger op als dictator Loekasjenko van Belarus bezig is in toenemende mate migranten de EU binnen te loodsen. Op termijn zal natuurlijk een nieuw evenwicht ontstaan met de nieuwe arbeidsparticipanten, op een hoger welvaartsniveau ook nog, maar dat is pas voor later en daar heeft een flinke groep westerlingen geen boodschap aan. Geen boodschap betekent dat de kans bestaat dat niet-racistische westerlingen, zelfs mensen die recentelijk naar het Westen zijn gemigreerd – na ons geen zondvloed – voor extreemrechtse partijen zullen kiezen.

Een goede verklaring voor een fenomeen is vanzelfsprekend een eerste stap naar oplossingen van problematiek hierbij. Voor wat betreft landen in de EU lijkt bij iedere mogelijke oplossing een vereiste dat de EU een gezamenlijk beleid voor alle lidstaten ontwikkelt ten aanzien van migranten waarbij lasten en baten fair over de gehele EU worden verdeeld.

(Photo by Miko Guziuk on Unsplash)