Heel het viruswerk staat stil: naar een anarchistische strijd tegen corona

Onderstaand stuk schreef ik in november 2020 voor de Buiten de Orde, 2020/4 die nog net in 2020 is verschenen. De context is veranderd: de scholen zijn inmiddels weken dicht geweest, we zijn zelfs getrakteerd op een heuse en bespottelijke avondklok. Ik publiceer het stuk hier vrijwel ongewijzigd, de argumenten er in zijn, juist ook in de gewijzigde context, wat mij betreft hard nodig.

O ja, het is een longread…

Corona heeft in anarchistische kringen hele uiteenlopende antwoorden opgeroepen. Maar te midden van die antwoorden zie ik een enorm hiaat. Anarchisten spreken zich uit tegen repressie. Anarchisten zetten zich in voor wederkerige hulp. Anarchisten kritiseren de regeringsaanpak. Anarchisten proberen intussen hun eigen activiteiten zo goed en veilig mogelijk gaande te houden in deze pandemische tijden. Allemaal zeer belangrijke, ja onmisbare zaken. Maar wat ik goeddeels mis, is een anarchistische strijd tegen corona, tegen de voortwoekerende pandemie zelf. Een paar zeer incomplete observaties hierover.

Belangrijk thema voor anarchisten, ook in coronatijd, is: staatsrepressie. Corona bood regeringen daarvoor een extra handvat. Vanaf maart 2020 regent het in land na land lockdowns. Van zulke lockdowns maakt repressie een hoofdbestanddeel uit. Dan gaat het om uitgaansverbod en avondklok, om het verbod om met meer dan een bepaald aantal samen te zijn, en zelfs om een verbod om naar buiten te gaan zonder een papier waarop een geldige reden staat. Dit is geen beheersing van een virus. Dit is beheersing van een bevolking die heen en weer geslingerd wordt tussen angst en boosheid. Angst voor het virus, voor besmetting voor ziekte en dood. Boosheid omdat regeringen mensen tijdens het gevaar verder goeddeels aan hun lot overlaten. Mochten mensen de straat op willen om aan die boosheid uiting te geven, dan staat de oproerpolitie klaar, met een verwijzing naar ieders gezondheid als legitimatie. Dit gaat niet om onze gezondheid. Dit gaat over openbare orde. Anarchisten accepteren geen avondklok en geen uitgaansverbod en geen alleen-naar-buiten-met-vergunning.

Wederkerig hulpbetoon

Tweede thema voor anarchisten: wederkerige hulp. Mensen raken inkomen kwijt, soms ook huisvesting. Andere mensen hebben sowieso al geen dak boven het hoofd. Praktische ondersteuning van mensen in de problemen – samen met die mensen zelf, zodat het geen liefdadigheid is maar daadwerkelijke solidariteit – is een klassieke anarchistische aanpak. In corona-tijd is die aanpak extra relevant. Mutual aid-projecten zijn een manier waarin anarchisten zich juist nu nuttig proberen te maken.

Minstens zo interessant: zulke projecten doken in maart op allerlei plekken op, ook zonder anarchistische bemoeienis. Het liet en laat zien hoe relevant een anarchistische aanpak is, juist in tijden als deze: mensen herontdekken die aanpak vanuit hun eigen behoeftes en verlangens, ook als er in geen velden of wegen een anarchist te bekennen is. De regering helpt ons niet, de politie jaagt ons op, de markt kotst ons uit want we hebben geen geld. Dan doen we het dus zelf. Omdat we samen in het lekkende schuitje zitten, doen we het gezamenlijk zelf, buiten staat en bedrijfsleven om, desnoods dwars daartegenin want onze kookplekken zitten noodgedwongen maar al te vaak in een kraakpand, bij eten uitdelen op straat kan politie vervelend gaan doen, en ja, kosteloos mensen voeden betekent concurreren met horeca en supermarkt. Zulke mutual aid is impliciet anti-staat en anti-winst. Het is levende anarchie, ook al is het niet altijd van zichzelf bewust anarchisme. Juist nu bewijzen anarchistische visie en aanpak hun relevantie, hun waarde.

