Het was een zwaar jaar, vooral natuurlijk vanwege die pandemie die geen enkele aanstalten vertoont om zomaar te verdwijnen. Dat is ook niet vreemd, want de pandemie wordt aan alle kanten van ganser harte ondersteund door beleid. Dit is geen ramp die ons zomaar treft. Als deze pestilentie een van de vier Bijbelse Ruiters van de Apocalypse is, dan is het een ruiter die in het zadel is gehesen door kapitalistische natuurvernietiging waardoor virussen van vleermuis op mens overspringen, al dan niet via enorme aantallen door mensen gevangen en ter dood veroordeelde varkens als tussenstation. Dan is het een ruiter die ruim baan krijgt met hooguit wat hindernissen – een flopdown hier, een slome vaccinatiecampagne daar – waar die met groot gemak over heen springt.
Deze pandemie is overheidsbeleid. Zolang de ICs niet al te vol stromen, mag dat virus gewoon rondspoken, met al enkele tienduizenden doden in Nederland als gevolg. Onder die slachtoffers bevindt zich waarschijnlijk mijn moeder. Ze overleed in februari 2021 op hoge leeftijd: 89 jaar. Vermoedelijk aan corona, maar ja ‘ik wil geen stokje in mijn neus’, dus helemaal zeker is het niet. Ze had haar vaccin binnen, maar te laat.
Het dodental wereldwijd is officieel 5,4 miljoen, maar dat is een zware onderschatting. Het werkelijke aantal dodelijke slachtoffers zou wel eens 18,6 miljoen kunnen zijn.(1) Dat komt aardig in de buurt van de griep-pandemie van 1918-1920. Weliswaar was de wereldbevolking toen veel kleiner. Niet getreurd, de huidige pandemie is dus nog helemaal niet afgelopen, corona haalt die griep echt wel in. In maart 2022, schat ik.
Regeringen houden er een volslagen inadequaat beleid op na. De Nederlandse staat wat dat betreft hoog in het Klassement van de Criminele Onverantwoordelijkheid, samen met het bewind van Bolsonaro, Trump/Biden (nee, zo groot is het pandemische verschil niet meer tussen die twee), en natuurlijk the Empire of Boris Johnson the Mass Killer. De economie mocht eens ontregeld raken, nietwaar? Open, die winkels, restaurants en cafés! Kopen zul je, eten en drinken, en vooral betalen! Naar je werk!
En naar school! Want anders dreigt het Allerergste dat een kind vandaag de dag kan overkomen: Leerachterstand. Daarbij valt het ziek worden van scholieren en hun docenten, het oplopen van Long COVID met levenslange ellende, het verlies van je moeder of vader, met een levenslang trauma toe, omdat jij het virus moest oplopen op scholen en het mee naar huis moest brengen, natuurlijk volledig in het niet. Als de arbeiders van morgen maar tijdig worden afgeleverd!
Want dat zijn scholen: personeelsfabrieken die schuilgaan achter de namen Basisonderwijs, Middelbaar onderwijs, Beroepsonderwijs, Vervolgonderwijs, Universitair onderwijs en wat al niet. Scholen zijn arbeidersleveranciers. Scholen zijn ook kinderbewaarplaatsen, zodat ouders aan hun al even heilige Werk kunnen. Wat scholen in ieder geval niet zijn: plaatsen waar welzijn en ontplooiing van kinderen het belangrijkste zijn – hoezeer docenten ook hun best doen.
Scholen zijn ook de blaasbalgen waarmee het virus keer op keer de maatschappij verder wordt ingeblazen. Dat is bekend. Grote aantallen mensen, in dit geval kinderen, samenbrengen betekent het virus de ruimte geven. Dus is het openhouden van scholen zonder zelfs maar de elementaire veiligheidsmaatregelen in acht te nemen, een moedwillige bijdrage aan virusverspreiding, een moedwillig uitleveren van jonge mensen, hun verzorgers/ouderen en docenten en uiteindelijk ons allemaal aan een gevaarlijk virus. Iemand die kinderen in grote aantallen in groot gevaar brengt, dag in dag uit, hoe noemen we zo iemand? En hoe noemen we zulk beleid?
Die noodzakelijke veiligheidsmaatregelen zijn bekend. Ik noem: optimale ventilatie regelen; het organiseren van kleine vaste groepen leerlingen met vaste docenten, om besmettingen tegen te werken; zorgen voor het dragen van behoorlijke mondkapjes tijdens het lopen, het staan en ook het zitten. Het is niet ingewikkeld. Het kost wel geld, en sociale organisatie. Daar wringt de schoen, en het is natuurlijk politiek veel handiger om de bevolking zelf de schuld van besmetting te geven via de neoliberale mantra van de ‘eigen verantwoordelijkheid’.
