Dus je vindt immig niks, Geert?

OK, Geert… dus je vindt immig nog steeds niks? Ik ook niet! En ik ben er zelf een! (Ehhh…. en ik wou niets eens…jouw vrouw toch ook? Moet die dan ook weg? En Max van Willy? En… hou op!)

Nou goed: immig is lastig, voor zowel de doeners als de bljivers. De doeners willen eigenlijk niet, nou ja, dan moet ’t maar… maar waar komen we dan terecht? Niet zeuren Miep, we moeten hier gewoon weg en wel NU! Okee, okee…

Zo kwam Rembrandt naar Amsterdam, waar hij niet meteen een winkel mocht beginnen, want hij was geen… blijver! Net zo min als Frans Hals of Joost van den Vondel, of Simon Stevin – Vlamingen. Dat paste toen nogal wat nauwer dan nu. Alleen niet in de streken waar je wekenlang heen moest zeilen en niemand je begreep.

Zoals Nieuw Nederland. Dat is NIET de Noord-Oostpolder, maar daar kon je toen niet heen fietsen (die waren nog niet uitgevonden) maar we kwamen daar aan met Peter Stuyvesant en nou ja, we hebben er eerlijk (echt!) een stukje land gekocht, Nieuw Amsterdam, want zij deden ’t ook… Zij waren de Britten, de Mayflowers, de Fransen, de Spanjaarden, de Portu… okee, okee.

Maar wat vonden de natives, de blijvers van daar er dan van? Nou niks, lastig, zoals iedere blijver dat vindt. Maar ja: deze blijvers hadden iets minder bruikbare argumenten (buskruit) dan wij, dus…

De eerste blijver die ik ook ooit zag, was er een in Arizona of New Mexico, in ieder geval aan de route van de Santa Fe-spoorweg van Chicago naar Los Angeles. Als goed voorbereide immigs – eigenlijk ook wel op de vlucht voor de Sowjet-inval in Hongarije van 1956 – was alles geregeld: de reis, onze meubelen (kist op dezelfde boot als wij), inwoning, en vooral: een baan. Dus wij van de boot eerst een nachtje New York, en dan door naar Chicago en daar op de Santa Fe.

Die reis ging 24 of 36 uur duren, zoiets. De diesel moest onderweg twee keer of zo tanken – en de laatste keer was dat in een leeg land met wat cactussen en een dienstgebouwtje – geen station, geen huizen, geen mensen. Behalve één: een Indiaan. Hij stond daar een meter of tien van de trein en hield een kussentje in zijn handen, met daarop wat kralendingetjes voor de verkoop. Ik keek hem zwijgend aan,  hij zei ook niks. Hij stond in de volle zon, en ik zou hem dolgraag nog eens spreken – al zou hij dan nu 110 zijn of zo en zich mij waarschijnlijk niet herinneren.

We tuften weer verder en kwamen aan: er was een huis, mijn vader werkte, we gingen naar school waar we binnen twee weken Engels leerden – althans genoeg om te zeggen dat je nodig moest en de rest vloog ons ook aan, compleet met accent. Maar op de drie scholen waar ik daar zat, hoorde je toen helemaal niets meer over die Indiaan of zijn neven in Californië.

Niks, nada! Die zag je alleen nog maar op tv in de eindeloze reeksen cowboyfilms en -series. The Lone Ranger – een gemaskerde Texaanse Ranger die als assistent ene Tonto had. Die sprak net als Jeroen (Jerom) van Suske en Wiske in eenlettergrepige woorden.

Door Geert moest ik weer even aan onze Amerikaanse immigavonturen denken. Na twee jaar kwamen we terug, omdat mijn moeder het niet uithield – geen familie en vriendinnen had ze ook niet gemaakt, omdat we in die tijd al drie keer verhuisd waren – mijn vader maakte carrière. Later heb ik nog vier jaar in Warschau gezeten. Ook prima, maar even terug naar Geert.

Wij als gezin vormden niet het breekpunt van de immigs in de USA. Je was er – zeker met onze Arische uiterlijkjes – welkom en viel niet op tussen al die andere Arische immigs. Veel later ontdekte ik wat er allemaal mis gegaan was vanaf 1492 onder hoofdimmig Chris Columbus – die daar overal in onze kringen eindeloos vereerd werd, je werd er gek van.

