De afgelopen weken werden gedomineerd door berichten over evacuaties uit Afghanistan. Het ging enerzijds over Westerlingen die nog in het land waren, anderzijds over mensen die voor die Westerlingen gewerkt hadden en daardoor nu gevaar lopen. Tolken bijvoorbeeld, of koks, chauffeurs. De vraag luidde en luidt nog altijd: wie van al die Afghaanse mensen vinden de Westerse regeringen het waard om te redden?
In 2006 reed ik naar Maastricht om het afscheid bij te wonen van de Afghaanse Nezamuddin Azimi. Zijn asielverzoek was afgewezen. Op arrestatie en deportatie wilde hij het niet aan laten komen. Dan loop je nog meer gevaar als je daar aankomt, zichtbaar als gedeporteerde met marechaussee aan je zijde. Dus stapte hij zelf op het vliegtuig. Zo kon hij ook doorreizen naar zijn gezin in Pakistan. Voordat hij naar Neederland vluchtte, had hij daar namelijk zijn vrouw en kinderen in veiligheid gebracht. Eenmaal hier hoopte hij asiel te krijgen, waarna hij hen veilig kon laten overkomen. Maar daar kwam dankzij het misdadige beleid van al die opeenvolgende kabinetten en staatssecretarissen en ministers van ‘veiligheid en justitie’ niets van. En zo is het dus gekomen dat ik als dichter gevraagd werd deze laatste
bijeenkomst met vrienden van poëzie te voorzien. Te midden van het emotioneel afscheid van zijn vrienden – en zoals later zou blijken: vaarwel – sprak ik hem even. Een moedige man was het.
Afghanistan heette altijd veilig naar de maatstaven van Fort Europa, ook al werd en wordt het reizen erheen al decennialang sterk afgeraden, ook al werd er moord en brand geschreeuwd in de Tweede Kamer toen er weer eens een ‘missie’ naar het land ging. Want militairen, bewapend en al, zouden er niet veilig zijn. Maar voor afgewezen vluchtelingen is zo’n land natuurlijk wel veilig. Het maakte dan ook niet uit dat Nezam in Afghanistan de strijd voor vrouwenrechten had gesteund en dat daardoor zijn leven gevaar liep. Daar had de Neederlandse staat letterlijk een broertje dood aan. Voor zover de Westerse landen zich bemoeien met Afghanistan gaat het er ook bepaald niet om vrouwenrechten voorop te stellen, zoals wordt voorgewend. Maar belangrijker: dat kunnen Afghaanse vrouwen prima zelf. Dat hoef je niet van deze witte Westerse feminist aan te nemen overigens, maar wel van de vrouwen van RAWA (Revolutionary Association of the Women of Afghanistan).
In de jaren die volgden lieten de vrienden van Nezam me af en toe weten hoe het met hem ging. Hij was er in geslaagd door te reizen naar Pakistan, maar was ook daar niet veilig. Hij ging dus terug naar Kabul. In 2010 is hij daar vermoord door de Taliban. Maar ook door de Neederlandse staat die hem willens en wetens in hun handen speelde. Volgens de opeenvolgende regeringen die Afghaanse vluchtelingen willen tegenhouden en deporteren is namelijk de mate waarin de Taliban zo vreselijk gevaarlijk is afhankelijk van de eigen bereidheid om vluchtelingen op te vangen. Daarmee zijn die regeringen net zulke misdadigers als de Taliban, alleen hanteert men zelf het moordwapen niet maar
laat dat doen.
Deportaties naar Afghanistan waren en zijn ten enen male een schandaal en zelfs toen de Taliban op het punt stond om Kabul in te nemen waren er nog landen in de EU die erop stonden om door te gaan met deportaties. Deportaties zoals die van Nezam, maar ook van vele gezinnen met kinderen. Hazara families bijvoorbeeld, die per definitie gevaar lopen in Afghanistan omdat ze tot een minderheidsgroep behoren. Gezinnen met kinderen ja. Meisjes en jonge vrouwen. Hier in Neederland werden en worden gezinnen in de vroege morgen tijdens razzia’s uit de gezinslocaties gesleurd en naar deportatiegevangenis Kamp Zeist gebracht. Lopende band werk is het en er zijn talloze verhalen over gepubliceerd, zoals bijvoorbeeld van de familie Zarifi, of de kinderen Zoha en Sajat.