Ik wind me over deze misdadige ellende al een kleine twee jaar nogal op. Het maakt me verdrietig, het maakt me angstig en het maakt me erg boos. Pogingen om uiteen te zetten waar de corona-schoen wringt, en solidaire antwoorden op de ze pandemie te helpen ontwikkelen, heb ik ook dit jaar weer gedaan. Ik schreef een flink aantal artikelen erover op dit blog, en ook een bijdrage aan een tekstenbundel die de Anarchistische Groep Amsterdam heeft samengesteld en uitgebracht.(2) Ik ga daar mee door, voor zover dat in mijn vermogen ligt.
Maar waar ik in 2020 nog hoop had dat anarchisten initiatieven zouden weten te ontwikkelen om niet alleen de gevolgen van de pandemie, maar ook de pandemie zelf te bestrijden, daar is van die hoop vrijwel niets over. Dat doet pijn om te ervaren en om hardop vast te stellen. We kunnen het niet, we willen het wellicht te weinig. We zetten ons intussen op een heleboel fronten zeer in, en we kunnen ook niet alles. Hoe dan ook, het lukt gewoon niet. Nog niet?
Ik heb trouwens helemaal geen zin om de anarchistische beweging – die op dit front er tot nu toe weinig van bakt helaas – in meer algemene termen af te gaan kammen. Integendeel! Ik heb me in mijn leven niet eerder zo op mijn plek gevoeld in de anarchistische beweging als dit jaar, vooral in de tweede helft van dat jaar. Juist daarom doet mijn vaststelling dat op het op het corona-front niet gaat, echt pijn. Maar genoeg daarover nu! Dat ik me in onze beweging zo fijn voelde en voel de afgelopen maanden, had en heeft met minstens twee dingen te maken. Er was een ontwikkeling in de sociale strijd zelf. En er was een specifieke bijdrage die ik aan de beweging kon geven en die een ontvangst ten deel viel waar ik erg blij van ben geworden.
Eerst die ontwikkeling in de strijd: de woonprotesten, en daar onverbrekelijk mee verbonden die nieuwe kraakstrijd die op gang komt. Er is een dynamische beweging opgekomen die heel simpel zegt: huizen zijn voor mensen, niet voor winst. Dat geluid heeft brede weerklank. De beweging is een antwoord op woningnood in tal van vormen. Jonge mensen die eindeloos moeten wachten op woonruimte en noodgedwongen thuis, op studentenkamers of in erbarmelijke antikraak-voorzieningen moeten overleven. Arme mensen in huizen die steeds onbetaalbaarder worden vanwege huurstijgingen, steeds onbewoonbaarder worden wegens matig onderhoud – een matig onderhoud dat vervolgens ook nog als smoes wordt gebruikt om woonwijken tegen de vlakte te gooien en te vervangen door veel duurdere woningen voor veel minder arme mensen. Maar ook mensen die helemaal niet zo arm zijn, zien een steeds groter deel van hun inkomen verdwijnen aan woonlasten. Huren is niet te doen, en betaalbare huurwoningen vind je niet, kopen dan maar? Gaat ook niet meevallen, met de huidige huizenprijzen en de richting waarin die bewegen. Het is steeds meer mensen uit eigen ervaring duidelijk: er is een wooncrisis, er is woningnood. Dat vraagt om actie, en die is er gekomen.
Er waren al eerder initiatieven om woonstrijd op gang te brengen. Verzet tegen sloop en gentrificatie in de Tweebosbuurt in Rotterdam bijvoorbeeld: dat bleek achteraf een voorbode. In de zomer van 2022 kwam er een oproep tot een woonprotest in Amsterdam. Intussen zijn er woondemonstraties geweest, niet alleen in Amsterdam, maar ook in Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Groningen, Arnhem, Tilburg, Nijmegen. Er komen er nog meer: Amersfoort, Delft, Leiden en Eindhoven kun je al in je agenda zetten wat dit betreft. (3)
De woonprotesten tot nu toe waren fel. Anarchisten deden zich nadrukkelijk en tamelijk effectief gelden. Dat laatste is niet vreemd: anarchisten promoten directe actie tegen concrete problemen: je eist niet zozeer dat regeringen problemen oplossen, je lost ze zelf gezamenlijk op. Klassiek voorbeeld van zulke directe actie: kraken! Kraakstrijd klonk in de bredere woonstrijd heel aannemelijk en maakte een nadrukkelijke rol van anarchisten eigenlijk heel logisch.
