Er is niets gebeurd. Geen vervolging van smerissen wegens ‘dwang met misbruik van gezag door ambtenaren’ en ‘onrechtmatig binnentreden’. Zaanse wijkagent kan zijn gang gaan en je kunt maar beter geen kritiek op een racistische vertoning hebben.
Screenshot uit beslissing van OM
Op 10 december vorig jaar kreeg ik een huisbezoekje van wijkagent Ron Bergman omdat ik twee dagen daarvoor een protestmail had gestuurd naar de organisatie van een turn-event voor kinderen. Het event had een racistisch karakter, zo liet de moeder van een van de kinderen op facebook weten. Doorbraak publiceerde een protestmail en riep op hetzelfde te doen.
Gevolg gevend aan die oproep schreef ik:
“Ik vernam via Facebook dat uw vereniging aanstaande zaterdag een turn-event organiseert met ‘Nieuw-Guinea’ als thema en daarvoor kinderen vraagt om uitgedost als ‘inboorlingen’ te komen. Ik roep u nadrukkelijk op hiervan af te zien. ‘Inboorlingen’ is stigmatiserend voor mensen uit Nieuw-Guinea, en voor alle zwarte mensen en mensen van kleur in dit land. Horen zij er niet bij? Het is stereotype beeldvorming en daarom racistisch. Dit zijn voorstellingen uit het koloniale tijdperk. Beneden alle peil.”
Ik publiceerde de mail op facebook onder de oproep van Doorbraak en op mijn eigen tijdlijn. Typisch geval van online actie, zou je denken. Dat gebeurt wel vaker en wil nog wel eens effect hebben. Ook dit keer was dat zo: vanwege alle kritische e-mails zag de organisatie, tot grote opluchting van de moeder die het had aangekaart, af van het schminken van kinderen als ‘inboorlingen’. Verdere actie was niet nodig en ook niet aangekondigd. Evengoed heeft, zo bleek achteraf, de organisatie uit vrees voor acties de politie gebeld. Deze bekeek de vele protestmails en moet besloten hebben om een voorbeeld te stellen met de bij hen bekende schrijvende activiste.
Als gevolg daarvan werd twee uur na probleemloze aanvang van het event door twee lokale smerissen dringend en herhaaldelijk bij me aangebeld en op de deur gebonsd tot ik opendeed. Wat was ik van plan, zo luidde de vraag. En wat had ik geschreven? Ik stond op blote voeten in mijn nachthemd en een snel aangeschoten broek tegenover hen. Als ik actie had willen voeren zou ik niet thuis zijn geweest en hadden hun Hoofddorpse medeplichtigen mij allang bij het event gezien.