In de tegenaanval!

Ben jij er ook, morgenavond (vanavond red.) 17 augustus om acht uur ’s avonds op het Spui in Amsterdam? Samen solidariteit betuigen met de mensen die in Charlottesville tegenover de fascisten, de neonazi’s, de Alt Right-knokploegen en KKK-types stonden? Heather Heyer herdenken, de vrouw die door een nazi met op antiracisten in een scheurende auto de dood in is gejaagd? Het fascisme de wacht aan zeggen, tegen de fascisten – in de VS, in Nederland, waar dan ook – zeggen: tot hier, geen millimeter verder? Ik ben er. Zie ik jou daar ook?

De demonstratie morgen is hoognodig. Fascisten hebben afgelopen weekend in Charlottesville wederom hun racistische, gewelddadige, dodelijke, machtsbeluste haat gedemonstreerd, een moorddadigheid die om een felle tegenaanval schreeuwt. Eerst kwamen nazi’s met die griezelige mars van witte fakkeldragers die een kleine groep antiracisten aanvielen. De dag erna een grote fascistensamenkomst van haat en agressie. Een samenkomst die weerstaan werd door grote groepen antiracisten en antifascisten, heel vaak mensen uit Charlottesville zelf die hun gemeenschappen tegen de neonazi’s en hun bondgenoten wilden verdedigen. De neonazi’s en hun medestanders kregen de ruimte niet om hun ding te doen, vanwege de antiracistische weerstand.

De politie liet de nazi’s grotendeels hun gang gaan, tot de escalatie te hoog opliep naar de mening van autoriteiten. Toen maakte de politie er een einde aan en verdreef ook de fascisten. Het is glashelder: waren er geen vele honderden antifascistische actievoerders gekomen om de nazi’s tegen te helpen houden, dan hadden de nazi’s vrijuit kunnen marcheren en intimideren. De aftocht van de fascisten was een indirect gevolg van de antifascistische kracht. Na die aftocht liepen antiracisten dan ook, zo ongeveer in feeststemming, door de straten. Dát was het moment dat nazi James Alex Field inreed op de actievoerders en Heather Heyer doodreed.

Het was een daad van agressieve haat. Maar het laat ook zien dat nazi’s het niet moeten hebben van hun aantallen, en van bredere steun – al is de impliciete steun van de Grote Twitteraar in het Witte Huis bepaald niet irrelevant. De moordaanslag laat de arrogantie van fascisten zien: kijk eens hoe ver wij gaan! Maar ze demonstreert tegelijk de frustratie in het nazi-kamp. Een nazi-kamp dat weet dat ze, hoe hard zo ook schreeuwen en hoe veel Trump ook in hun voordeel twittert, nog bij lange na geen meerderheid van Amerikanen mee krijgt, zelfs geen meerderheid van rechtse Republikeinen.

Die relatieve zwakte maakt ze echter niet minder gevaarlijk. Eerder het tegendeel! Ga er maar van uit dat kopstukken van de Alt Right en fascistische geestverwanten – Richard Spencer, David Duke, noem maar op – nadenken over strategie. Ga er maar van uit dat zij niet in het wilde weg maar wat doen. En ga er intussen ook maar vanuit dat juist vanuit de nazi-perceptie dat ze een kleine groep zijn, ook de keus voor steeds driester geweld voor tenminste sommigen van hen voor de hand ligt. Juist in de frustratie van het isolement – zeker zo kort nadat ze zich zo rijk en sterk voelden, nadat Trump met hun support het Witte Huis kon veroveren – wortelt extra gewelddadigheid. Nazi’s zijn nu eenmaal geen sportieve types, maar uiterst slechte verliezers. En echt aan de winnende hand zijn ze in de VS dus niet, hoe graag ze ons dat ook willen doen geloven.