De staat koos juist krakers en anarchisten tot doelwit en probeerde groepen anarchisten die aan woondemonstraties deelnamen, van andere demonstranten te isoleren en met grof geweld aan te pakken. Keer op keer weigerden andere demonstranten die anarchisten te laten vallen, en organisatoren van woonprotesten weigerden zich met opvallende nadruk van anarchisten en kraakactievoerders te distantiëren. Ik heb zo’n solidariteit met anarchisten en aanverwante radicalen vanuit bredere bewegingen eigenlijk heel erg lang niet meegemaakt. Er zit een erkenning in – direct of indirect – van de rol die anarchisten sinds jaar en dag juist in woonstrijd spelen, en juist ook met hoogst relevante actievormen zoals kraken. Dat laatste is belangrijk: kraken is in de ogen van heel veel mensen legitiem, en het kraakverbod is dat in de ogen van veel mensen dus niet. Dat is een overwinning voor onze kant!
En er wordt niet alleen gepraat over kraken, er zijn ook een aantal opvallende kraakacties geweest die behoorlijk weerklank hebben gekregen, juist ook omdat mensen het bredere plaatje waarin die kraakstrijd oplaait, heel goed zien. In Amsterdam kregen we Hotel Mokum, een pand aan de Marnixstraat dat gekraakt werd en waar enige tijd een autonoom cultureel centrum werd georganiseerd. Met kwalijke trucjes en gegoochel rond brandveiligheid heeft de gemeente ontruiming geforceerd. Dat ging niet zonder slag of stoot, en ook dat hebben we te vaak anders gezien.
Wie echt denkt dat de ontruiming van Hotel Mokum de nieuwe kraakstrijd alweer heeft genekt, begrijpt niets. Kijk hoe Hotel Mokum nog steeds online actief is, en mensen aanmoedigt leegstaande panden te melden! Leg je oor maar eens te luisteren onder jonge radicale activisten/anarchisten, en je hoort: zal ik gaan kraken? Hoe? Wanneer? Met wie? Hoe werkt dat? Zulke geluiden hoor ik al enkele jaren, maar ze nemen intussen opvallende vormen aan. Of je hoort van daadwerkelijke kraakacties, pogingen die kant op, ondersteunende activiteiten. Geloof mij, er broeit iets, dit is allemaal nog maar net begonnen.
Opvallend is ook hoe anarchisten zelf de repressie onder ogen zagen en in hun – ons – voordeel wisten om te buigen, hoe hoog de prijs in de vorm van pijn en blessures en na angst ook nu en dan was. De staat probeert in het zwart lopende anarchisten in te sluiten en aan te vallen? Dan komen we op volgende woonprotesten ook in het zwart en roepen daar expliciet toe op ook. En – heel anders dan eerdere jaren – andere demonstranten vonden dat helemaal okay en logisch, als ze zich al niet zelf bij keer op keer deelnemende zwarte blokken aansloten. Ja, anarchisme leeft. Ja, anarchisme groeit. Ja, anarchisme is relevant in en voor de bredere strijd.
Soms, zoals in Den Haag, liep zo’n zwart blok ‘gewoon’ mee en droeg met spandoeken en felle leuzen bij aan de strijdlust. Soms ook namen anarchisten in zwarte blokken eigen initiatieven, bijvoorbeeld om na een statische manifestatie zelf een strijdbare optocht te houden en het risico van repressie onder ogen te zien. Dat deden we in Arnhem. In Tilburg was er wel een officieel goedgekeurde (lees: van gemeentewege opgedrongen) wandeltocht aan de statische manifestatie vastgeplakt, maar de route was zo slecht – niemand ziet ons als we door een leeg park wandelen – dat we besloten om na de optocht er een spontane onofficiële optocht aan vast te plakken. In Utrecht was er ook een zwart blok na de officiële woonactie. Die liep een flinke tocht en sloot af in een iets eerder gekraakt pand waar voor de deur een soort straatfeest plaats vond. Glorie! De ME dook op, maar zag af van ontruiming, overigens niet zonder enkele actievoerders harde tikken te hebben uitgedeeld.
Bij die laatste actie was ik zelf helaas niet. In Tilburg, Den Haag en Arnhem deed ik mee, alle drie ook aan de zwarte blokken aldaar. Voor het eerst in mijn ruim zestigjarige leven. Het was niet zonder stress natuurlijk. En ja, waar en hoe regel je de bijbehorende outfit? Luxeproblemen! Ik vond het een geweldige ervaring. De saamhorigheid! Het vuur! De subversieve twinkelende pret in de ogen van kameraden! Zij aan zij met enkele van de fijnste mensen die ik ken! Ik voelde me, als en welbewuste eeuwige outsider, op mijn anarchistische plek. Waarom doe ik dit soort dingen pas nu?!
