In Mexico blijft het aantal verdwijningen waar diensten van de overheid bij betrokken zijn alarmerend hoog. Dat stellen zowel mensenrechtenorganisaties als internationale instanties. De Mexicaanse regering blijft terechtwijzingen naast zich neerleggen.
“Verwittig mijn vader dat ze me hier hebben opgepakt”, zei Maximiliano Gordillo Martínez op 7 mei 2016 aan zijn reisgezel in een migrantencentrum in Chablé in de deelstaat Tabasco in het zuiden van mexico. Het is de laatste keer dat hij levend werd gezien en het is het laatste wat zijn ouders nog van hem vernomen hebben. De negentienjarige Gordillo, uit de deelstaat Chiapas in het uiterste zuiden aan de grens met Guatemala, was met zijn vriend op weg naar de badplaats Playa del Carmen, waar ze werk hoopten te vinden.
Hun reis was ongeveer 1000 kilometer. Halfweg werden ze echter opgepakt door agenten van het Nationaal Instituut voor Migratie. Ze dachten dat Maximiliano, lid van het inheemse Tzeltal-volk (dat ook in het naburige Guatemala leeft), uit Guatemala kwam, ook al kon hij Mexicaanse papieren voorleggen.
Toen zijn reisgenoot wilde ingrijpen, werd hij bedreigd door de agenten. Hij kreeg te horen dat ze hem ervan zouden beschuldigen migranten te smokkelen. De jongeman, die anoniem wil blijven, mocht vertrekken en verwittigde de vader van zijn vriend.
(Lees verder bij de bron van dit artikel)
Via:: dewereldmorgen.be