Het idee van “inheemse” dieren en planten hoort wel degelijk bij nationalisme en het er onlosmakelijk mee verbonden racisme. Heeft u voor uw natuurbeleving last van pijnbomen in een bos in Nederland? Ik vermoed van niet. Toch moeten de zaagmachines ingezet worden om ze zoveel mogelijk uit te roeien, want: ze horen hier niet thuis”. Ooit was besloten door mensen dat ze hier wel thuishoorden: om stuivend zand vast te leggen en tevens om hout te leveren.
De “pure natuur” van Nederland is in de negentiende eeuw genadeloos kapotgemaakt. Voorzover het laatste “oerbos” bij Beekbergen ook echt oerbos was. Wat is “Nederlandse” natuur waarin de grote planteneters zijn uitgeroeid – elanden, oerossen – evenals de tamelijk grote vleesetende dieren, zoals de wolf en de lynx? Met kunst en vliegwerk worden (varianten) hetzij weer ingevoerd of mogelijk verwelkomd (of niet). “Natuur” blijft een moeilijke zaak. Toen de Oostvaardersplassen als gevolg van inpoldering “spontaan” ontstonden trokken ze volop grauwe ganzen aan, die dit landschap als het ware geschapen hebben. Veertig jaar geleden werd dit toegejuicht. Nu denkt het regime als het over ganzen gaat vooral in termen van vergassen. Ironischerwijze is een discussietje in voormalige verzetskrant Trouw over echte natuur aan het vervallen in scheldpartijen over ecofascisme en racisme: Terug naar de natuur? Nee bedankt! en Beschermers van ons landschap zijn geen racisten.
Nogmaals: het denken in begrippen als inheemse natuur komt uit dezelfde gedachtenwereld voort als het nationalisme en racisme (die onlosmakelijk verbonden zijn). En al even verwant hieraan is de gedachte van “de eigen keuken” – tropische verrassingen in Hollandse melkchocolade; echte Hollandse rijstepap met kaneel en suiker (moet het niet rijstenpap zijn inmiddels, eeuwige spellingshervormers?); stamppot van aardappelen en wortelen – moeiteloos verder uit te breiden…
Dat de tulp (die overigens van huis uit eerder Perzisch is dan Turks, maar vooruit) van menselijk-seksueel aandoende vormen ontdaan moest worden in zeventiende-eeuws Nederland is dan weer wel nieuw, en ik vraag mij (wel lachend natuurlijk) hoe lang zo’n inzicht nou weer standhoudt.
Als alles op dit terrein te moeilijk is voor de al dan niet hoogopgeleide treurbuiskijker moet men zich maar even afvragen wat voor boodschap dieren en planten hebben aan uw paspoort of legitimatiebewijs. Weet de wilde kat of wolf dat hij of zij een “grens” passeert? Hebben de ganzen een andere boodschap aan uw regime dan dat ze – eh – het haasje zijn?
Verder verwijs ik naar deze serie van nog geen jaar geleden.