Lisboa, eens stad der steden
die ’t verleden voortsleept in ’t heden
dichtte Slauerhoff. Hij heeft geïnspireerd tot fado, deze naar eigen zeggen door hem vertaalde anonieme die door twee zangeressen van nu tot leven wordt gebracht.
Gedoemd om droevig te leven
Wordt ieder die te veel liefheeft;
Nog nooit hield mijn hart het tegen,
De liefde die groot verdriet geeft.
Weer zocht tevergeefs aan jouw borst
Mijn gemartelde hart zijn rust,
Dat wil troost voor brandenden dorst
En wordt niet gelescht door lust.
En altijd lijden en boeten
Moet men voor iedere daad,
Tot de wellust der laatste zoete
Liefkoozing in dood vergaat.
Hoe lang men soms kan omhelzen,
Eens is weer de tijd vervloden;
Kan men dan nooit die helsche
Vervloekte passie dooden?
Ik weet het, liefde is zonde
En dus kreeg ik ook mijn straf:
Ik ben voor eeuwig gebonden
Aan iemand die nooit om mij gaf.
Wel heeft hij mij veel streelingen
En liefkoozingen gedaan,
Nooit kon hij mijn liefde bevredigen,
Dat kan zeker niet bestaan.
Ik weet wel, lijden en boeten
Moet men voor iedere daad,
Tot de wellust der laatste zoete
Liefkoozing in dood vergaat.
Hoe lang men soms kan omhelzen,
Eens is weer de tijd vervloden;
Kan men dan nooit die helsche
Vervloekte passie dooden?
Vida triste, Cristina Branco
Condenado a viver triste
É sina de quem muito ama.
Nunca tu, meu coração, resististe
Ao amor que a dor inflama.
Mais uma vez meu torturado coração
Buscou abrigo no teu peito, inutilmente;
Não há quem lhe console a sede ardente
Nem ele se farta das delícias da paixão.
E sempre, para qualquer acto,
Há que pagar com o sofrimento,
Até que a doçura do último tacto
Acabe por morrer num lamento.
Por mais que os corpos se enlacem
Um dia tudo passa e só fica a solidão.
Haverá porventura alguém
que mate o fogo de tão maldita paixão?
Eu sei que amar é pecado
Por isso também a mim o céu castigou
Fiquei pra vida amarrado
A quem sempre me enganou
Jamais o amor me faltou
Com ternuras e afagos
Mas libertar meus anseios,
Nunca de tal se lembrou.
E sempre, para qualquer acto,
Há que pagar com o sofrimento
Até que a doçura do último tacto
Acabe por morrer num lamento.
Por mais que os corpos se enlacem,
Um dia tudo passa e só fica a solidão.
Haverá alguém capaz de matar
O fogo de tão maldita paixão?
(Let wel: dit is een [vermeende] terugvertaling)
En in het Fries, de taal van Slauerhoffs herkomstland, door Nynke Laverman. De tekst konden we (nog) niet vinden.