Derde aandachtspunt voor anarchisten is: hun gangbare activiteiten overeind houden, maar in drastisch gewijzigde omstandigheden. Hoe kunnen we coronaproof samenkomen? Hoe gaan we toch de straat op, welk risico vinden we daarbij aanvaardbaar en hoe houden we die risico’s klein? In maart waren de meeste mensen vrijwel lamgeslagen. Wie de straat op ging tegen repressie – in Italië gebeurde dat vrijwel direct – had daarbij een desperate houding: of we nu doodgaan aan corona als we naar buiten gaan, of sterven van de honger omdat we niet naar ons werk kunnen, wat maakt het uit? Dan liever strijdend ten onder!

Alle straten onze straten

Maar al snel ontwikkelden activisten methoden om veiliger actie te voeren. In Duitsland zag je al snel kleine demonstraties van mensen met mondkapje, op afstand van elkaar, heel zorgvuldig maar wel met grote signaalfunctie. Dit was belangrijk. Want ook in coronatijd gaat de strijd door, de straat is ook dan nog steeds van ons, en het is aan ons hoe we onze veiligheid daarin waarborgen. In juni zagen we dit verschijnsel in het groot, toen ook in Nederland duizenden mensen de straat op gingen als steun aan Black Lives Matter. Sindsdien weet je: als er op een groot plein kruisen worden gekrijt op twee meter afstand, dan is er een protest in aantocht. Een uur later staan er dan mensen met borden op die kruisen, allemaal een mondkapje voor. Erg dynamisch is het niet, we willen lopen, en we willen ook kunnen inhaken in gesloten linies als we de politie tegenkomen. Maar het is een bewuste poging om wel te blijven protesteren zonder elkaar nodeloos in gevaar te brengen. Anarchisten zijn deel van die poging en zoeken samen met anderen naar mogelijkheden.

Maar als ik dit alles overzie, mis ik toch iets zeer wezenlijks. Er zit iets scheef. We zijn heel erg druk bezig met proberen ons eigen vertrouwde ding te blijven doen onder ongebruikelijke omstandigheden. Wat we goeddeels missen is een aanval op die ongebruikelijke omstandigheden zelf. Ja, we verzetten ons tegen repressie. Ja, we kritiseren regeringen genadeloos als ze scholen en bedrijven openhouden en ons daarmee aan levensgevaar blootstellen, maar wel lopen te jagen op vijf jongelui in het gras die 1.30m afstand aanhouden in plaats van anderhalve meter. We discussiëren over de vraag hoe we ons tijdens corona organiseren. Wat we te weinig doen is: nadenken over hoe we ons tegen corona organiseren, en hoe we dat ook in de praktijk brengen. Daar laten we teveel liggen. Een maatschappijkritische theorie die de hele wereld op de kop wil zetten en er iets moois voor iedereen van wil maken, kan maar beter antwoorden hebben op maatschappelijke vraagstukken die we onderweg tegenkomen.

Anarchisten weten hoe je het fascisme moet stoppen, met directe en militante actie. Anarchisten hebben een idee over hoe je maatschappelijk noodzakelijke werkzaamheden op vrijheidslievende en solidaire wijze kunt organiseren: collectieve bedrijven, arbeiderszelfbestuur. Anarchisten zien enigszins voor zich hoe een gemeenschap zichzelf bestuurt, zonder staat en kapitaal: wijkraden, communes gebouwd op rechtstreeks zelfbestuur. Anarchisten hebben een methode om het klimaat van verdere rampzalige ontwrichting te behoeden: sluiting forceren van alle economische activiteit waarin broeikasgassen de lucht in worden geslingerd, met blokkade- en bezettingsacties van kolenmijnen en energiecentrales die fossiele brandstoffen gebruiken, van vliegvelden. Anarchisten brengen op deze fronten hun aanpak ook in de praktijk, voor zover omstandigheden het toelaten, voor zover we de aantallen hebben, voor zover we er medestanders en bondgenoten voor vinden.

