Een massaslachting die ook voorbij lijkt

Op warme zomeravonden heb je de ramen en eventueel deuren open, maar wel lampen aan. De filosoof Antoon Vloemans, die onder veel meer een titel Het leven is heilig op zijn naam heeft staan, schreef het in de vroege dagen van de elektrische verlichting: het is te vroeg om vast te stellen wat voor invloed de massaslachting onder insecten deze lichtbron aanricht. Op die warme dagen komen van onbekende plaatsen allerlei wemelende vliegende beestjes af, die zich meestal dodelijk verwonden aan de bron van licht en warmte. Kleine flinterdunne mugjes in allerlei kleuren, of juist de grote langpootmuggen, die echt niet komen zoemen of steken (moet je er meteen bij zeggen), het zijn nooit de “lastige” insecten die op die lampen afkomen.
Een paar dagen geleden schreef Trouw-redactrice Leonie Breebaart over de ontmoeting met die zwermen in de Cevennen, een jaar of dertig geleden.

Als we de buitenlamp ’s nachts aandeden, zwermde een onvoorstelbare variëteit aan motten en muggen naar de verlichte muur, plus een weelde aan voor mij ondefinieerbare wezens. Je zou er bang van kunnen worden. Maar het observeren van die bewegende vacht van gevleugelden en geleedpotigen, zoemers en snorders, kruipers en vliegers riep bij mij vooral ontzag op, herinner ik me. Je keek ernaar als naar een wonderbaarlijke, hoogontwikkelde inheemse cultuur. Je bent er te gast, je wordt getolereerd.

Veel van die ongekende insecten zullen prooidieren zijn van vleermuizen, gierzwaluwen en ander in de lucht rondvliegend en etend gewerveld gedierte. Als luchtlagen in de nacht dalen en de kunstmatige lichtbron aangaat is het tijd voor de ontmoeting met deze beestjes.
Of “is het”…? Ben ik alleen als ik vaststel dat die avondlamp in zomerse dagen niet zoveel leven meer aantrekt? Blijkbaar heeft de massaslachting waar Vloemans voor vreesde elders plaatsgevonden.
En dan – is de collectieve verleiping al zo ver gevorderd dat mensen de spectaculaire en waarneembare afneming van insecten allesbehalve erg vinden? Onder het motto: wie zit er te wachten op vliegen, muggen, wespen of kevers? Het zou best eens kunnen.
Het leven is voor heel velen niet zo heilig.