Komend weekend herdenken we de Februaristaking van 1941. Dat heeft dit jaar een extra lading, een extra belang, nu een herlevend fascisme haar schaduwen vooruit werpt. De staking was een moedig protest van arbeiders tegen Jodenvervolging door Duitse en Nederlandse nazi ‘s. De geest die de stakers destijds bewoog, hebben we vandaag – aan de vooravond van verkiezingen die een erfgenaam van de fascistische vervolgingspolitiek aan de macht dreigen te helpen – extra hard nodig. Herdenken van het verzet van destijds, opstoken van verzet vandaag de dag, die combinatie is hoognodig. Een hele goede vorm daarvoor is de herdenkingsdemonstratie die mensen van de University of Colour de middag vóór de officiële herdenking op touw hebben gezet, onder het motto: “Toen niet, nu niet! Nooit meer fascisme!” (1) Ik hoop dat het daar erg druk wordt van de deelnemers.
Wat herdenken we precies? Aan het karakter van de officiële plechtigheid te zien kun je denken dat het hier een soort nationale verzetsdaad van goede Nederlanders tegen foute Duitsers en hun handlangers was. Dat beeld klopt niet, zoals al blijkt uit de aanloop van de staking. Het betrof hier een arbeidersprotest. En de aanleiding was een escalerende Jodenvervolging waar vooral ook Néderlandse nazi ’s opvallend voorop liepen.
De aanloop van de Februaristaking verliep langs meerdere lijnen, zoals ook de overigens zeer informatieve website van het officiële herdenkingscomité laat zien. Er was allereerst de toenemende uitsluiting van en agressie tegen de joodse bevolking. Joden werden met de ene bureaucratische maatregel na de anderen uit het openbare leven geweerd. Eerst werden ze niet meer aangenomen in overheidsdienst, vervolgens werden ze ontslagen als ze daar al werkten. Dit was beleid van de Duitse bezetter, onder leiding van de fanatieke nazi Seyss-Inquart.
Maar daar bleef het niet bij. De Nederlandse nazi-beweging van Mussert, de NSB, wilde zich profileren, in de hoop dat zij Nederland mocht besturen. En hoe profileerden die nazi’s zich? Door eigenhandig een schepje bovenop de Jodenvervolging te doen. De knokploeg van de NSB, de Weer Afdeling (WA) drong in Amsterdam de buurten waar joden woonden binnen.Op de genoemde herdenkingssite lezen we: “Eigenaars van cafés en hotels werden gedwongen plakkaten op te hangen met de tekst ‘Joden niet gewenscht’”. Joden verzetten zich. “Steeds vaker trokken groepen WA-ers joodse buurten binnen en lokten vechtpartijen uit. Er werden marktkramen vernield, ruiten van winkels ingegooid en joden mishandeld (…) Joodse jongens, onder wie vele sporters van sportscholen als Olympia en Maccabi, verzetten zich en raakten slaags met WA-ers. In de twee daarop volgende dagen hielden de verdedigingsgroepen zich paraat: op 11 februari kwam het op het Waterlooplein tot een ware veldslag. De WA-er Koot raakte zwaar gewond en overleed enkele dagen later.” We zagen hier dus serieus, hardhandig en tamelijk doeltreffend verzet vanuit de joodse gemeenschap tegen voornamelijk Nederlandse nazi-agressie. Dit is belangrijk in twee opzichten: het draait mythes van joodse passiviteit vrij effectief de nek om: waar ze konden, verweerden joden zich heftig. En het sloopt ook de mythe dat het hier tegen ‘de Duitsers’ ging: de agressie kwam vooral van de NSB-knokploegen, de WA, Nederlandse ‘bezorgde burgers’ van destijds.
(1) Als volgt (gebaseerd op de Facebook-oproep).
Datum en tijd: vrijdag 24 februari, 15.30 uur tot 18.00 uur
Plaats: Slavernij monument, Oosterpark, Amsterdam. Van daar gaat de optocht naar de Dokwerker het Jonas Daniël Meijerplein.
Zie die Facebook-oproep voor meer gegevens.
(Lees verder bij de bron van dit artikel)
Via:: ravotr