De manier waarop de Belgische media in lijn lopen met de internationale – vooral Angelsaksische – media is een angstaanjagende herhaling van de vooringenomenheid, het nauwelijks verholen racisme en de totale ontkenning van de context van Latijns-Amerika in de schaduw van de VS. Ze doen geen enkele poging om een eigen analyse te maken. Alle clichés van de (eerste) Koude Oorlog worden terug opgerakeld.
De berichtgeving van de Belgische media over Bolivia is voor de iets oudere lezers/kijkers een akelige herinnering aan wat zij in de jaren 1970-1980 op hun scherm en in hun krant kregen. De Standaard is zeker geen uitzondering, maar heeft wel de verantwoordelijkheid van voornaamste kwaliteitskrant in Vlaanderen. Zij zet de toon voor de andere kranten. De uniformiteit over alle kranten heen spreekt de beleden diversiteit volledig tegen. Ze komen niet verder dan een slaafse kopie van wat de grote internationale agentschappen en media produceren.
In de VS bestaat wel een gedegen traditie van echte mediakritiek. Dit is de analyse van de nieuwssite commondreams.org. Geen énkele grote krant in de VS erkende dat in Bolivia een militaire staatsgreep werd gepleegd: “President Morales nam ontslag”(ABC News) tijdens “wijdverspreide protesten” (CBS) van “een woedende bevolking” (New York Times) die boos is over “verkiezingsfraude” (Fox News) door een “regelrechte dictatuur” ‘(Miami Herald). Het woord ‘staatsgreep’ wordt alleen tussen aanhalingstekens gebruikt in combinatie met “volgens Morales” of “volgens de regering van Cuba/Venezuela”. Dat ook andere landen de coup veroordelen wordt nergens vermeld. De berichtgeving op CNN is een getrouwe kopie van wat hier voorafgaat.
Voor de beschuldiging van de beweerde fraude wordt de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) als onbetwistbare bron voorgesteld, ook al levert de organisatie nog altijd geen enkel rapport met concrete bewijzen. Geen enkele krant of zender vermeldt dat de OAS geen ideologisch neutrale organisatie is, die tijdens de Koude Oorlog alle rechtse staatsgrepen in Latijns-Amerika verdedigde en reeds meermaals foutieve en tendentieuze meningen als ‘feiten’ heeft gepubliceerd.
“Een coup is geen coup als het resultaat ons bevalt”
Er werd in de eerste berichten na de afzetting van president Morales geen enkele melding gemaakt van de onderzoeksrapporten van andere organisaties die stellen dat er van grootschalige fraude geen sprake is. Ook de ontvoering en foltering van volksvertegenwoordigers van de MAS, de partij van Morales, bleven grotendeels onvermeld evenals de racistische incidenten van witte Bolivianen tegen inheemse vrouwen in traditionele klederdracht. De alternatieve VS-media vatten het zo samen: “Een coup is geen coup als het resultaat ons bevalt”. Het contrast met de berichtgeving over de protesten in Honduras, Haïti en Chili bevestigt die samenvatting.
Vooral het contrast met Honduras is schrijnend. Juan Orlando Hernández werd daar “herverkozen” in november 2018 voor een tweede mandaat, hoewel de grondwet dat verbiedt. De eerste tellingen toonden een duidelijke overwinning voor de oppositie maar werden stilgelegd, waarna het omgekeerde gebeurde. Sindsdien zijn de protesten tegen zijn herverkiezing niet opgehouden, ondanks de bloedige repressie met tientallen doden (zie Waarom de repressie van sociaal protest in Honduras géén nieuws is).
In Haïti werd Jovenel Moïse in november 2017 president na verkiezingen die door alle internationale waarnemers als frauduleus werden veroordeeld. Ook daar vielen al tientalen doden door politierepressie tegen de sociale opstand (zie Een jaar bloedig onderdrukte protesten in Haïti nog steeds geen nieuws).
De eenzijdigheid van de hedendaagse berichtgeving is niet nieuw. Het is een replay van hoe dat in de jaren 1970-1980 gebeurde. Om deze stelling te onderbouwen, volgt hier een historische terugblik naar een ander Latijns-Amerikaans land, Guatemala in de jaren 1980.