Het is me een lief ding waard als we ook een aanpak ontwikkelen die hetzelfde probeerde met corona: samen een einde maken aan die pandemie. Een aanpak die bouwt op eigen initiatief, autonomie en directe actie. Een aanpak die de solidariteit naar voren schuift en eigenhandig organiseert. Een aanpak die doet wat staat en markt deels nalaten, deels wel doen maar op een manier die bepaald beter kan, en zonder vrijheid en medemenselijkheid te vertrappen. Een anarchistische aanpak, niet enkel om de pandemie te doorstaan maar om die pandemie echt te weerstaan en te helpen verslaan.

Afstand

Hoe zou zoiets er uit zien? De kern is doodeenvoudig: physical distancing(1) in allerlei vormen. Het coronavirus verspreidt zich niet zelf. Mensen verspreiden het, onbedoeld en ongewild. Een besmet persoon ademt, hoest, zingt, niest, roept, spreekt of blaast virus uit. Een ander persoon ademt het virus in. Het gaat via druppeltjes die slechts op korte afstand van persoon naar persoon gaan. Het gaat ook via kleinere deeltjes, aerosolen, die langer in de lucht blijven hangen.

Het gaat van dus persoon naar persoon. Ontmoetingen tussen mensen zijn nodig voor verspreiding. De afstand tussen die mensen moet niet te groot zijn. Verminder het aantal ontmoetingen, vergroot de afstand tussen mensen, en de verspreiding van het virus loopt spaak. Regel de vermindering van ontmoetingen, via collectieve zelforganisatie en directe actie, en voilà.

Want ontmoetingen verminderen en afstand vergroten, dat kunnen we in principe zelf. Daar hebben we geen regering en geen bedrijfsleven bij nodig, al doen die dat anders voorkomen. In maart zeiden een heleboel mensen: ik blijf thuis. Ik schrap al mijn niet dringend noodzakelijke afspraken. Ik ga niet naar feestjes, niet naar bijeenkomsten, niet naar demonstraties. Ik doe dat optreden nu niet. Familie en vrienden zien me nu even niet. Vergaderingen vervangen we maar even door vervelende videochat. Ik hou mijn kinderen voor de zekerheid thuis in plaats van ze naar school te laten gaan. Dat soort dingen. Een thuisblijf-actie. Nauwelijks georganiseerd, maar tastbaar.

Er circuleerde in maart een website met als naam Stay The Fuck Home.(2) Daarin stond het idee uitgelegd. Als we allemaal zo veel mogelijk thuisblijven en zo min mogelijk mensen zien, dan strandt dat virus. Ik heb die site destijds veel gedeeld en de erin geadviseerde houding proberen uit te dragen. Ik zag en zie het als directe actie, als zelfstandig initiatief dat veel mensen zelf konden nemen. Het feit dat overheden het thuisblijven vervolgens gingen reguleren en afdwingen via hun lockdowns, veranderde aan de noodzaak van dat thuisblijven helemaal niets. Ik bleef thuis uit overtuiging, voorzichtigheid en solidariteit. Niet omdat de regering het mij gebood. Hetzelfde gold later voor de mondkapjes, een zinnige aanvulling op het physical distancing. Ik draag die omdat ik wil, en al ruim voordat de regering aarzelend naar een ‘dringend mondkapjesadvies’ en vervolgens een verplichting manoeuvreerde. Ik heb die hele regering niet nodig om te doen wat noodzakelijk, zorgzaam en solidair is. Ik doe dat wel zelf, maar liever toch samen met jou.

Is stay the fuck home op zichzelf genoeg? Nee, maar precies de beperkingen nodigen ertoe uit om de strategie verder uit te werken en aan te scherpen. Stay the fuck home is te doen als je een home, een woning hebt. Daklozen kunnen er weinig mee, en wie opgesloten is – in huizen van bewaring in afwachting van een proces, in vreemdelingendetentie in afwachting van uitzetting, in de bajes tijdens gevangenisstraf, in een asielzoekerscentrum in afwachting van de statusaanvraag – nog minder. Tegen die mensen ‘stay the fuck home!’ roepen is een cynische grap.

