Van ‘We kunnen er toch niets meer aan doen’, ‘Het klimaat is altíjd veranderd!’ tot ‘We gaan toch niet terug naar de middeleeuwen?’. Wie al eens discussie voert over het klimaat, kent deze dooddoeners. Ze zaaien verwarring. Ze lijken geruststellender dan de feiten. En soms klinken ze zelfs aannemelijk. Journaliste Tine Hens stapte met tien dooddoeners naar klimaatwetenschappers en verzamelt ze in het boek ‘Het is allemaal de schuld van de Chinezen! En andere dooddoeners over het klimaat.’
Waarom een boek over dooddoeners – en waar haalde je ze vandaan?
“Toen ik in januari 2019 bij De Afspraak te gast was, werd me gevraagd of media klimaatontkenners niet gewoon een podium moeten geven voor hun argumenten. Nee, antwoordde ik, want zij ontkennen de wetenschap – dat is net zo zinloos als debatteren met iemand die zegt dat de aarde plat is. Er kwamen heftige reacties op die uitspraak. Kijkers vonden dat ik de vrijheid van meningsuiting wilde inperken.”
“Ik kreeg te maken met een harde kern van pertinente klimaatontkenners, die nooit van gedachten zullen veranderen. Daar ga ik geen energie in steken. Maar er bestaat ook een grote groep bij wie klimaatverwarring heerst. Wanneer ik lezingen gaf over mijn boek Het klein verzet, merkte ik dat aan terugkerende opmerkingen als ‘we moeten eerst iets doen aan de overbevolking’ of ‘de technologie zal het wel oplossen’. Ik begon dat soort reacties op te schrijven en naast wetenschappelijk onderzoek te leggen; voor deze mensen wil ik met Het is allemaal de schuld van de Chinezen!duidelijkheid scheppen.”
Wat is eigenlijk de oorsprong van dit soort dooddoeners?
“De Canadese klimaatwetenschapper Katharine Hayhoe, die onderzoekt doet naar het klimaatdiscours, schrijft dat er de laatste jaren een verschuiving plaatsvindt van glasharde klimaatontkenning naar stromanargumenten, die als doel hebben verandering zo lang mogelijk tegen te houden. Denktanks gefinancierd door grote bedrijven sturen deze stromannen de wereld in, gepresenteerd op websites die niet zo gemakkelijk te onderscheiden zijn van wetenschappelijke bronnen.”
“Het idee dat de technologie het allemaal wel zal oplossen, komt bijvoorbeeld uit de koker van de Amerikaanse denktank ‘The American Enterprise Institute’ Zulke argumenten sijpelen vervolgens door naar politici, ook in België. Joke Schauvliege minimaliseerde klimaatverandering bijvoorbeeld voortdurend, onder de noemer ‘hoopvol blijven’. Industriële middens en kiezers horen graag dat we ons geen zorgen hoeven maken; dat klinkt voor velen geruststellender dan de boodschap dat het economische model op de schop moet. Door zulke stromannen te gebruiken, gaan politici serieus debat over hun beleid uit de weg.”
Zijn er hardnekkige dooddoeners die zelfs onder klimaatactivisten leven?
“Het idee dat overbevolking een groter probleem is dan klimaatverandering, is sinds de jaren 60 sterk aanwezig, ook onder activisten. Het is een goed voorbeeld van hoe een stroman werkt: wie bezorgd is om het verlies van natuur, heeft al snel het gevoel dat we met te veel mensen op aarde zijn. Volgens demografen groeit de wereldbevolking echter steeds trager en zullen we nooit met meer dan 10 miljard mensen zullen zijn.”
“De landen waar de meeste kinderen worden geboren, veroorzaken bovendien niet de meeste CO2-uitstoot. We kunnen met meer mensen op aarde leven, mits we niet allemaal zo consumeren als in het westen; wíj zijn bezig de planeet uit te lepelen. Demografische verandering is daarnaast een heel traag proces – daarop focussen leidt de aandacht af van oplossingen die we meteen kunnen implementeren, zoals het uitrollen van hernieuwbare energie.”
Toch lezen we de laatste jaren vaker over ‘birth strikers’, jonge mensen die zelf beslissen geen kinderen te krijgen omwille van het klimaat.