Ontkende genocide wordt evidente genocide
Guatemala heeft heel wat gemeen met Bolivia. Met 40 procent inheemse bevolking (en 20 procent gemengd) is Guatemala het Centraal-Amerikaanse land met de hoogste inheemse bevolking. Bolivia heeft 20 procent inheemse bevolking. Hoewel veel kleiner in oppervlakte dan Bolivia heeft Guatemala 18 miljoen inwoners tegenover 11,5 miljoen in Bolivia.
In beide landen leden de inheemse volkeren verschrikkelijk onder de Spaanse kolonisatie, onder de militaire dictaturen na de onafhankelijkheid en de terreurregimes, opgeleid door de VS, om de belangen van grote bedrijven te “verdedigen” tegen “linkse guerrillalegers”. Die sociale werkelijkheid werd in de westerse media – waaronder De Standaard en de toenmalige BRT (VRT) volledig ontkend of verzwegen.
Het is vandaag nog steeds zo. In De Standaard weekendbijlage Cultuur & Media van 9-11 november staat een interview met de Guatemalteeks-Belgische regisseur César Díaz. Zijn film Nuestras madres (onze moeders) heeft hij in Guatemala gedraaid. Het verhaal situeert zich in de jaren 1980, de bloedige periode van de genocide door de militaire dictatuur tegen de inheemse bevolking. Lijkt me een aanrader.
Intrigerend is de korte toelichting ‘Vooraf. De Genocide in Guatemala’ bij dit interview, bedoeld om die tijdsperiode voor de jongere lezers te duiden. Naast de gruwelijke cijfers van het dodental van de slachtoffers, met een speciale vermelding voor generaal José Ríos Montt valt daarin dit citaat op:
“Vanaf 1965 waren de inwoners van Maya Ixilafkomst het slachtoffer van slachtpartijen, verdwijningen, verkrachtingen, folteringen en massale terechtstellingen, uitgevoerd door de veiligheidsdiensten, met steun van de Verenigde Staten. De Maya-bevolking werd gezien als sympathisant van de linkse guerrilla EGP.”’ (mijn benadrukking) “Met steun van de Verenigde Staten.”
Nog steeds onvoldoende én misleidend
Als historische uitleg is dit ruim onvoldoende en enigszins misleidend. Er staat niet bij waarom de inheemse volkeren van Guatemala zo hard werden vervolgd én waarom er sowieso een gewapend verzet bestond. Die volkeren verzetten zich tegen de overname van hun landbouwgronden door exportbedrijven en door mijnbouw- en bosbouwbedrijven.
De zogenaamd “linkse guerrilla EGP” heet voluit Ejército Guerrillero de los Pobres (Guerrillaleger van de Armen). Het is de brutale repressie van de bevolking die hen leidde tot het organiseren van gewapend verzet. Dat gewapend verzet was een reactie op het geweld van de privé-milities van de grootgrondbezitters. Toen dat niet meer voldoende was, werd leger en politie ingeschakeld. Behoud van collectieve eigendom van landbouwgronden is nog steeds de essentie van de inheemse cultuur, waar privé-grondbezit een onbekend begrip is. Links?
Nu, na het einde van de eerste Koude Oorlog weten we dat ‘de Russen’ er toen niets mee te maken hadden en dat alleen de interne sociale onrechtvaardigheid de oorzaak van dit verzet was. Het ERG verkreeg zijn wapens trouwens volledig door het beroven van kazernes van leger en politie én door het omkopen van corrupte officieren.
De “steun van de Verenigde Staten” bestond uit het trainen van de Guatemalteekse soldaten in kampen in de School of the Americas in de staat Virginia, waar ondermeer opleiding werd gegeven in folter- en terreurtechnieken, leveren van wapens en begeleiding van de militaire operaties ter plaatse door experten van het leger van de VS. Dit alles werd gefinancierd met gulle leningen eveneens vanuit de VS, onder de noemer van ‘de strijd tegen het communisme’ en ‘tegen het terrorisme’.
Wanneer gebeurde de ommekeer in de berichtgeving?
Wat echter helemaal ontbreekt, is een terugblik op hoe De Standaard daar toen over berichtte, op het ogenblik zelf dat het gebeurde én dat correcte berichtgeving wel een verschil had kunnen maken. De Standaard volgde en verdedigde toen volledig de lijn van Leo Tindemans (CVP, nu de CD&V), minister van Buitenlandse Zaken van 1981 tot 1989. Die lijn was een copy-paste van het toenmalig VS-verhaal en kwam hier op neer:
Wat in Guatemala gebeurde was géén genocide, maar de moeilijke positie van de regering daar, gekneld tussen het geweld van extreem-rechts en extreem-links, waarbij jammer genoeg veel slachtoffers vielen. Zelfs tijdens de korte gruwel van dictator Ríos Montt bleef De Standaard die lijn volgen. Hij was slechts één jaar dictator, nadat hij zijn voorganger had afgezet en een jaar later op zijn beurt door een andere militaire rivaal aan de dijk werd gezet. Montt ging zelfs naar Guatemalteekse normen zo brutaal tekeer dat de VS snel aandrongen op zijn vervanging.
