Inmiddels noem je jezelf vrijheidsstrijder als je een supermarktbediende neersteekt

In een supermarkt in de Watergraafsmeer is dinsdagmiddag iemand neergestoken. Het slachtoffer is met spoed naar het ziekenhuis gebracht. (…)
De politie is nog op zoek naar de verdachte en kan nog niets zeggen over een mogelijk motief. Naast politieauto’s en motoragenten is ook een traumahelikopter ingezet. De politie heeft een signalement uitgestuurd: een witte man met grijze trainingsbroek en witte hoodie.

Volgens omstanders is het slachtoffer een jonge man en een medewerker van de supermarkt, die in zijn nek is gestoken door iemand die geen mondkapje wilde dragen.

Het Parool

Het hoort overbodig te zijn, want iedere Nederlander wordt geacht de wet te kennen, maar nog maar even voor wie het niet weet of niet weten wil: tegenover de caissière van Kruidvat of de vakkenvuller van Albert Heijn heb je je niet op de grondwet te beroepen. Sterker nog: “de wetten zijn onschendbaar” heb ik nog geleerd bij staatsrecht, en inmiddels is deze zin opnieuw en duidelijker geformuleerd in de grondwet, art. 120:

De rechter treedt niet in de beoordeling van de grondwettigheid van wetten en verdragen.

De grondwet gaat over de verhouding tussen bestuur en burger. Als een winkel eist dat je in je blote kont de zaak betreedt dan doe je dat, of je gaat naar een andere zaak. Markteconomie noemen we dat. Heeft niet met jouw “vrijheid” te maken verder.

(En wat houd ik mij in bij het schrijven van deze zinnen, zeg. Alsof het over met rede begiftigde mensen gaat).