“Geen kinderen krijgen voor het klimaat, dat is een vreselijke opoffering die we niet zouden moeten maken. Ook dit hangt samen met een dooddoener: een beter milieu begint bij jezelf. Wist je dat die slogan door oliebedrijf Shell is bedacht? Oliebedrijven waren bij de eersten die wisten van klimaatverandering, maar schoven de verantwoordelijkheid door naar individuen. Zolang burgers naar elkaar blijven wijzen, kunnen bedrijven blijven doen wat ze doen. Daarom is het zo belangrijk dat we ontrafelen waar stromanargumenten vandaan komen. Tegelijkertijd begrijp ik de gedachtegang van birth strikers.”
“We weten dat klimaatverandering een probleem is, maar ons systeem doet het tegenovergestelde van wat er nodig is. We leven in een snoepwinkel en er is niemand die de deuren sluit. Zolang er niet structureel geschakeld wordt, hebben mensen het gevoel dat zorgen voor de natuur een kwestie is van individuele keuzes. Die keuzes zijn soms hartverscheurend, zoals ik het geval van birth strikers, en vaak duur of onhaalbaar, zoals biologisch en fairtrade kopen, waardoor zorgen voor de natuur – iets wat iedereen aanbelangt – tot een elitaire zaak verwordt.”
Je zoekt oplossingen voor de klimaatcrisis dus niet in individuele keuzes, maar waar dan wel? Moeten we, zoals een van de dooddoeners uit je boek suggereert, terugkeren naar de Middeleeuwen?
“Het boeiende is dat we heel wat kunnen leren van de Middeleeuwen. Zo hadden Middeleeuwse steden afvalophaalsystemen op basis van 100% hergebruik en herstel – oftewel circulaire economie. Ook deelden mensen op wijkniveau middelen met elkaar, van landbouwgrond tot woningen. Inmiddels hebben we veel meer kennis en technologie die we ten goede kunnen gebruiken.”
“Waarom niet het beste van beide combineren? Bijvoorbeeld door op wijkniveau huishoudens zonnepanelen te laten delen. Het is geen kwestie van óf een technofix óf terugkeren naar de Middeleeuwen; we kunnen betere oplossingen vinden die voor meer mensen in de wereld haalbaar zijn, door uit zulk hokjesdenken te breken.”
In het begin van de coronacrisis leek er een soort ommekeer te zijn: minder auto’s en vliegtuien op de weg en in de lucht, we gingen fietsen, wandelen, minder consumeren. Inmiddels lijken we weer hard op weg te zijn naar business as usual.
“Mensen die het zich konden permitteren kochten lokaal eten en een fiets, bleven in hun huis met tuin… En het is vooral op stedelijk niveau dat er sneller geschakeld wordt, denk aan Milaan, Parijs, Londen en Brussel. Deze steden waren al bezig meer ruimte te maken voor fietsers en wandelaars, en hebben dat proces tijdens de eerste lockdown versneld.”
“Op lokaal niveau is dat positief, zeker wanneer alle inwoners in die veranderingen mee kunnen, maar er is op grotere schaal verandering nodig. In maart had ik even de hoop dat het besef zou groeien hoe crisissen – zoals biodiversiteitsverlies, pandemieën, mentale gezondheidscrisis, klimaatverandering en ongelijkheid – met elkaar verbonden zijn. Dat dit besef niet is blijven hangen, is de media deels aan te rekenen.”
“In de zomer verschenen er krantenkoppen als ‘zijn de files alweer terug?’ Alsof we die gemist hadden! In plaats van nieuwe inzichten aan te reiken, vervielen media al snel in een soort normaliteitsdwang. Ze onthalen vaccins als grote oplossing, terwijl de volgende pandemie zich al aankondigt als we blijven ontbossen voor veeteelt en de leefgebieden van dieren blijven binnendringen. En waar schrijven onze media over? B-post die wel of niet pakjes op tijd levert. Dat wordt gepresenteerd als existentieel probleem. Dat bedoel ik met de snoepwinkel waarin we leven. Elk verzet daartegen is zeer vermoeiend.”
Niettemin is ‘We mogen niet doemdenken’ een van de dooddoeners die je weerlegt in je boek.
