Ervaringen met professor Hans Jansen

Onderstaande is een gastbijdrage van Abdul Haq Compier, oud-student van Hans Jansen aan de Universiteit Leiden en hoofdredacteur van Al-Islaam, het tijdschrift van Ahmadiyya Moslim Gemeenschap Nederland

In 2002 was ik aan de Universiteit Leiden getuige van een surrealistische publiciteitscampagne voor de op handen zijnde Amerikaanse inval in Irak. Het waren arabist Hans Jansen, Jozias van Aartsen en een – ik geloof gepensioneerde – generaal. Een vreemde gewaarwording was het, een academicus zo actief te zien in het promoten van een oorlog, geflankeerd door de politiek en het leger.

Kort nadien werd Hans Jansen aangesteld als hoogleraar Arabistiek in Utrecht. (Van Aartsen werd burgemeester van Den Haag). Sinds deze aanstelling laat Jansen zich nog louter inschakelen om met publicaties of televisie-optredens het angstniveau voor de Islam op voldoende peil te houden om bommen te kunnen laten vallen en vreemdelingen in vernederende inburgeringscursussen te kunnen dwingen.

In eerdere publicaties echter beperkt hij zijn persoonlijke rol in de wetenschap vooral tot het met wat cabaret prikkelen van fundamentalistische starheid bij moslims. Zo vertelde hij tijdens zijn colleges eens dat hij een delegatie notabelen uit Egypte had getrakteerd op een rondleiding op een varkensboerderij – misplaatst, maar tenminste niet kwaadaardig.

In zijn publicaties van vóór zijn aanstelling in Utrecht, zoals zijn ‘Nieuwe inleiding tot de Islam’ (ons leerboek voor zijn colleges; Uitgeverij Couthino, Bussum 1998,) blijkt het hem nog niet verboden te zijn ook angsten over de Islam wèg te nemen. Weliswaar wemelde het van de ironische en soms ronduit denigrerende toespelingen. Maar ook schrijft hij, in het hoofdstuk ‘Angst voor de Islam’, p. 260):

“Nu is het natuurlijk zo dat een universele godsdienst in principe de hele wereld wil bereiken, maar dat de ‘islamitische fundamentalisten’ ook Europa en Amerika begeren te overmeesteren, is toch niet echt het geval. Wat de Islamitische fundamentalisten wèl willen, is dat regeringen in Europa en Amerika geen steun verlenen aan de regimes waar de fundamentalisten mee in conflicht zijn. (…)

“Ten slotte is er de angst dat Nederland ‘islamiseert’. Wie zich realiseert dat het al eens eerder is gebeurt dat een godsdienst uit het Midden-Oosten het werelddeel Europa heeft overgenomen (nl. het Christendom), heeft inderdaad reden tot ongerustheid, zij het dat we het over processen hebben waarbij termijnen in het geding zijn die lang zijn, en waar een individu vanuit zijn eigen tijd geen zicht op heeft.

“Het is in de Nederlandse publieke opinie nog weinig naar voren gekomen hoe zeer Moslimse migranten in Nederland, en hun nakomelingen, aan het vernederlandsen zijn. Er is hier een hele generatie van ‘allochtone’ schrijvers die in het Nederlands voor Nederlandse lezers over Nederlandse problemen schrijft. Het taal- en cultuurverlies onder de allochtonen verloopt veel sneller dan de autochtone publieke opinie zich bewust is. Het allochtone ‘Onderwijs in de Eigen Taal en Cultuur’ zou zo langzamerhand haast beter niet meer in het Arabisch of het Turks maar in het Nederlands gegeven kunnen worden.

“Desalniettemin zullen er altijd enclaves van vroomheid en/of onaangepastheid blijven bestaan. Maar de Moslims in Nederland hebben meer reden bang te zijn voor vernederlandsing, dan de niet-Moslims in Nederland reden hebben bang te zijn voor de Islam – hoe begrijpelijk en menselijk al die angsten ook zijn”.