Op dit moment zijn in een aantal Europese landen, waaronder in elk geval Neederland, Duitsland en Frankrijk, de deportaties naar Afghanistan opgeschort. ‘Opgeschort’, dat is tijdelijk en ook niet overal. Immers, “massa-immigratie” dreigt en dat moet koste wat het kost worden voorkomen. Het opschorten van deportaties is dan ook verre van vanzelfsprekend. Op 9 augustus stuurden Duitsland, Oostenrijk,
Denemarken, Griekenland, België en Nederland onder aanvoering van de Belgische staatssecretaris voor Asiel en Migratie Sammy Mahdi nog een brief naar de Europese commissie met het dringende verzoek “om de gedwongen terugkeer van afgewezen asielzoekers naar Afghanistan te blijven verzekeren”. Mensen moeten vooral weer eens “in de regio” worden opgevangen en er wordt gesproken over zoiets als de Turkije deal. Een van de landen die stug vasthoudt aan het doorgaan met deporteren is Oostenrijk. “We moeten zo lang mogelijk deporteren” zei daar op 15 augustus de minister van binnenlandse zaken Karl Nehammer. Dat op 11 augustus twee dagen na die brief aan de Europese commissie een paar landen alsnog om gingen verandert daar niets aan.
Al met al hoeven we bepaald niet de regeringen te prijzen die nu wel tijdelijk van deportaties afzien. Ze doen dat met grote tegenzin. En je hoeft geen glazen bol te bezitten om te voorzien dat als het na een tijdje weer stil wordt rond de Taliban en Afghanistan en diplomatie moet suggereren dat het allemaal wel goed gaat daar, de deportaties in alle stilte zullen worden hervat.
Verbaasd? Vraag het Abdul Ghafoor. Hij heeft in Afghanistan jarenlang gedeporteerden proberen zoveel mogelijk te helpen. Nu is hij zelf het land ontvlucht en doet er alles aan de situatie van al die mensen onder de aandacht te brengen. Zij zijn niet degenen die in de haast worden geëvacueerd. “Those deported to Afghanistan are at a higher risk of being targetted by the Taliban.” waarschuwt hij, en hij kan het weten.
Intussen heeft Griekenland een veertig kilometer lange muur aan de grens met Turkije neergezet om te voorkomen dat ‘illegale Afghanen’ het land binnen komen. Een slordige 13 kilometer stond er al en kennelijk kan er sneller een muur worden (af)gebouwd dan een asielverzoek van een enkel persoon worden afgehandeld. Dit is hoe erg Westerse landen, Fort Europa voorop, het vinden wat er in Afghanistan gebeurd met mensen, vrouwen voorop: niet, nada, nul-komma-nul. Intussen paraderen de fascisten alweer door de straten in de buurt van een van de opvanglocaties en dreigen ze met geweld. Immers, “onze” vrouwen lopen gevaar. Een herhaling van 2015 dreigt, toen datzelfde tuig naar een voorstandster van een opvanglocatie zong: “Daar moet een piemel in”. Vrouwenrechten? My ass… Het antwoord van de staat is om de fascisten te voeden en vervolgens in hun gelijk te bevestigen door vluchtelingen zoveel mogelijk tegen te houden.
Niet alleen horen al die grenzen en muren en hekken per direct te worden gesloopt, zodat mensen asiel aan kunnen vragen, hetgeen een ‘recht’ schijnt te zijn maar niet een vanzelfsprekendheid. Ook moeten de deportaties per direct worden gestopt, tegengehouden, gesaboteerd indien nodig. Want vliegtuigen kunnen weliswaar in de haast worden volgeladen met al wie hier gebruikt kan worden, meer en vaker nog worden vliegtuigen volgeladen met te deporteren mensen, de ongewensten, onbruikbaren, de afgedankten. En andermaal wordt een internationaal ‘recht’ geschonden, dat van ‘non refoulement’ ofwel dat je niet wordt teruggestuurd naar een plek waar je gevaar loopt.
Reken maar dat je er niet van gaat horen als de deportaties worden hervat en vluchtelingen met gevaar voor eigen leven proberen hier te geraken. Totdat een dood kind op het strand aanspoelt. Totdat er iemand in een gevangenis zichzelf ophangt. Of totdat activisten een vliegtuig aan de grond houden of vluchtelingen zelf een push-back op zee voorkomen. Dan horen we ineens dat er iets aan de hand is. Dan worden er mensen aangeklaagd wegens terrorisme, piraterij, mensensmokkel, het in gevaar brengen van de luchtvaart en wat er verder zoal verzonnen wordt door staten die zelf de dood van ontelbare vluchtelingen op hun geweten hebben. En dan komt het erop aan net zoveel moed te hebben als de vrouwen van RAWA, of Nezamuddin Azimi, of Abdul Ghafoor. Geen mens vlucht vrijwillig. En er is meer moed voor nodig om je te verzetten of om te vluchten en daarvoor een gevaarlijke tocht te ondernemen dan voor het droppen van bommen vanuit een drone.