Het wilde oscilleren van D66

ALs je al wat langer meeloopt en zelfs een beetje de nationale keutelpolitiek volgt is er altijd D66 bij de hand om je over te verbazen.
De partij had ergens in de jaren zeventig opgeheven moeten worden en dit ging niet door doordat het desbetreffende partijcongres zijn quorum niet haalde. En zodoende bestaat de partij nog steeds.

Ik weet niet of dit een dodelijke opmerking is, maar D66 heeft altijd een zeker snoezigheidsgehalte, alleen het verhaal al van de opheffing die niet doorging. (Kort daarna keerde het getij zodanig dat ze middelgroot werden maar die positie wisten ze ook weer snel te verspelen, en zo gaat het eigenlijk steeds). Te sympathiek voor rechts, te “liberaal” voor links. Een van hun belangrijkste programmapunten was het referendum. Op gemeentelijk niveau (ik spreek nu als Amsterdammer) iets wat wel ingevoerd is maar het is een instrument gebleken waar de bestuurderen hun achterste mee afvegen, dit ter bevordering van het Democratisch Bewustzijn en Welbevinden. Een ander punt was de verkozen burgemeester. Toen die er niet kwam stapte partijleider De Graaf op om zich prompt tot burgemeester van een van de grotere steden te laten benoemen waar zijn pa ook burrie was geweest. Ochgossie, D66 denk je dan…

Het enige tastbare dat op dat punt veranderd is, is dat nu ook de wethouders niet meer gekozen worden. Het drong pas goed tot mij door toen ik onlangs vernam dat een allang uitgerangeerde politica wethouder is in Amsterdam.
Chapeau! D66 was tegen de invasie in Irak en trad toch toe tot Balkenende II – in die dagen had ik een emailwisseling met Dittrich die tegenover mij zijn spijt uitsprak dat er geen linkse meerderheid was en dus… En vervolgens lieten ze dan toch dit kabinet vallen maar de toenmalige politieke voorvrouw werd dan weer rücksichtlos gedumpt. En nu is er alweer jaren Pechtold, nog bekend van het ministerschap in Balkenende II.

Hij wil D66 niet links positioneren, D66 moet het centrum vullen. Strategisch misschien een goed idee.

Maar het blijft de vraag of er iets liberaals te vissen is uit de vijver waarin de VVD als liberale partij allang in de bruine modder is verdwenen. De ijzeren voorraad aan vrijzinnig-democraten, de kern van de denkbare anhang van D66, zal altijd wel iets van zes, zeven zetels opleveren, en de rest is vluchtige aanhang. Je kunt wel gaan roepen dat Rutte rechts is en dus voor het liberalisme verloren, maar de VVD heeft al onder Wiegel afscheid genomen van het “echte”, nette liberalisme. Het idee dat er een vacuüm in het centrum te vullen is, is een misverstand. Niet het eerste in de geschiedenis van D66.
Het zal ook wel weer niet het laatste zijn.

2 gedachten over “Het wilde oscilleren van D66”

  1. Er zit inderdaad iets van ‘wishfull thinking’ in dat de partij die zich het meest als anti-Wilders presenteert, en dat ook is op veel punten, toch niet kiest voor de linkerkant. Alsof men het midden kan bezetten door hard te roepen dat je het midden gaat bezetten.
    Terwijl dat toch uit je daden zou moeten blijken.

    Het midden is leeg. En er zijn vier kwadranten waar de partijen zich bevinden.

    Het maakt me eigenlijk niet uit hoe D66 zich noemt, zolang ze maar op de zelfde voet doorgaan in de Kamer.

Reacties zijn gesloten.