Jansen maakte tijdens zijn colleges wel al vaak opmerkingen om moslims af te krijgen van hun idee van Mohammed  als vreedzame profeet, of de Islam als ideale godsdienst. We waren vaak gekwetst. Maar in vergelijking met wat hij nu schrijft en op tv doet, missen we de oude Jansen, die soms ook positief over de Islam kon zijn. Lees wat hij in hetzelfde boekje schreef in het hoofdstuk ‘de aantrekkingskracht van de Islam’ (p. 215-216):

“Meer dan enige andere concurrerende godsdienst weet de Islam raad met het bestaan van andere godsdiensten. Wie in de Derde Wereld (of elders) zich tot het Christendom bekeert, heeft er direct een probleem bij: hoe zit het nu met de Islam? Wie zich in de Derde Wereld tot de Islam bekeert, heeft een probleem minder: hij weet nu ook hoe het met het (met het Westen geassocieerde) Christendom zit.
    

“Meer dan enige andere concurrerende godsdienst weet de Islam een gelovige te suggereren dat hij als een planeet in zijn baan zit, of zou kunnen zitten. Zonder dat het ontbreekt aan keuzemogelijkheden die een gevoel van vrijheid geven biedt de Islam toch veel vastheid. De dag is ingedeeld door het gebed, de seksuele relaties zijn geordend door de Sharî’a, spijswetten vragen om aandacht, het individu heeft zijn plaats binnen de familie, de gemeenschap, de kosmos, de heilsgeschiedenis.
  

“Een moslim die zich tot het Christendom zou bekeren en bij zijn nieuwe geloofsgenoten zou informeren naar de Christelijke wijze van bidden, of de Christelijke wijze van het verrichten van de reinheidswassingen krijgt ontwijkende, gecompliceerde, schamel klinkende antwoorden: het gaat om de gezindheid, hebt uw naaste lief als uzelve, Christus is Koning, God is Liefde, ik geloof omdat het absurd is. Christenen die zich tot de Islam bekeren worden daarentegen geconfronteerd met een overstelpende hoeveelheid concrete, heilbrengende, regels en aanwijzingen.
  

“Tot onderzoek en speculatie geneigde geesten vinden in de Islam meer dan genoeg materiaal bij de klassieke Moslimse filosofen en mystici, en de grote meerderheid van de meer huiselijk ingestelde geesten wordt bepaald niet vergeten door wet en plichtenleer.
    

“Alle vragen die aan de orde worden gesteld in het Nederlandse volksliedje ‘Lieve Heer, kost en kleer, ‘t hemelrijk en dan niet meer’ worden door de Islam klaar en duidelijk, gezaghebbend en systematisch, desgewenst op verschillende niveau’s, door professionele Ulama beantwoord. Er zijn twee mogelijkheden: het is daarin dat de kracht van de Islam schuilt; of de Islam is inderdaad Gods eigen godsdienst.”

Ach, hadden we toen maar niet teveel over hem geklaagd, en hadden we deze Jansen nog maar! En beste Hans, nu geachte professor, kunnen we u niet terugkrijgen? Was uw oude cabaret niet veel leuker, dan het nu met uw verschijning goedkeuren van moord, vernedering en plundering? Verlangt u niet een beetje terug naar de oude onschuld?

Zie:

8 gedachten over “Ervaringen met professor Hans Jansen”

  1. Als je NOG verder teruggaat in de persoonlijke wordingsgeschiedenis van Hans Jansen, dan kom je een fervente anti-Israël activist en bewonderaar van het Palestijnse verzet tegen. Ik schreef daarover hier: http://feedproxy.google.com/~r/huibs/yTxx/~3/SKtjK3klAyc/barbarist-hans-jansen-viert-d-day-in.html .
    Toen de NRC dat vorige maand overnam, beweerde Jansen dat dat niet waar kon zijn, omdat hij in 1968 in Egypte zat. Later zag ik dat het vermoedelijk 1967, en niet 1968, was, dat we die hilarische tocht naar Parijs maakten, met een onophoudelijk kwakende HJ. :mrgreen:

  2. Ik kan het filmpje niet bekijken. 2 van die zo met zichzelf ingenomen mensen, oef. (ja weet wel over de doden niets dan goeds, maar bah)

  3. Ik herken veel uit het bovenstaande verhaal. Zelf heb ik ook een vakje bij Jansen gedaan (in Leiden). Het is een aardige man in de dagelijkse omgang (samen veel sigaretten weggepast in de pauzes van de colleges) en hij heeft zeker veel humor, al kan ik me voorstellen dat niet iedereen zijn grappen kan waarderen. Maar goed, dat was allemaal heel goedaardig.
    Maar wat ie nu allemaal beweert Zie zeker zijn website waarop teksten staan als:

