Dubbele boterham met kaas 20: de Bethaniënbuurt

De serie Dubbele boterham met kaas ben ik begonnen als vaste rubriek in De AS – het ging er om herinneringen op te halen aan de grote aktietijd van de jaren zeventig. Gaandeweg werd het onderdeel van een nieuwe rubriek, Ongedoofd vuur. De reeks staat niet op tijdstip en dus ook niet op aflevering gesorteerd op Christianarchie.

De “dubbele boterham met kaas” verwees naar een specialiteit van koffiebar Roodmerk, vanaf 1973 in bedrijf gehouden door de Bedrijfsgroep Amsterdam (studenten die in “de bedrijven” gingen werken), de Lastige Amsterdammer en de Federatie van Vrije Socialisten, afdeling Amsterdam. Het maakte deel uit van een voormalige melkfabriek in het hart van Amsterdam, Bethaniënstraat 20/Boerensteeg 1. Het pand stond onder beheer van de Stichting Pandbeheer, waarin het actiewezen vertegenwoordigd was. Op zeker ogenblik was de stichting in handen van iemand die met het roemrijke verleden geen binding had. Het pand is overgedragen aan de gemeente die er prettige nieuwbouw voor rijkere mensen heeft laten neerzetten, compleet achter hek, “Gated community”. Dus wat herinnert er aan de functie van bar & pand (inclusief vermaard stencilbedrijf) uit die jaren, vooral uit de Nieuwmarkttijd omstreeks 1975? Op dat ogenblik, moet ik bekennen had ik er geen binding meer mee, ik was het zogenaamde georganiseerde anarchisme wel zat.

Het had natuurlijk ook Dubbele boterham ham/kaas mogen heten, maar dat was niet meer naar de geest des tijds toen de serie begon. Nu is veganisme bijna de norm. Maar de bar bestaat niet meer.

*

De chauffeur van de taxi praat honderduit en zijn accent is van een Amsterdamse snit die ik maar zelden hoor. In het centrum van Amsterdam mag je tegenwoordig van geluk spreken als je Nederlands op straat hoort: de stad is overgenomen door toeristen en zogeheten expats. En als je Nederlands hoort klinkt het nooit naar Amsterdam. Als ik er iets over zeg begint de chauffeur over waar hij geboren is: de Bethaniëndwarsstraat. Met die buurt ben ik bekend, via Roodmerk. Dat laatste zei hem niets, hij begon uitgebreid over de dames van plezier achter de ramen. Ik moet zeggen dat ik daar geen herinnering aan heb. Maar taxichauffeurs weten daar meer van in het algemeen.

Ik ben op weg naar het ziekenhuis voor een ingrijpende operatie. Het schiet mij achteraf te binnen dat ik de bundel verhalen van een Amsterdamse taxichauffeur, Wie geeft me jatmous? bij eerder verblijf in een ziekenhuis heb gekregen en aldaar gelezen heb. In die jaren werd je ongezond lang in het ziekenhuis gehouden. Als je nu meer dan een paar dagen ligt “ben je op sterven na dood” zei een thuiszorgster die mijn antibiotica-infuus kwam verversen. Ik las zojuist in mijn dossier dat dit inderdaad het geval was: uitvallen nierfunctie*) Mij is niets verteld. Hoe ernstig de toestand was kwam ik pas in de loop van het verblijf min of meer te horen, ongespecificeerd. Maar genoeg!

De Bethaniënbuurt. Voor de koffiebar moest je naar kleine winkels in de buurt: een bakker, een vleeswarenwinkel en een melk/kaasboer. Allemaal winkels die niet alleen in de Amsterdamse binnenstad verdwenen zijn. De laatste authentieke melkslijterij die ik gekend heb in het centrum is een paar jaar geleden gestopt. De naam ervan was Nieuw Leven, wat lijkt te verwijzen naar een eeuw of meer geleden: Werkers, werkt voor elkander! Nieuw Leven was een veelgebruikte naam voor de bedrijven die deelnamen aan het opbouwen van Gemeenschappelijk Grondbezit. Mijn aarzeling om eens navraag te doen in de winkel duurde te lang. Het is ook niet zeker of de laatste exploitant van dit roemrijke verleden in de arbeidersbeweging op de hoogte was. Hij verkocht De Telegraaf.

Ik nam niet met groot plezier deel aan de roulerende ploeg barlieden in Roodmerk. In latere jaren kwam ik er wel weer, als klant, voor een uitsmijter, die stond inmiddels op het menu. Maar hierbij heb ik een saluut gegeven aan de buurt en de functie van het pand waar de bar trefpunt was.

Het bonnetje doet ons weten dat de chauffeur uit Purmerend kwam. In die plaatsen – de overloopgemeenten van Han Lammers – wordt het accent van vroeger bewaard.

Ik denk dat ik de serie opnieuw moet oppakken. Eerst nog eens zien wat al langsgeweest is.

*) Mij is verteld dat dit nooit geheel het geval kan zijn geweest: “Dan had u hier niet gezeten”.