De noeste werkers bij de autofabriek in Born vormen één front met de baas: als zijn machtige arm het wil staat heel het raderwerk stil, maar er moet juist uitbreiding komen met een hal waar milieuvriendelijke auto’s geassembleerd worden.
Milieuvriendelijke auto’s! Alsof niet alle auto’s vrijheid bieden, de ervaring van snel en alleen over een lege weg voortrazen, een leeg groen landschap om je heen. Ook in dat opzicht is reclame voor één automerk reclame voor alle automerken. De vanzelfsprekendheid van het voorrecht zich op vier wielen voort te bewegen, als die anderen dat nou eens niet doen dan stond je niet in de file (maar dat zegt de reclame niet).
Het is net als het verwijzen naar 1972: it looks like déjà vu all over again. De arbeider die recht heb op zijn autootje, blij dat hij (in Nederland zeker: hij) rijdt en die lui die in die malle bomen hangen moeten maar eens gaan werken. Auto’s betekenen brood op de plank en geen normaal mens komt op voor vleermuizen.
In veel opzichten is het nog steeds 1972. Behalve dan dat er op grote schaal dier- en plantensoorten bijna of geheel uitgestorven zijn en dat het gehalte aan koolstofdioxide in de lucht drastisch vergroot is. Dat er van de diersoorten die er nog zijn aanzienlijk minder over zijn dan toen, toen het er ook al niet rooskleurig uitzag. Dat de bossen van de Noordpool in brand staan en dat in het Midden-Oosten, India en Australië temperaturen van 50o gewoon aan het worden zijn, ook anders.
Maar de baas die “zijn” werkers laat demonstreren tegen die boomhippies, dat is niet 1972 maar nog verder terug in de geschiedenis.
Op het einde van de dag waarop de boselfen met geweld uit de bomen van het Sterrebos werden gehaald las ik The dawn of everything van Graeber en Wenrow uit. Ik moet daar apart op ingaan, in verband met het bovenstaande vermeld ik nu wat er in de staart van deze pil, de zwanezang van David Graeber, de kop opsteekt. Kairos. De breuk in de tijd, als was het een bliksemflits, waarna alles anders wordt (en toch eigenlijk, op grond van het betoog, hetzelfde, terug naar een normaler menselijk patroon). Wij mensen leven in een mythe en die moet een wending krijgen. Boselfen, proef het woord dan.
Over dat eigenlijk ondoorgrondelijke idee van die breuk in de tijd heb ik het hier vaker gehad, hier bijvoorbeeld. De namen van de denkers die zich er op richten – ik weet alleen mannelijke denkers hierover te noemen, weet niet of dat aan mij ligt – komen er langs. Het gangbaarste zo’n vijftig jaar geleden was het hameren op bewustwording, de prise de conscience zoals Ellul haar noemt. Maar kan, bedenk ik nu, die uitdrukking slechts als bewustwording gezien worden? Het gaat ook om het ontwikkelen van een geweten, ook conscience.
Aan dat geweten, dat mensen toegeschopt moet worden volgens Boon, ontbreekt het zichtbaar collectief dezer dagen. Oppositie nu bestaat uit het gejengel van enge mensen die hun quasi-bevoorrechte leventje van de consumptiemaatschappij niet verstoord willen zien. Maar het is al verstoord en het wordt niet beter, het wordt alleen maar erger. Tenzij die breuk plaatsvindt.
Ik vraag bij voorbaat om excuses voor deze moedeloze woorden. Misschien wordt het morgen beter…
– Afbeelding: Photo by Iwona Castiello d’Antonio on Unsplash.com