“Ik heb zowel een probleem met misplaatst optimisme als met doemdenken. We hebben moed nodig; dat staat los van optimisme of pessimisme. Moed stelt ons in staat om te durven inzien hoe crisissen met elkaar verweven zijn en worden veroorzaakt door productie- en consumptiesystemen. De bewijzen stapelen zich steeds meer op dat ook onze mentale gezondheid lijdt onder de huidige systemen. Om daaruit te breken, hebben we veel moedige mensen nodig.”
“Moed zit soms al in kleine dingen. Ik denk aan iemand die tijdens een wandeling een hand op de stam van een boom legt en eens bewust stilstaat bij die structuur. Of hoe bij MAAKbar in Leuven, een herstelwerkplaats waarbij ik betrokken ben, talloze mensen willen meehelpen als we iets nodig hebben. Het zijn voorbeelden van verbinding leggen met elkaar en met de natuur, een verbondenheid waar mensen naar snakken. Ook in bedrijven zie ik mensen moedig zijn. Denk aan aandeelhouders die eisen dat er plan op tafel ligt om klimaatdoelen te halen. Zij gaan in tegen een groot systeem.”
Uit jouw artikels op MO* spreekt vaak optimisme: het is nog niet te laat.
“Eerlijk: er zijn nu veel ontwikkelingen waar ik mijn hart voor vasthoud. De kinderen van mijn kinderen zullen geen sneeuw meer kennen. Koralen, de regenwouden van de oceaan, zullen bijna volledig verdwijnen. De leeuwerik, een vogel die hier veel voorkwam, zijn we bijna kwijt. In de zomer plakken er nauwelijks insecten meer op onze autoruiten. En waar zijn de verijsde spinnenwebben die je in de winter zou moeten zien?”
“Ons enorme aanpassingsvermogen is een van onze krachten als mens, maar ook onze zwakte. We vergeten soorten die verdwijnen. Ik vind dat ongelofelijk pijnlijk. Maar als je denkt dat het te laat is, geef je op. Hoewel individuele actie niet de oplossing is, heb ik het gevoel nodig dat ik iets kan betekenen. Ik merk dat ik dat in mijn journalistiek haast onbewust benadruk.”
Er staat een generatie jonge activisten op die voor enorm veel uitdagingen staat. Wat wens je hen toe?
“Geduld. En veel zorgzaamheid, voor zichzelf, voor elkaar. Ik zie dat ook al gebeuren: deze generatie slaagt erin het traditionele mannelijke beeld van ‘de activist’ – een heldhaftige eenling die zich aan hekken vastketent – open te breken. Als je je mentaal slecht voelt, kan dat gezegd worden bij groepen als Extinction Rebellion. Lange tijd was dat taboe in activistische kringen. Je moest stoer zijn, alles aankunnen, jezelf wegcijferen voor het grotere doel.”
“De laatste jaren worden activistische groepen wereldwijd vrouwelijker, jonger en diverser. Hoewel de buitenwereld heel erg focust op individuen als Anuna De Wever en Greta Thunberg, zijn zij deel van krachtige bewegingen die gebaseerd zijn op samenwerking. Een goed voorbeeld is Justice Democrats in de VS, de stuwende kracht achter nieuwe gezichten in de Democratische partij, zoals Alexandria Ocasio-Cortez. Samen veranderen ze de partij, door elkaar omkadering en ondersteuning te bieden.”
“Dat bewegingen minder om ego en concurrentie draaien, vind ik mooi en krachtig. Dat hebben we nu nodig. Het doet me denken aan het boek ‘De universele rechten van de plant’ van Stefano Mancuso, een Italiaanse plantkundige. Hij beschrijft hoe planten de plek waar ze groeien niet kunnen verlaten; ze mogen dus niet teveel wegnemen uit hun omgeving en moeten voedingsstoffen uitwisselen met elkaar en andere organismen. Als wij onszelf en onze leefomgeving willen redden, zullen we wat meer als planten moeten denken.”
‘Het is allemaal de schuld van de Chinezen! En andere dooddoeners over het klimaat’ verschijnt begin 2021 bij EPO.
– door Selma Franssen, oorspronkelijk voor De Wereld Morgen
– Uitgelicht: Shutterstock