Dus de Euro-immigs in dat land achter de oceaan namen het snel over. De Spanjaarden hadden al heel veel goed werk gedaan, zelfs hele volksstammen tot het katholicisme bekeerd – en dat waren wij toevallig ook! Dat overnemen ging in golven: na de Ierse hongersnood rond 1850 – ja hoor: daar kwamen Paddy en zijn familie. dan de arme Italo’s. Na de pogroms in Rusland: idem, de Joodse medemens. Wisten die veel van de blijvers in het nieuwe land achter de oceaan? Sterker nog: ze voelden zich min of meer welkom, vanwege dat Vrijheidsbeeld. Let op Geert: nu komt het!

Het gedicht dat hoort bij het Vrijheidsbeeld is het volgende, ik sla couplet een even over:

A mighty woman with a torch, whose flame
Is the imprisoned lightning, and her name
Mother of Exiles. From her beacon-hand
Glows world-wide welcome; her mild eyes command
The air-bridged harbor that twin cities frame.

“Keep, ancient lands, your storied pomp!” cries she
With silent lips. “Give me your tired, your poor,
Your huddled masses yearning to breathe free,
The wretched refuse of your teeming shore.
Send these, the homeless, tempest-tost to me,
I lift my lamp beside the golden door!”

Dat was uit 1903 van ene Emma Lazarus, zelf Joods, zelf dus immig, en de tekst staat op een plaquette op het Vrijheidsbeeld. Emma was oorspronkelijk Portugees Joods, maar zelf geboren in New York, familie uit Brazilië en had ook Duits-Joodse wortels. Wat wil je nog meer!

Of zij enig begrip had voor de blijvers, de natives? Ik weet ’t niet, ik denk weinig. Het Vrijheidsbeeld is van 1886 – het is het grote monument voor alle immigs. Het staat met haar linkervoet op een gebroken ketting, die de afschaffing van de slavernij in dat jaar weerspiegelt.

Het immig-debat is volkomen zinloos langs de lijnen van nativiteit, autoritaire leiders en populisme. Tuurlijk, al mijn kennissen knikken vanzelfsprekend, jaja – maar wat doen we dan tegen Geert – die knikt nu niet en nooit! Mensenrechten, daar gaat ’t om.

Ik ga Geert en zijn medestanders niet uitkafferen, dat werkt niet, dat slaat terug. Ik ga het ze eindeloos uitleggen. Geert: vergeet nou niet dat een kwart van de VOC-bemanningen immmig-Duitsers waren, op de vlucht voor hun eigen Dertigjarige Oorlog… Hoe de oude Grieken Sicilië bevolkten en Marseille stichtten… hoe tienduizenden Indonesiërs hierheen kwamen, net in de tijd dat de Nederlandse regering nota bene emigratie aanprees en zelfs drie eigen schepen daarvoor had  – en mensen ook graag wilden verdwijnen… Naar landen waar al mensen eeuwenlang met hun eigen blijfregeringen, blijftaal en blijfgewoonten woonden… Wij vertrokken, mijn vaders oudste zus was al weg, en onze overburen, en mijn klasgenoot wat later… er vielen dus gaten. dat hadden we dus strikt genomen van Geert niet gemogen.

Als je blijft betogen dat ‘grenzen dicht’ moeten, ‘minder, minder, minder’ wie-dan-ooken… dan komen we er  niet.

Bizar hoe de Trumpen en Yesilgeusjes en de vrouwen van Geert en Willy zelf wel willen profiteren van immig en het zelf dus ook zijn, maar latere immigs afweren. Te laat! Wegwezen!

Dus: blijven redeneren. De oorlogen die nu woeden en de aanleiding voor veel immig zijn, hebben vele, vele wortels in de Europese en Amerikaanse gebieden, waar de wapens worden gemaakt en de macht – plus het gas en de olie en de raketten – wordt verdeeld.

Eén geruststelling: de multinationals denken ook over Geert, en over de AfD, de FPÖ et cetera en zij trekken hun plan. Maar zij geven hun macht niet op en willen ab-so-luut geen revolutie-achtig gedoe. Dat betekent in zekere zin stabiliteit – niet het soort waar ik nou op zit te wachten, maar ja.

Geert: je kan het schudden, tenzij je daar wel eens in de donkere uren naar binnen bent gelokt en een soort stiekeme afspraak met hen hebt. Zou kunnen – maakt weinig uit.

– Uitgelichte afbeelding: Publiek domein, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=524314