Deze hele golf van woonstrijd is niet voorbij, en het is een zeer veelbelovende ontwikkeling waarin een samengaan van brede diepe woede over woningnood steeds nadrukkelijker samenvloeit met een scherpe anarchistische inbreng, niet alleen in woorden maar vooral in luide en antirepressieve, welluidend krakende daden. Ja, dit zijn goede tijden om anarchist te worden, en het is nodig!
Maar het zijn ook geweldige tijden om anarchist te blijven, om meer en dieper anarchist te worden. Dat is wat de woonstrijd en wat er omheen gonst van vandaag ook voor mij betekent. Ik gun vooral oudere, vermoeide en soms gedemoraliseerd geraakte kameraden een zelfde soort anarcho-boost, natuurlijk anders van vorm want iedereen is anders. Er kan geen booster tegenop, hoe nuttig ook dat prikje op zichzelf ook is.
Je kunt als serieus anarchist dus kiezen. Je kunt zelf daadwerkelijk aan meedoen aan de strijd die her en der oplaait, aan het woonfront maar ook elders. Je kunt ook uit alle macht diegenen ondersteunen die de stap zelf zetten, in woord en geschrift, met raad en daad. Tussenvormen en combinaties zijn denkbaar. Maar afzijdigheid? En dan mopperen dat het allemaal niet goed genoeg is, en echte of vermeende tekortkomingen uit gaan zitten vergroten? Nee toch?!
Intussen had ik zelf ook een eigen bijdrage te leveren aan anarchistische strijd en beweging: een boekje dat ik de afgelopen jaren heb geschreven, dat met hulp van kameraden is geredigeerd en voltooid, en dat in mei het daglicht zag. In september, oktober en november 2021 – precies in de tijd dat de woonprotesten zo oplaaiden – was ik er mee op tournee. Ik deed boekjespresentaties in Amsterdam Utrecht, Kampen, Nijmegen, Leeuwarden, Groningen, Drachten, Roermond, Wormerveer, en ook nog eentje online dankzij de kameraden van Forum voor Anarchisme.(4) Die laatste is opgenomen en staat intussen online. Deze hele toer was zo leuk om te doen! Ik gaf mijn praatje – aan de lange kant, I gladly admit – voor heel wisselende aantallen, soms zeven maar ook wel eens rond de dertig mensen. Discussies, lekker lastige vragen, soms ook wel echt vijandige reacties, maar dat hoort er bij. Leuk was keer op keer ook de gastvrije en solidaire ontvangst van kameraden ter plekke, en de samenwerking om zulke presentaties op gang te helpen. Dank, allemaal!
Dit gaat natuurlijk allemaal niet zozeer om die boekjes op zich. Dit is netwerken versterken en ontwikkelen, dit is het anarchisme aannemelijker en bekender maken. De boekjes zijn een middel, de presentatie zijn een handvat. De boekjes verspreid ik tegen donatie, met 3 euro als richtprijs. Ik had in mei 200 boekjes, de complete voorraad. Die voorraad is inmiddels helemaal op, vanwege de presentaties maar ook via persoonlijke verspreiding, via anarchistische groepen en via een enkele radicale boekhandel. Dit heeft me allemaal heel veel voldoening en plezier gebracht.
En het is niet voorbij! Mijn burn-out, gecombineerd met anti-kameraad Omicron, maakten het op touw zetten van presentaties tijdelijk erg lastig. Maar in Eindhoven was er al eentje in de maak, en die gaat door. Pak de agenda maar weer als je wil: 29 januari is het daar zover. Bij doorzettend gezondheidsherstel en ooit weer afnemend Omicron-gevaar hoop ik er in het voorjaar nog wel meer te kunnen doen. Heb je een locatie in gedachten, weet je reiskosten en voor grotere afstanden een slaapplek voor me te regelen, en wil je zoiets op poten zetten? Ik hoor graag van je! Haast heb ik niet, er zit dus een burn-out in de weg. Maar dit zijn wel het soort dingen die bovenaan staan als ik weer voldoende energie heb, en vooruitdenken lukt nog wel een beetje. Dus kom maar op!
(Noten volgen aan het eind van deel 4)
Ook verschenen bij PeterStormt
– Uitgelichte afbeelding: twitter Hotel Mokum