Een beeld van een slavenhandelaar of kolonisator is diefstal van geschiedenis

Bijt er even doorheen hoe graag babbelshowgastheren Pauw en Witteman over de gevoelens van Aad van den Heuvel willen kwebbelen, en hoe de camera graag naar een nog jong aandoende Marianne Thieme dwaalt en zie wat Van den Heuvel liet zien in voormalig Biafra en hoe mensen ter plaatse daarop reageerden.
Hun recente geschiedenis is hun ontnomen. Laat staan hun eerdere. Nog in de jaren vijftig stond er op de kaart van Afrika, waarvan de vlakken de kleur van de koloniserende mogendheid hadden, de namen die bij het begin van de overweldiging van Afrika hoorden.

Enkele landen hebben nog die koloniale naam. Ivoorkust, waar geen olifant (tenzij in de vorm van het nationale voetbalelftal, Les Éléphants) of neushoorn meer vrij rondloopt. Kameroen, van het Portugese camarão, garnaal, meervoud camarões, vandaar mede de Engelse naam Cameroons.
Dan hadden we nog de Goudkust, thans Ghana geheten. De Palmoliekust, toepasselijker zou nu zijn de Oliekust, de Nigerdelta en voormalig Biafra. En de Slavenkust, een specialiteit van de West-Indische Compagnie die verspreid langs de kust van de Golf van Guinee “factorijen” had, overslagplaatsen voor de handel in levend mensenvlees. (Fanon voert nog een bloedserieuze Afrikaan op die aan witte bezoekers vertelt dat “we mensen nu niet meer in kookpotten stoppen”, een koloniaal verhaal waarvan we ons kunnen afvragen of het echt niet meer leeft. Zegt men echt dat projectie niet bestaat?).

Vertel ons hoe de naam Slavenkust is verdwenen
Telkens weer zal eenieder moeten wenen.
Biafra ontleende zijn naam aan de geografische aanduiding Baai van Biafra, bij de knik in de kust van Afrika zuidwaarts, tussen Nigeria en Kameroen. De naam wordt wel gebruikt op kaarten om wat later naar garnalen genoemd wordt aan te duiden, maar of het echt de naam van een Afrikaans land van voor 1967 is geweest is onzeker. De naam moest verdwijnen, de Baai van Biafra staat nu op de kaart als de Bocht van Bonny.
Vertel mij hoe Biafra is verdwenen
telkenmale moet ik wenen. *)

Achebe, Okri, Adichie, laat staan Kurt Vonnegut, zijn niet genoeg om de herinnering laat staan het besef “wie es eigentlich gewesen” te voeden.
En dus huilt men bij de beelden van Van den Heuvel uit 1969, in 2011. “Dit wisten wij niet, hebben wij nooit gezien”.
Beelden zijn sterker dan tekst. De moord op George Floyd was in zijn soort routine maar het beeld komt zo aan dat de wereld op zijn kop staat – of eigenlijk juist rechtgezet wordt. Hebben we het al over “de Amerikaanse lente”?

Beelden – van de ene betekenis naar de andere. De strijd over (stand)beelden komt los als behorende bij de BlackLivesMatter-mobilisatie. De zogenaamde helden, of laat ze desnoods helden zijn, van de Confederatie in de Verenigde Staten, zijn niet neergezet als historische documentatie, maar als waarschuwing aan de zwarte bevolking: geen praatjes jullie. Ook koloniale beelden als van Van Heutsz en Coen in Nederland, Leopold II in België en Colston in Engeland zijn of waren er niet als bladzijden in een geschiedenisboek. Dat boek wordt trouwens uitgebreid met het in de plomp doen belanden van de een of het afhakken van het hoofd van de ander – het is maar een beeld! De kritiek van de beelden zijn beelden van de kritiek. En als er iets onder het tapijt geveegd zoniet helemaal onzichtbaar wordt gemaakt is het de geschiedenis van het kolonialisme. Coen en Rhodes zijn geen weldoeners.

Neem nou de concentratiekampen die Groot-Brittannië heeft aangelegd in Kenia in de jaren vijftig van de vorige eeuw. “Welke concentratiekampen?” zou je kunnen vragen. Als je dat doet is de klus geslaagd. Toen het volk der Kikuyu zich mobiliseerde om het land terug te eisen dat van hen was gestolen door Britse kolonisten en de koloniale macht werd bijna de gehele bevolking, meer dan 1 miljoen mensen, bijeengedreven in concentratiekampen en versterkte dorpen. Een van deze kampen, als echo van Auschwitz, had de leuze “Arbeid en Vrijheid” boven de toegangspoort. Zelfs Eric Griffith-Jones, de minister van justitie van de koloniale regering in Kenia, die medeplichtig was aan deze misdaden, merkte op dat de behandeling van de gevangenen “in verontrustende mate herinnerde aan de omstandigheden in nazi-Duitsland.”

George Monbiot over de leugens van Boris de Pfeffel Johnson. De klus was het wegwissen van het geschiedverhaal – met de bronnen.
Over de concentratiekampen en moorden in Kenia meer hier.

Gekoloniseerden en hun nazaten en landgenoten van de kolonisatoren, medeplichtig of niet, hebben niet alleen een morele verplichting het ware verhaal van de koloniale misdaden levend te houden of te maken. De verheerlijking ervan in straatbeelden en in lofzangen op een mentaliteit of zelfs beschaving (dat zou geen slecht idee zijn, al dan niet volgens Gandhi) dient al evenzeer bestreden. En de voortzetting van kolonialisme en slavernij, bijvoorbeeld in de vorm van gericht politiegeweld en ander institutioneel racisme natuurlijk.
Er is een wereld te winnen.

*) Onvermijdelijk dat ik nog eens mijn betrokkenheid bij het Biafra Actie Comité vermeld. Het comité pleitte voor erkenning van de republiek als oplossing voor de uithongering en de oorlog. Bij deze persoonlijke noot laat ik het even, heb hier het een en ander geschreven.