De negentiende eeuw kende een reeks jaren waarin het oproer wereldwijd kraaide, de rode vlag der revolutie wapperde zonder – in de meeste gevallen – grote omwentelingen: 1830 (het jaar van de afscheiding van België, dat wel), 1840, 1848 (dat Nederland zijn huidige grondwet bracht). De Commune van Parijs stond in meer dan een opzicht alleen in 1871. Een geëngageerd, gedocumenteerd en ook nog eens mooi geschreven boek over die wereldomvattende opstanden in een tijd zonder radio, televisie of internet, met nauwelijks dagbladpers aan toe, is The age of revolution van Eric Hobsbawm. Het is ook in het Nederlands vertaald, maar dat is alleen nog antiquarisch te vinden.
De twintigste eeuw zag de omwentelingen na de wereldoorlogen en de opmerkelijke jaren 1968 en 1989. Hobsbawm zag die jaren van de instorting van het zogenaamde reëel bestaande socialisme als contrarevolutie, daar was hij ouderwets communist voor. Maar de miljoenen op straat in China, Oost-Duitsland, Polen, Tsjechoslowakije en de Oostzeelanden gaven behalve in het eerstgenoemde land wel degelijk de genadestoot aan een systeem dat allang het geloof in zichzelf had verloren.
En dan had de eenentwintigste eeuw zijn 2011, met de val van langzittende dictatoren in Tunesië en Egypte, de pleinbezettingen van Spanje en Griekenland, eigenlijk afgekeken van soortgelijke acties in Centraal-Amerika en op hun beurt weer afgekeken in de golf van Occupy-acties. Waar heeft het toe geleid? De opstanden in Libië en Syrië zijn razendsnel overgenomen door de oude koloniale machten (met de VS als nieuwe in de buurt). Spanje en Griekenland kregen nieuwe partijen ter linkerzijde die hun glans grotendeels of helemaal alweer verloren hebben.
Waar zijn we nu? Alsof het over een onafwendbare natuurramp gaat wordt er gezinspeeld op een nieuwe Krach, nog zwaarder dan die van 2008. Het kapitalisme is sterk in het zichzelf als natuur presenteren: regelmatige crises horen er bij en zijn onvermijdelijk. Ook de verwoesting van de natuur zelf is een onontkoombaar natuurverschijnsel – machthebbers roepen net zo gemakkelijk klimaatnoodtoestanden uit en gaan gewoon door met de wanorde van de dag.
Maar dan is er de Fridays for Future-beweging en Extinction Rebellion.
En tegen het neoliberalisme, het kapitalisme in zijn nieuwste (en wie weet, laatste, stadium) is op veel plaatsen in de wereld opstand gaande. Die neemt onvermijdelijk de vorm aan van opstand tegen de zittende regering. Hoe kan dat nou, klaagt een bourgeois-medium, Chili heeft een goed stijgend Bruto Nationaal Product, de Ongelijkheid is er indrukwekkend verminderd en toch rellen ze tegen een welmenend maar zwak Leider. In de luwte van het nieuws bevindt zich bijna altijd Haïti, dat liefst blijvend gestraft wordt omdat het als eerste gekoloniseerde land zich in de tijden van de Franse Revolutie heeft vrijgevochten. Dat gaat zomaar niet. Nee, wij kunnen het ook niet bijhouden. In een ander land-als-werkkamp, waar de t-shirts Make America Great Again worden gemaakt, Honduras, is voortdurende massamobilisatie aan de gang, zelfs het nieuws dat de ambassade van de VS eind mei in de fik gestoken is hoefden we in ieder geval in Nederland niet te weten (nu is Nederland toch een bijzonder geval, het buitenland is er grotendeels onbekend en afgeschaft).
In Ecuador heeft de president getooid met de wonderlijke voornaam Lenín moeten toegeven aan de enorme mobilisatie tegen de door het IMF opgelegde bezuinigingspolitiek die ook verder koloniale grondstoffenextractie moest bevorderen. Is dit afstel of uitstel? Is een omwenteling in bijvoorbeeld Libanon mogelijk? Gedonder van Onder, Hong Kong, Jordanië, Indonesië (nu naar het lijkt weer rustig) – It’s going down maakt een inventarisatie. Het roept de aloude vraag van hoe te organiseren, en hoe overschrijdt verzet tegen de kapitalistische wanorde de grenzen? It’s kicking off everywhere and it’s going down – maar zijn de revolutionaire woelingen meer verbonden dan in 1848, behalve dat ze op twitter en godbeware Facebook gevolgd kunnen worden?
We zullen zien.
– Uitgelichte afbeelding: brand in de VS-ambassade in Tegucigalpa, Honduras.