    ‘Er zijn twee soorten terroristen, praktische en apocalytische. (De onderscheiding is van Ralph Peters, er zijn uiteraard andere onderscheidingen en indelingen denkbaar). Praktische terroristen stellen eisen die in principe vervulbaar zijn, bijvoorbeeld de vrijlating van een gevangene. De politiek moet per keer besluiten hoe hier mee zal worden omgegaan. Met enige slimheid zijn de acties van praktische terroristen vaak wel te pareren.
    Apocalyptische terroristen daarentegen stellen eisen waarvan de verwezenlijking niet mogelijk is, of ze stellen soms zelfs helemaal geen eisen. Het gaat apocalyptische terroristen grotendeels om het genoegen te zien (of, in het geval van zelfmoord, te kunnen verwachten) dat ze wereldwijd hevige consternatie veroorzaken.
    Het enige medicijn is dan ook tegen-consternatie. Niet, zoals bij oorlogvoering gebruikelijk, streven naar een overwinning met proportionele middelen die voor het doel dat bereikt moest worden net voldoende zijn, maar streven naar een totale verplettering met overdreven zware middelen en overmacht. Het gaat immers niet om een rationele oorlog maar om een irrationele strijd.
    Angst aanjagen, en ruim voldoende reden geven om angstig te blijven, is van groot belang. Niet bang zijn zelf af te zakken tot het niveau van de terroristen. Voor minder doen ze het immers niet. Het is in de propaganda-oorlog bovendien van groot belang de terroristen als loosers voor te stellen die op allerlei manieren, ook seksueel, niet aan hun trekken zijn gekomen. Omdat dat meestal waar is, kan het niet zo moeilijk zijn.
    De methoden die het strafrecht toestaat bij de bestrijding van wangedrag en misdaad gaan minder ver dan de veel ruwere methoden die door een oorlogsituatie worden opgedrongen. Het strafrecht is dan ook niet geschikt voor terrorismebestrijding. Hoe het ook tegen onze natuur en ons systeem ingaat, indien mogelijk moeten (curs. FS) terroristen sneuvelen tijdens hun zelfgekozen acties. Het is niet nodig om bang te zijn ‘martelaren te maken’. Beter tien dode martelaren in de hemel dan één levende, gewapende terrorist op straat. Martelaren zijn immers geen bedreiging van de openbare orde, terroristen wel.
    Laten we ons bij de bestrijding van terrorisme dat gepleegd wordt in de naam van de islam, alsjeblieft geen zorgen maken over wat de moslims er van vinden. Ook het raadplegen van moslims over wat de ‘ware’ islam hier voorschrijft, is uit den boze. Als de terroristen eenmaal zijn vernietigd, is dat voor de andere, niet-vernietigde moslims voldoende bewijs dat de terroristen er ook theologisch naast zaten, anders had God hen immers wel gespaard. Vernietigen gaat dus voor.
    Wanneer er een grote terroristische aanval op een Nederlands doel wordt gepleegd, door terroristen die zich op de islam beroepen, zou dat kunnen leiden tot spontane acties van de bevolking waarbij bijvoorbeeld moskeeën in brand worden gestoken. Dat zal de moslims in Nederland er eerder toe brengen zich van de terroristen af te keren dan hen te steunen. De overheidsreacties op zulke spontane pogingen tot tegenterreur dienen daar dan ook mee rekening te houden.
    De knappe strategen die Nederland rijk is, zullen nog wel meer kunnen bedenken. De Amerikaanse auteur Ralph Peters heeft in zijn boek Beyond Terror (2002) al heel wat suggesties gedaan waarvan ook in de alinea’s hierboven wel sporen te vinden zijn. Sinds 12 september 1683, het ontzet van Wenen, hebben we geen islamitische terreur meer gekend. Dat was een mooie adempauze. Sinds 11 september 2001 is de islamitische terreur tegen de niet-moslims hervat. De strijd die toen begonnen is, kan een aantal jaren duren, maar de kans dat het een aantal eeuwen gaat duren is niet geheel denkbeeldig.
    Natuurlijk staan veel, wellicht de meeste, moslims hier geheel buiten, zoals ook toen de Turken in 1683 voor Wenen stonden, de meeste Turken gewoon thuis zaten. Maar dat maakt de strijd niet minder gevaarlijk. Zo lang er niets te bedenken is waardoor Nederland, of welk ander land dan ook, neutraal zou kunnen blijven in de strijd met mensen die zich op de islam beroepen wanneer ze zich schuldig maken aan terrorisme, is alles mogelijk en dienen we op alles voorbereid te zijn’.