Daklozen dienen allereerst een thuis te krijgen voor ze the fuck thuis kunnen blijven. De strijd voor fatsoenlijke huisvesting met bijbehorende privacy is door corona nog urgenter geworden. En wie in wat voor gevangenis ook zit opgesloten hoort onmiddellijk te worden vrijgelaten, uit gezondheidsoverwegingen. Bajessen en AZCs zijn plekken waar vaak meer mensen in een kamer of cel zitten, en waarin in sociale ruimte en werkplekken van afstand weinig terecht kan komen. Levensgevaarlijk, en het repressieve antwoord – allemaal opgesloten in een eigen kamer – is onmenselijk. Juist vanwege corona: laat al deze mensen onvoorwaardelijk vrij. Woonruimte vinden we voor deze mensen: er staan genoeg hotels en kantoorruimtes leeg, en juist in kraken hebben anarchisten nogal wat expertise en praktijkervaring. De strijd tegen corona, de strijd tegen woningnood, de strijd tegen bajes en detentie in welke vorm dan ook: het ligt allemaal in elkaars verlengde. Juist anarchisten zouden dat verband makkelijk kunnen zien, leggen en praktiseren.

Een ander front. Thuisblijven is te doen als je inkomen maandelijks wordt bijgeschreven zonder dat je naar werk of school hoeft. Ik red me min of meer, met mijn uitkering en mijn kleine bunkertje. Heel veel mensen zitten niet in die situatie. Ze hebben een baan, of ze gaan naar school. Naar hun werk moeten ze, want anders valt er inkomen weg. School is niet vrijwillig voor wie leerplichtig is, en ook voor studenten geldt dat ze niet zonder gevolgen – studieachterstand en erger – zomaar thuis kunnen blijven. Al deze mensen kunnen niet thuisblijven zonder ernstige gevolgen. De desperado-houding ‘of je nu thuis doodhongert of op straat corona oploopt, wat maakt het uit?!’ is op deze realiteit gebouwd.

Staakt!

Maar juist anarchisten zouden met die realiteit toch wel raad horen te weten. Mensen die werken, kunnen daar ook mee kappen. Mensen die naar school gaan, kunnen dat ook nalaten. Personeel dat winkels openhoudt, kan die winkels ook dichtgooien. Op veel plekken is het zeer wel mogelijk om het werk van kantoor naar huis te verplaatsen: thuiswerken dus. Het is waar: als mensen dat ieder voor zich moeten regelen, dan verliezen we. Wegblijven van werk kan ontslag betekenen, thuisblijven van school betekent gedonder met de leerplichtambtenaar, en personeelsleden die een bedrijf dicht proberen te gooien krijgen ruzie met de eigenaar die omzet en winst wil, en de zaak dus wil laten draaien. Thuiswerken stuit ook nogal eens op tegenwerking van hogerhand.

Ieder voor zich lukt niet. Samen kan het. In Italië en in de VS zag je in het vroege voorjaar een reeks van stakingsacties. Doel: sluiting van onveilige werkplekken of minstens adequate veiligheid op het werk afdwingen, of heropening tegengaan. Dat is een soort Stay The Fuck Home in georganiseerd verband! Physical distancing, gezamenlijk afgedwongen. Dat kunnen we best. In maart gingen in Nederland de scholen pas dicht nadat ouders kinderen begonnen thuis te houden, docenten verontrusting begonnen te uiten en er bezorgdheid klonk vanuit de medische wereld. Maatschappelijke druk legde de scholen stil, de regering en het RIVM wilden dat zelf niet. Dit zijn voorbeelden van het doorduwen van een stay the fuck home-houding, met directe druk, en soms zelfs met directe actie. Wie versperren het virus de weg? Wij versperren het virus de weg!