Intussen hebben ze met Charlottesville bijvoorbeeld wel hun hand overspeeld, en dat biedt mogelijkheden voor tegenstanders. Het is opvallend hoezeer zelfs conservatieve Republikeinen hun afschuw over het uiterst-rechtse geweld uitspraken, en daarbij de rol van witte suprematisten en neonazi’s ook benoemden. Hier hebben we John McCain bijvoorbeeld: “Er is geen morele gelijkwaardigheid tussen racisten & Amerikanen die opstaan om haat en bekrompenheid te weerstaan.” En Paul Ryan, Republikeins leider in het Congres: “Er kan geen morele dubbelzinnigheid zijn. Witte suprematie is weerzinwekkend.”. Dit slag Republikeinen is niet opeens antifa–activist geworden. Maar ze hebben wel door hoe veel mensen reageren op een moordaanslag. Ook veel rechtse mensen – niet allemaal, een griezel als Thierry Baudet bijvoorbeeld vast niet, maar veel anderen dus wel – schrikken als iemand in rijdt op een groep vreedzame mensen. Ook mensen die er allerlei racistische ideeën op na houden schrikken nu ze zien hoe ver sommige racisten blijkbaar gaan om hun haat te onderstrepen. Die mensen stemmen vaak Republikeins, en Republikeinse politici zeggen wat die mensen willen horen. Niet iedere rechtse kiezer is een nazi-supporter, en dat weten Republikeinse senatoren ook.

Bovendien zullen ze willen voorkomen dat ze het doelwit worden van Democratische en gematigd-linkse kritiek op de halfslachtige houding van Trump, die vooral zwabberend ‘beide kanten’ veroordeelt, alsof antifascistische zelfverdediging hetzelfde is als fascistische agressie en moord. Nu de president verdedigen is munitie geven aan de Democratische ‘oppositie’, die dan niet alleen de Alt Right en president Trump kan aanvallen, maar ook de Republikeinse hoofdstroom. De Republikeinse houding is dus vooral ook handige partijpolitiek. En het Goede Nobele Amerika ophemelen door te doen alsof witte suprematisten en nazi’s buiten de hoofdstroom staan, dat doen zowel Democraten als Republikeinen vol nationalistische overtuiging. Alsof het land niet groot geworden is via genocide en landroof, via slavernij, en witte overheersing.

Een derde reden is dieper. De VS heeft ooit oorlog gevoerd tegen nazi-Duitsland. Het voerde die oorlog uit imperiale machtspolitieke overwegingen: Duitsland werd een te sterke en machtige rivaal van het opkomende Amerikaanse imperium. Daar was niets principieel antifascistisch aan, het was doodgewone imperialistische rivaliteit die Roosevelt dreef. Maar de VS hanteerde wel degelijk antifascistische propaganda om mensen enthousiast achter die oorlog te krijgen, en heel veel mensen namen die serieus. Als de Amerikaanse heersers zich als principiële anti-nazi’s profileren, dan kan ik dat als antifascist niet erg serieus nemen. Maar voor veel van die Amerikaanse soldaten van destijds, hun familieleden, generatiegenoten en dergelijke, lag dat anders. Die geloofden in het antifascistische doel, en waren daarin veelal oprecht. Sommige van deze mensen leven nog, en latere generaties Amerikanen zijn opgegroeid met de verhalen en ervaringen van deze mensen, verhalen die we terug zien in films en literatuur en dergelijke.

Dat heeft allemaal diepe sporen nagelaten in het bewustzijn van de bevolking, waarin een soort anti-nazi-bewustzijn nog steeds sluimert, als een soort restant van de anti-nazi-dynamiek rond de Tweede Wereldoorlog. Dat bewustzijn werkt dan op een buitengewoon tegenstrijdige wijze, want wie vandaag zegt dat nazi’s destijds terecht werden bestreden, kan intussen juichen als de politie zwarte demonstranten flink aftuigt. Maar als een Republikein als Orrin Hatch dus zegt dat zijn broer destijds in de oorlog tegen de nazi’s is omgekomen, en laat merken dat hij zich boos maakt dat nazi’s nu in de VS zelf zich roeren, dan zullen veel Amerikanen – ook mensen die op allerlei andere punten rechts zijn – instemmend en begrijpend knikken. Nog altijd ligt openlijk nazisme niet goed in de hoofdstroom van de Amerikaanse maatschappij, hoe gangbaar verkapt racisme ook is. Daar verschuift echter wel iets, de verkeerde kant op. De ruimte voor openlijk racisme, fascisme, wit suprematisme à la Ku Klux Klan, neemt dramatisch toe. De opkomst van de Alt Right, de overwinning van Trump, de reeks van uiterst-rechtse straatacties getuigen daarvan. De ‘Unite the Rightvertoning in Charlottesville pakt nu slecht voor de fascisten uit, maar dat ze zoiets zelfs maar probeerden is veelzeggend.

(Lees verder bij de bron van dit artikel)

Via:: ravotr