Tindemans weigerde in 1980 (als eerste minister) en in 1981 als minister van Buitenlandse Zaken ook tussenbeide te komen bij de ontvoering van twee Vlaamse priesters in Guatemala, die openlijk de kant kozen van de bevolking tegen de repressie. Zij waren ‘communisten’. De Standaard meende er net zo over.
Tindemans weigerde daarnaast één woord van kritiek op de dictatuur van Augusto Pinochet in Chili, ook al wist hij beter. Uit interne documenten blijkt sindsdien voldoende dat alle westerse landen perfect wisten dat het in Guatemala en de rest van Centraal-Amerika ging over volksverzet tegen een feodale klasse die de bevolking gruwelijk uitbuitte en dat de verderfelijke Sovjet-Unie in deze burgeroorlogen geen enkele rol speelde. De Standaard was tijdens de hele Koude Oorlog de stem van de machthebbers in Brussel.
In diezelfde periode was er veel minder aandacht voor Bolivia, waar dictator Hugo Banzer meer dan 2000 opponenten liet doodfolteren in de kelders van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Het land werd als ‘stabiel’ aanzien en had geen verdere aandacht nodig.
Geen historisch inzicht
Het is goed mogelijk dat de journalist van dienst voor dit interview niet op de hoogte is van de geschiedenis van zijn eigen krant. En zonder twijfel zal de redactie van de krant er op wijzen dat dit een periode was dat ideologische verbondenheid met een bepaalde partij of strekking een evidentie was en dat die tijden gelukkig voorbij zijn.
Wat hier echter ontbreekt, is een overgang van het ene naar het andere. Vandaag is het voor De Standaard blijkbaar een evidentie dat er in Guatemala een genocide heeft plaatsgegrepen en dat de opeenvolgende regeringen van Democratisch president Carter (1977-1981) en Republikeins president Ronald Reagan (1981-1989) daarin een cruciale rol speelden.
Wanneer heeft de krant zijn lezers ingelicht dat de toenmalige berichtgeving tendentieus, vooringenomen én foutief was?
Terug over naar Bolivia
Het blijft tragisch om te zien hoe de westerse en Belgische media vandaag – De Standaard is niet de enige, zie ook de berichtgeving van de openbare omroep VRT – opnieuw volledig het discours van de VS overnemen als een evidentie, nu in verband met wat in Bolivia gebeurt. Er is géén staatsgreep gepleegd. Alle tekortkomingen en fouten van de linkse president Evo Morales worden in detail opgesomd, met als onvermijdelijke conclusie: het is zijn eigen fout, hij heeft de ‘democratie’ niet gerespecteerd.
In de jaren 1980 hadden de journalisten van De Standaard nog een excuus. De druk van de redactieleiding en van de bevriende CVP was groot. Degradatie en ontslag van recalcitrante journalisten was een reële mogelijkheid. Dat excuus hebben hun collega’s vandaag niet meer.
Wanneer zij nu volledig ongenuanceerd de lijn van de Amerikaanse regering en de internationale media volgen, zonder de moeite te doen om zelf alternatieve bronnen op te zoeken, zonder de minste poging ook om enigszins neutraal en objectief te berichten, dan is dat hun volledige journalistieke verantwoordelijkheid.
Moeten we opnieuw dertig jaar wachten tot onze media ergens ongemerkt in een cultuurbijlage de evidentie berichten dat in Bolivia in 2019 een extreem-rechtse staatsgreep werd gepleegd? Ik vrees van wel. De bevolking van Bolivia is alvast verwittigd. Zij worden door onze media aan hun lot overgelaten. Gelukkig laten zij zich daar niet door afschrikken. De mainstream media zwijgen het dood maar in meerdere steden zijn de eerste massale tegenbetogingen reeds begonnen.
Notes:
When the US Supports It, It’s Not a Coup
door Lode Vanoost, oorspronkelijk verschenen bij De Wereld Morgen