Voor dit alles hebben anarchisten in hun eigen traditie een heel arsenaal. Met name het goeie oude anarchosyndicalisme kan hier nuttige diensten bewijzen. Stakingsactie onder rechtstreekse zeggenschap van personeelsleden zelf is het hart van de aanpak. Laten we een zeer belangrijke besmettingshaard als voorbeeld nemen: scholen!(3) We kunnen blijven roepen tegen de regering: sluit de scholen! Dat is niet zinloos, want hiermee wordt de urgentie uitgedragen en de druk opgevoerd. Het is wel veel te bescheiden en te beperkt.

Vanaf drie fronten kunnen we die scholen zelf dicht krijgen! Docenten kunnen koppen bij elkaar steken en een werkstaking beramen. Ouders kunnen contact met elkaar leggen en in overleg besluiten hun kinderen thuis te houden. Een handvol leerlingen kan de rest van de klas proberen mee te nemen, de klaslokalen langsgaan en er toe bijdragen dat de school leeg stroomt. Ouders, scholieren en docenten kunnen dit discreet onderling op elkaar afstemmen. Oproepje formuleren, flyertje maken, tekstje met dag, uur en plek ook rondstrooien via apps en sociale media. Hoe moeilijk kan het zijn? Nee, zonder risico is het niet. Op een IC belanden is ook niet zonder risico.

Docentenstaking, boycot van de lessen, een thuisblijfactie vanuit ouders… mensen kunnen dit in principe zelf op gang brengen. Gezien de huidige stemming zou het me niet verbazen dat betrekkelijk kleine handjesvol boze docenten, scholieren en ouders wel eens een betrekkelijk grotere bal aan het rollen kunnen brengen dan ze zich realiseren. Anarchisten die zelf bij onderwijs betrokken zijn – als docent, als ouder, maar nadrukkelijk ook als leerling of student! – zouden hierin een rol kunnen spelen en het vuurtje kunnen helpen aanwakkeren.

Scholen zijn slechts een voorbeeld, hoe belangrijk ook. Je kunt in het onderwijs ook denken aan andere maatregelen: veel kleinere klassen, mondkapjes op ook in de les, om de beurt naar school zodat de besmettingskansen drastisch dalen. Maar ook daar geldt: initiatief en zeggenschap van de rechtstreeks betrokkenen – docenten, scholieren en ouders/verzorgers – is essentieel. Soortgelijke argumenten gelden voor het organiseren van thuiswerk, en van veiligheid op die werksituaties waarin thuiswerk niet mogelijk is. Het is het personeel zelf dat zijn veiligheid dient af te dwingen, desnoods tegen een krenterige en tegenwerkende directie. Coronaproof werken, en anders de zaak helemaal stilleggen.

Als Nederland serieuze arbeidersbonden had – en niet de flutclubs die we ‘vakbonden’ noemen – , dan was dat de houding en werkwijze van die bonden. De situatie vergt dat we niet op de magische verschijning van zulke bonden gaan wachten, maar de zaken via zelforganisatie, solidariteit en directe actie zelf ter hand nemen. Vandaaruit bouwen we dan zelf aan de soort bonden en netwerken die we in dit gevecht op leven en dood nodig hebben. Een oude arbeidersleus verschijnt in mijn geheugen, en noodt tot een kleine variatie: Heel het viruswerk staat stil, als onze krachtige arm het wil.

25 november 2020

Noten:

1 De gangbare kreet is ‘social distancing’. Ik weiger die uitdrukking te gebruiken. Het is niet de sociale afstand die groter moet. Het is louter de fysieke nabijheid waarvan we verregaand moeten afzien. Dat de sociale afstand daar ook groter van wordt, is een verdrietige prijs maar niet het doel van wat ik dus welbewust physical en niet social distancing noem.

2 Die bestaat nog. https://staythefuckhome.com/

3 Het kan zijn dat tegen de tijd dat dit verschijnt, de scholen van hogerhand al zijn gesloten. Daarmee is het voorbeeld dat ze in mijn redenering bieden echter slechts ogenschijnlijk achterhaald.

Ook verschenen bij: https://peterstormt.nl/2021/02/06/heel-het-viruswerk-staat-stil/