In het verhaal Een afdaling in de Maalstroom van Edgar Allen Poe wordt een vissersschip meegesleurd in een catastrofale draaikolk. Twee broers proberen het vege lijf te redden. De een klampt zich vast aan het dek en verdwijnt met schip en al in de diepte. Degene die het kan navertellen, kijkt om zich heen en ziet dat lichte dingen niet snel dalen in de draaikolk. Dus bindt hij zich vast aan een leeg watervat, werpt zich in het woedende water, en cirkelt steeds een beetje dieper rond, totdat het doodtij wordt en de draaikolk bedaart. Zo overleeft hij het inferno.
De moraal van dit verhaal: kijk goed om je heen, oriënteer je op de werkelijkheid. De schrijver van het verhaal ziet vanaf de kust de draaikolk voor zijn ogen ontstaan. Hij heeft ‘het gevoel iets volslagen nieuws te aanschouwen’. In die nieuwe werkelijkheid moet je dus anders gaan handelen.
De mensheid lijkt momenteel zelf bezig om zo’n maalstroom op te wekken – maar zonder daar zelf erg in te hebben, gericht als we zijn op onze dagelijkse besognes.
Slechts drie kantelpunten in het klimaat samen zouden wel eens zo’n draaikolk kunnen gaan vormen. We zouden die kunnen zien ontstaan, maar besteden er amper aandacht aan. Het gaat om wat er momenteel gebeurt met het Amazoneregenwoud, de permafrost en aan de Noordpool (overigens zijn in het klimaatsysteem nog veel meer potentiële kantelpunten, zoals die nu op Groenland en Antarctica plaatsvinden).
Wie het complete plaatje van de klimaatverandering wil leren kennen, wordt uitstekend bediend door het nieuwe boek Zes graden. Daarin geeft gelauwerd wetenschapsauteur Mark Lynas een huiveringwekkend leesbaar overzicht van álle gevolgen van de opwarming van de aarde, keurig gerangschikt van één tot zes graden temperatuurstijging. Het boek geeft ook de harde getallen over de extra opwarming die optreedt wanneer een remmende terugkoppeling kantelt naar een versterkende terugkoppeling en de kolk zich begint te draaien. Zes graden is nog maar net gedrukt, en inmiddels moeten de kranten alweer nieuwe verontrustende onderzoeksgegevens melden over die drie kantelpunten.
Zo woedden er in augustus in het Amazonegebied meer dan 10.000 branden tegelijk. De omvang van het ontboste gebied steeg in slechts een paar jaar van 15 naar 17 procent. Bij 20 à 25 procent ontbossing verandert het hele regenwoud volgens deskundige Carlos Nobre mogelijk spontaan in één gigantische woedende vuurzee, en daarna in een permanent snikhete savanne. Als dat gebeurt, brengt dat 150 tot 200 miljard ton koolstof extra in de atmosfeer, wat evenveel is als de hele mensheid in 15 tot 20 jaar aan CO2 uitstoot.
Van januari tot mei dit jaar heerste in Siberië de op een na hoogste hitte ooit waargenomen. In 2050 wordt het er volgens onderzoek waarschijnlijk tenminste 2,5 graad warmer, maar dat kan ook zomaar op 7 graden uitkomen. Dat resulteert dan in een enorme extra uitstoot aan klimaatgassen. Drie graden opwarming ter plaatse is al goed voor 100.000.000.000 ton extra koolstof in de atmosfeer.
En dan de poolzee: elk jaar in september is het ijsdek daar op zijn kleinst. In de afgelopen veertig jaar slonk het oppervlak per decennium van gemiddeld 6.953 km2, naar 6.499 km2, naar 5.389 km2, en recent naar slechts 3.834 km2. Dit jaar is het uitgekomen op 3.737 km2. In 2050 zuigt die donkere zee warmte op die nu nog door het witte ijs weerkaatst wordt. Dat kan uitmonden in een temperatuurstijging die even groot is als die van 150.000.000.000 ton extra koolstofuitstoot.
Alleen al deze drie natuurlijke bronnen veroorzaken nog in deze eeuw even veel extra warmte als veertig maal de huidige jaarlijkse uitstoot door de mensheid. En dan komt een opwarming tot 2 graden als vanzelf tot stand.
Het beeld van een maalstroom doet ons in de eerste plaats aan de zeespiegelstijging denken. Maar de gevoeligste klap komt niet uit zee: het eerst zullen we hongersnood op het land voelen. Op basis van onveranderd beleid en te verwachten klimatologische trends tonen ‘de resultaten (van ons model al in 2040) catastrofale verliezen in het mondiale systeem van voedselvoorziening en nooit eerder vertoonde, aanhoudende voedselrellen. De mondiale samenleving stort in als de voedselproductie permanent tekortschiet’, aldus Aled Jones tijdens een presentatie van zijn onderzoek.
Ons kabinet sjort zich liever vast aan het schip dan aan de ton. Een oriëntatie op de werkelijkheid, een vooruitziende blik wordt node gemist. Zelfs een krant als de Nederlandse NRC wordt er moedeloos van. Een commentaar vond dat de details op Prinsjesdag ‘alwéér tegenvielen’. Terwijl Europa intussen voor 55 procent CO2-reductie in 2030 gaat, ‘is dit kabinet onvoldoende voorbereid’.
En de oplossing moet toch echt van de overheid komen, niet van individuele burgers (al zou de gegoede burger wel wat meer moed en daadkracht mogen tonen). We hebben snel een goed doortimmerd plan en een opbeurend verhaal nodig, met een oplossing waar we allen in kunnen meegaan, arm en rijk, jong en oud. En dan niet met een ouderwets groeifonds, maar juist met een ontgroeifonds met nieuwe vergezichten. Want de wetenschap vertelt ons dat het nu of nooit is.
– door Jan van Arkel en Maurits Groen, oorspronkelijk verschenen bij De Wereld Morgen