    (De terreur van de brandende afgunst, 2004, http://www.arabistjansen.nl/afgunst.doc )

    Of deze:

    ‘We zijn collectief vergeten dat een vreedzame enclave als Nederland ter verdediging niet genoeg heeft aan haar eigen vreedzaamheid, maar ook een aantal gedisciplineerde rotzakken nodig heeft die zo nodig in het verborgene vuile handen maken bij het vechten voor vrede en vrijheid. Het zal niet meevallen om dat overtuigend uit te leggen aan al die brave en aardige mensen van het CDA en de Christenunie. En de rest.
    We beseffen niet dat dreiging met geweld, en geweld zelf, alleen door gecontroleerde en sluwe toepassing van geweld gestopt kan worden. De onwaarachtige manier waarop bedreigingen half of geheel verzwegen worden, heeft verkeerde effecten op het openbare leven en is niet langer houdbaar. Dat dwingt ons te gaan zoeken naar methoden die kunnen bewerken dat Nederland op de lange duur, om het maar eens hardop te zeggen, zijn vrede en vrijheid terugkrijgt’.

    Het is niet de leugen die regeert maar de duistere dreiging”, in: OPINIO, 23-29 maart 2007 ( http://www.arabistjansen.nl/bedreigingen.doc )

    Maar goed, binnenkort komt er van mij nog een uitgebreide beschouwing over de opmerkelijke recente uitingen van Hans Jansen,

    Floris Schreve
    http://www.fhs1973.wordpress.com

  4. Wanneer er een grote terroristische aanval op een Nederlands doel wordt gepleegd, door terroristen die zich op de islam beroepen, zou dat kunnen leiden tot spontane acties van de bevolking waarbij bijvoorbeeld moskeeën in brand worden gestoken. Dat zal de moslims in Nederland er eerder toe brengen zich van de terroristen af te keren dan hen te steunen. De overheidsreacties op zulke spontane pogingen tot tegenterreur dienen daar dan ook mee rekening te houden.

    Zozo, lijkt een aanmoediging.

  5. Overigens is Hans Jansen wel iemand met een hele grote staat van dienst, heeft hij veel serieuze publicaties op zijn naam staan (los van de wat ‘populaire’ boekjes als Islam voor varkens, etc…), dus ik zou hem zeker niet onderschatten. Ik weet ook uit eigen ervaring dat hij zeer erudiet is, een immense kennis van zaken heeft, enz. enz. Maar daarom zijn dit soort bijdragen ook zo verbijsterend. Er zijn overigens nog veel meer voorbeelden. Zo was hij ook, ten minste tot en met de invasie in Irak, een groot bewonderaar van de ietswat obscure arabiste en voorlig CIA medewerkster Laurie Mylroie, die als enige zo’n beetje er heilig van overtuigd was dat Saddam Hoessein achter 9/11 zat. Tenminste die indruk heeft ze vaak gewekt in haar newsletters, waar ik me, overigens op aanraden van Jansen, op had geabonneerd.Wel interessant overigen, al was het maar om een goed inkijkje te hebben in hoe de ‘haviken’ in de VS redeneerden en tot hun afwegingen kwamen. Maar deze Laurie Myroie heeft er achteraf gezien wel zo kolossaal naast gezeten, dat het toch wel leuk zou zijn om een keertje te mogen vernemen (van haar, maar misschien ook van haar bewonderaars), hoe dat nou allemaal mogelijk was.Jansen heeft haar overigens nog na de invasie in Irak, toen het allang duidelijk was dat zij er op alle punten naast zat, instemmend aangehaald in zijn boekje ‘God heeft gezegd; de onvoltooide modernisering van de islam’. Ik zou best wel willen weten waarom we deze mevrouw Myroie, nu werkzaam bij het American Enterprice Institute, nog serieus zouden moeten nemen. Want volgens mij is er verder geen serieuze academicus die dat nog doet.
    Zo zijn er nog wel wat meer interessante dingetjes op te merken.

Reacties zijn gesloten.